GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verdienste of genade? - pagina 24

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verdienste of genade? - pagina 24

Rede ter gelegenheid van de achtenzeventigste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

langwekkend, omdat in de strijd om het quiëtisme ook het verdienste-begrip ter sprake komt. Wanneer na de conferenties van Issy in 1695®^) Fénelon in 1699 veroordeeld vi^ordt*"), dan richt de kerk zich tegen zijn idee van de „amour pur", „amour desinteresse", de liefde, die niet verbonden kan worden met enig uitzicht op verdienste en loon. Rome heeft intuïtief beseft, dat in deze passieve en quiëtistische „amour pur" aan essentieel bijbelse verbanden werd tekort gedaan®"). Maar tegelijkertijd zag men in het quiëtisme de uitschakeling van de menselijke activiteit vanuit de activiteit Gods en de volheid Gods, waarvoor de mens plaats moest maken om passief te rusten in het „moment divin" ®^). Het scherpst komen deze vragen wellicht tot uiting in verband met Michael de Molinos, die reeds in 1687 veroordeeld was. Bij hem nam Rome het „annihilare" waar, toen hij het menselijk actief handelen zag als een bedreiging voor het werken Gods. Hier wordt inderdaad iets zichtbaar van een ontologie der annihilatie, van een concurrentie of jaloezie, van een monergisme, van- alléénwerkzaamheid Gods®^). ^®) Vgl. over deze conferenties: Sanson Henri Marcel, Saint Jean de la Croix entre Bossuet en Fénelon. Contribution a l'étude de la quereUe du pur amour, 1952, pag. 11—45. ^®) In de bul „Cum alias" van Innocentius XII („Errores de amore erga Deiun purissimo"). Denz. 1327—1349. *'•') Dit houdt niet in, dat we de contra-argumentatie van Bossuet in alle delen houdbaar achten. AUes hangt af van de wijze, waarop men werk en loon verbindt. OnbiUijk is wel het oordeel van Loisy, die Bossuets opvatting tekent als „conception infra-Chrétienne, infracathoHque" en dan Fénelon als „Ie penetrant avocat du christianisme essential et Ie précm^eur de la rehgion a venir." Vgl. Gabriel Joppin, Fénelon et la mystique du pin: amour, 1938, pag. 95 v. en voorts over Bossuet: S. M. Msircel, a. w. 69 v. *^) De „amoiu- pur" sluit de gerichtheid op verdienste en loon uit. Een van Fénelons veroordeelde stellingen luidt, dat de mens niet bemint wegens verdienste. Dat het echter om méér ging dan om een protest tegen verdienste, bhjkt uit het vérstrekkende van zijn gedachten, met name uit de veroordeelde stelling over de amor Dei: „qui est caritas pura et sine ulla admixtione motivi proprii interesse. Neque timor poenarum, neque desiderium remunerationum habent amplius in eo partem. Non amatur ampUus Deus propter meritum." Denz. 1327, vgl. 1330. *2) „Veile operari active est Deum offendere, qui vult esse ipse solus agens." (Denz. 1222). Vgl. Denz. 1221: „Oportet hominem suas potentias annihilare et haec est vita interna". Zie deze idee der anni-

22 %»

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1958

Rectorale redes | 92 Pagina's

Verdienste of genade? - pagina 24

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1958

Rectorale redes | 92 Pagina's