GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Moderne letterkunde en Christelijke opvoeding.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moderne letterkunde en Christelijke opvoeding.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat leest ons Christenvolk?

IV.

Op zichzelf is het verschijnsel, dat de hedendaagsche christen zonder gemoedsbiezwaar de ontspanningsliteratuur van Dickens, Van Lennep, Schimmel en Maria Corelli, verslindt als koek, vrij onbelangrijk en onschuldig, maar als ge het bekijkt in verbiand met de richting, waarin heel het positieve christendom gïoeit, is het uiterst leerzaam en gewichtig.

Het christendom is, globaal genomen, het puriteins ch© christendom van Vroeger niet m©er. Het loopt in ajrudere schoen^en, het draagt een ander kleeid, kort gezegd: de witte das is afgedaan.

Er zijn er zelfs, idie durven spotten van „een j olig christendom!.''

Nu, tot joligheid ontaardde het eertijds soliede christendom nog niet, maar zeker is, dat de „cultuur" er aardig vat op heeft gekregen.

Ten deele is dit niet d© wil der menschen, maar de leiding der geschiedenis geweest: het lot!

Een goede vijftig jaar geleden werd de kring der orthodoxe christenen (ik denk speciaal aan het milieu der afgescheidenen), hoofdzakelijk gevormid jdoor uiterst.kleine luiden: arbeiders, idienst-'WM0i, hoden, naaisteODS! met d© neepjesmuts. De vertegenwoondagiers vain deïi gegoeden middenstand en van de klasse der z.g. „intfellectneelen", waren zeldzaam. In de groote ^telden leefdien de „fijhien" stil verscholen, hap. kerkjes stonden, klein en smal op achtergtachtjes door d© groote huizen oversohaduwd.

Het groote, idfukke wereMleven golfde aan het „arm en eHendig" volk, dat God zich deed overblijven, invloedloos voorbij.

Maar het kleine clubje groeide uit, het wies omhoog, met da Doleantie vooral brak ©en nieuw tijdperk, ook vajn uitwendige glorie, aan. De „fijnen" kwamen uit iden hoek, in de „nachtschool" straalde licht. Op maatschappelijk gebied traden vele „Gereformeerden" vooraan, d© „intellectueelen" onder hen waren geen zeldzame typen meer, de „dompers", die vroeger den caricaturist tot dankbaar model hadden geidiend, waren in den uiterlijken levensvorm der beschaving van het wereldsoh publiek nauwlijfes meer te onderscheiden.

Hoe zou men het isolement nog langer handhaven, waar de orthodoxe broeders mee den toon aangaven in de pers, op de beurs, achter de ministerstafel?

Aanvankelijk schuchter, maar allengs vrijmoedig, strekte ide eertijds stijve, steile^ vrome nu zijn hand uit naar vel© dingen, idie ©ertijlds verbannen waren als „wereldsch" gienot. Men zag de stoenge christenen hun intocht doen in de concertzaal en 's zomers zwierf, wie het betalen kon, naar buiteni, naar zee, naar den Rijin en Zwitserland^ om daar ook Zondags, in ieen hotel te wonen en te genieten van het leven.

Men durfde ontspanningen aan, waartegen in oude tijden van ide kansels werd gewaarschuwd, en 'die door het vrome volk als zondig wandelen op „den broeden weg" werden veroorideeld en geschuwd.

Het kon niet .anders, of deze verandering 'in verhouding tot „de wereld" bracM ook ©en inarkante ommiefceer in d© letterkuiudige opvattingen en gewoonten.

In de tijden van Ohm was de keur zóó streng, dat in bet christelijk gezin geen ander boek dan bet positief-stichtelijke werd geduld. Het was niet genoeg, dat het boek geen aanstoot gaf; neen, het moest een beshst geestelijk opbouwend karakter dragen. De ziel moest ©r baat bij hebben, anders was elke tijd aam literatuur besteed, verloren tijd.

Misschien is de verandering in verhouding begonnen, althans het eerst duidelijk gebleken, ten opzichte van de pers-periodiek.

De menschen, .die maatschappelijk iets in de mielk te brokkelen hadden, hadden aan ©en pover provinciaal weekblaadje, zelfs aan „De Standaard" niet genoeg. D© groot© liberal© dagbladen, „N. R. Courant" en „Handelsblad", deden bun intocht in bet christelijk gezin.

Dat was al heel anider© literatuur, bij name in de feuilletons, dan van Van der Groe en Smytegelt.

En wie een portefeuille bad, en „op de hoogte" wilde blijven, kon toch „De Gids" niet ongelezen laten, en in „De Gids" las de christen een taal, die, ook in den solieden tijd, ietwat anders klonk dan de sprake, die van Comrie en Erskine uitging.

Feitelijk was met dezen geleidelijken overgang van bet puur stichtelijke naar het algemeen beschavende of alleen vermakende element het puriteinsohascetisch beginsel van zijn vrome glorie beroofd en in zijn sterkte gebroken.

De deur was van het nachtslot en Van der Groe geen alleenh©ersoh'©r meer in de calvinistischie huiskamer.

Ook al war© de revolutionair-letterkundige bewe. ging van '80, met zijn gigantische aanvallen op een verouderd© wereld, uitgebleven, ook al zouden Couperus en Quérido met hun magistrale werken nimaner bet Nederlandsche volk in al zijn jangen en lagen, ook in de conservatief-christelijke krin. gen, hebben opgeschrikt en bekoord, dan toch zou bet oude puritanisme zijn macht over d© zielen op het gebied der letterkunde hebben verloren.

Ik laat daar, dat de vrome lezer Van Oltmans en Van Lennep bij zijn lectuur nu en dan een ijdel woord, zelfs het misbruik van Gods naam, moest verd.uwen, hoofdzaak was, dat hij door den roman een wereld werd hinnengeleid, waarvan bij zich tot dusver afzijdig had gebonden.

Werd zelfs niet in de populaire, en schier in ieder christelijk gezin gemtroduoeerde Camera, bet door de Puriteinen gevloekte kaartspel als een onschuldige uitspanning beschreven?

Moesten de wangen niet gloeien en de oogien niet schitteren bij' bet geweldig avontuurlijk gebeuren in „De Schaapherder" len „De Roos van Dekama"? En moesten de bartrai der jongeluidjes niet onstuimig gaan kloppen bij het leaen van de prachtige liefdes ontkiemingen en lief des verwikkelingen in „Sinjeur Semeynsz" len „Ferdinand Huyck"?

Zeker, 'twas alles heel fatsoenlijk, nergens grof realistisch, gelijk in de ouiderwetsche tooneeldraken kreeg de deugd aan 't einde behoorlijk haar loon, werden alle Juidas-verraders en schurken in hun hemd smadelijk weggezonden, ook moet erkendj, dat de enkele boeken, waarin gewaagde passages voorkwamen, die het zedelijk gevoel zouden kunnen beleedigen, als b.v. „Klaasje Zevenster" en „Didiewijde", met een zekere huivering werden ter zijde gelegd, maar de ommekeer, de omiwenteling in de zielkundige gesteldheid der Puritednen was er, zö was principieel, en daarom' in de gevolgen veel ernstiger, idan toen door de ai^gelooze broeldeils zelve kon worden vermloed.

Er was gökomen een verandering in oïientee'ring, ten opzichte v^ja de heele cultuur.

En de tegenstelling tusschen bet isolement van weleer en Ide vrijheid van thans, laat zich niet beter in beeld brengien, dan naast elkander te plaatsen: Van Lennep en Van der Groe, Jules Veme en Smytegelt.

Toen kw-am; de ; Modeme Letterkunde als een geheel nieuwe fase in bet cultuurleven van ptil-Nederland.

Een aardbeving in de polders.

Donder uit een open hemel.

Het beeft lang geduurd eer men in christelijke kringen zich de beteekenis dezer beweging als een, ten deele gewettigde, revolutionaire cultuurbeweging bewust werd.

Aanvankelijk werd er, en waarlijk niet door fle Puriteinen alleen, gespot met de nieuwe impiressionistiscbe taal, die deed danken aan ©en w, azigen ochtendnevel, en ook getoomd tegen bet rauw gebruik van termen, waarbij zelfs ©en' Bredero en Cats zouden hebben gebloosd, maar men verstond aanvainkelijk niet, dat deze nieuwe literatuur yan een nieuwe strooming in de geschiedenis der Nederlandscbe beschaving bet uitvloeisel was, en dus een nieuw tijdperk aankonidigide in het geestesleven van. ons volk.

Er was wel, zeer ten deele, een bewondering voor het mooie in de nieuwe kunst, en ook, meer algemeen, eeai afgrij'zen en verweer tegen bet onfatsoenlijke in de uitingien idezer kunst, maar de filosofie, de wereldb©scbouwing„ waarvan deze literatuur bet product en teeken was, beeft men niet terstond in haar groote werking gevoeld en door­ grond.

B. W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1920

De Reformatie | 8 Pagina's

Moderne letterkunde en Christelijke opvoeding.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1920

De Reformatie | 8 Pagina's