GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het ongeboren wicht der nieuwe bevoegdheid'.

|Niet alleen in het kerkelijke leven schuimt hat. Meer nog is dei schoolwereld in rep en roer. Men heeft Dr. idte Visser harde noten te kraken gegeven. Hoe dit zal afloopen? Daarvan zal bij' de verschijning van ons blad wel meer bekend zijh dan pp het oiogenblik, waarop ik dit schrijf. Immers, de onderwijsdebatten zullen hedenmiddag (Dinsdag') nog hervat worden. In „De School met den Bijbel" richt de heer Lens een Open Brief tot den Minister van Onderwijs en hij-brengt Zijne Excellentie op waardigen toon onder het oog:

„Met blijdschap ia het hart '.heb ik meegejuicht, toen U, op dien gedenkwaardigen dag in 1919, het odium; van ons hebt •weggenomen, het odium van onze mdnderwaardigheid tegenover de collega's van de openbare school.

We leven wel snel. Excellentie, mlaar toch niet zoo : -neI, al dat zijn we nog niet vergeten. , We hebben pHzen God gedankt, Gij en wij.

We hebben toen in U gezien, wat We altijd in LT geweien hebben: onzen Vriend.

Moet dat nu .anders worden?

Moet ge het vertrouwen, dat wij in onzen; minister hebben gehad, gaan verspelen?

Want opnieuw legt ge op ons het odium, der minderwaardigheid. Niet tegenover onze opsabare collega's. 'Maar met hen tegenover de nog ongeboren wiclitein der nieuwe Kweekschool, miet liun ephemere bevoegdheid; die verre zal reiken boven de onze, zoo verre, dat we, tot straf voor het' ileit, Aa: t We niet derüg jaar later geboren zijn, de levensjaren, die ons nog resten, zullen gebukt gaam onder de algemeene publieke onderschatting.

En U weet, Excellentie, aan overschatting heeft het Nederlandsche publiek nooit geleden, waar het ging omi de „schoolmeesters''.

Uwe salaxLsregeling als zoodanig zal ik hier niet beoordeelen. Dat past me niet in dit schrijven. Hocgaten.-^ heeft ze mij teleurgesteld, niet in de allereerste plaats persoo^nlijk, maar voo'r zoovele van mijn trouwe collega's, wier weg de Hee" nipt Izioo voorspoedi'g heeft gemaakt als den mijnen.

Maar het - feit, dat ook in Uwe waaxdeschatting het ongeboren wacht der nieuwe bevoegdheid, liotiger slaat laflngeischxeven dan ge, laat ik nu me/.elf eens het eerst noemen, mij en al mijn andere 30.000 coUega's schat, grieft me niet weinig.

Ik heb noodt den lust gevoeld, al die akten te ' halen, die we hebben, om met de te waclitj» knappehngen gelijkgesteld te kunnen worden. Ik 'heb, in mijn argelooze onnoozelheid, gemeend, dat ik voor mijn eigen leven en dat - yan de schötlen, . waar ik werkte, en voor de schoolzaafc in het algemeen, meer en nuttiger arbeid kon verrichten, , dan ik zou hebben verricht door akten te halen. Er is een tijd geweest, toen ik meende, dat ook W een breedere, alzijdige ontwikkeling, ooik al Jiop dio niet op een bepaalde akte uit, ho-ag schatte.

Nu zie ik, dat ik me vergist heb. En alle collega's, die hebben gedacht lals ik, zijn evenzeer befirogtn. E, t] wij zijn nu eenmaal pedant. Daar zijn we immers onderwijzers voor?

Welnu, Excellentie, ik durf zeggen, dat, als ik en tal van mijn lotgenooten de halve energie zouden hebben gebruikt, die we noodig hadden «» te doen, wat vve, zonder oude of nieuwe bavoegdheden gedaan hebben, we ook die akten zouden gehardd hebben. Waarom' moet ge nu ons allerwerk voox en in de echoiol disqualificeeren tegenover een werk, dat nog gedaan moet worden? Het spijt me. Excellentie, dat U dat ons hebt kv.nnen aandoen.

Niet in de eerste plaats het salarisbedrag griett. toe. Ik heb in mijn leven ervaren, dat God gor; > 't. Etn al , gaf U nog minder, dan zou nog de Vad'jr, L%' Vader en mijn Vader, helpen. We zijn tenslotte niet in Uw hand, maar in Zijn hand.

Maar dat ge, niet tegenover ander© ambtenarej», niet tegenover don gemeentewerkman, of den klerk bij het Departement, of den man bij de post, ons. aehterstelien zoudt — ilc weet niet of het gebeurt en persoonlijk kan het me niet schelen, — maar dat ge ons geheele corps achterstelt bij het ongeboren kind Uwer Kweekschoolopleiding, dat blijft nle grieven, en dat vernedert me tegenover mijn 12-jarig.3n zoon, die, ais God het wil, wellicht een der eerste vruchten van de nieuwe opleiding zal Vï'orden.

Excellentie! 'Kom aan dat bezwaar tegemoet. ' 1 Breng, na de gelijkstelling m|et het verleden, minstens ook de gelijlcstelling met de toekomst.

Ook wie niet uit heit oog wil verlieaen, dat hteil sociaal-wenschelijke niet altijd economisch mogfelijk is, ook wie het sam'engaan van de Unie vani Christelijke Onderwijzers met liberale, socialistiscth© en bolsjewistische onderwijzersgroep'cn zonder sparen veroordeelt (hoe kondear christelijke onderwigzers het uithouden ppj een vergadering als die in den Haag, waar zoo gruwelijk gevloekt werd? ) zal toch moeten toestemmen, dat de heer Lens hier terecht op een schromelijke onbillijkheid wijst. Maal: misschien verricht de strijkinrichting van de firma De Visser (dankbaar onderwerp voor carrioatuur!) nog wel pgcifistischen arb'eid.

Dit stukje bleef van de vorige week liggen.

Thans is de uitslag bekend.

Inmiddels bracht „De School m'èt den Bijbel"' de volgende verklaring, waarover wij' ons ten zeerste verheugen:

De Redactie van „De School met den Bijbel" spreeikt baar diepe teleurstellinig uit over het feit, diat j.l. Zaterdag' aan de saJarismeieting te D'en Haag iis deelgenomen door Chr. Ondenvijz, ers, en dat, bbjike-ns de verslagen, niemand der aanwezige Chr. Onderwijizers heelt gèpro'testeerd tegen de belee-'diigende, onbeischaiafde en onchristelijke woordelav die daar izijn gjeispro'kein.

Tij keaitering in de vakvereenigingen.

Laat o'ns van onderwijsterrein even overwippen op sociaal terrein.

De Kroniekschrijven in het „Geref. Jongelingpbla'd" gaf eenige cijfei's, die ieder m'eelevend ohriisten moet onthouden.

Het N.V.V. of te W'ol: ederlandacih Verbömd van moderne (alias ro'ode) vatvereenigingen, telde op 1 April j.l.:262.196 leden.

Op 1 Juli d.a.v. was bet ledental 248.968. Op 1 Augustus d.a.v.:240.862. Op 1 September j.l.:234.967. Wij hopen vain harte, dat 'tizoo' eenig; en tijd door imoge 'gaan! • . '

In elk geval hiad heit N.V.V., •wiaarvan de H.H. Oudeigeest en Fimmen de gernchton'akende leiders izijn, in vijf miaianden tijids eein teruiggang in ledental te boielcen van welgeteld:27.229.

Ook „drog'e" cijfers bunnen welsprekend zijn. 't Giaat den roodein broeders dus, ondanlts al hfuniae B; ohitteronde propag'andavergaderingen en hunin© welgeslaagde (!) demonstratieve en niet-demionstra, tieve stakinigiein, niet vóór den wind.

Het N.A.S. (Nederlandsoh Arbeidssecretariaat^^ Jiet 'synddealistischö Vakverbond, daalde van 50.140 lop .46.980 leden!

Verbbjdend is 't, te izien, bote de Christelijke Vakbeweging steeds meerdere vorderingen maakt.

Het G.N.V. (Chr. Nat. Vialcvorbomd), dat het vorige jaar nog geen 50.000 leden telde, mocht op 1 Juli j.l. reeds 76.115 leden boeken, terwijl de R.-Katholieke vakbewegiing van 1 Januari 1920 tot 1 October j.l. steeg van 149.050 tot over de 160.000 leden I

We izijn dus reeds zóó ver; , dat de Chr i stel ij k© vfikboweigin', ' meer leden telt dan de moderne,

Mevrouw Blavatsky.

Als alles waarheid bleek, wat graaf Witte aangaande mevrouw Blavatsky, de bloedeigen moeder der hedendaagsche theosofie publiceert (en waarom zou men er aan moeten twijfelen? ) dan wordt het hoog tijd, dat er ook voor de theosofie Lij-kent^ ring aanbreekt. Dan kleeft er aaii de geboorte van die richting een smet, die niet dan door totale ondergang is uit te wisschen.

Ik ontleen aan de „N. Rott. Ct.”:

„The Daily Teleig^naph." vari' 16 deizer vangt aan mei pabiicaiie van de Herinneringen van graaf' Witte. Daarin treffen wij merkwaardige bizonrlerheden aau over het leven van mie vrouw B1 a-V ü. t s fc y, dö groote theoisophe, oolc uit de periode 1S4S-lb58, gedurende welke zij, naar beweerd wordt, in Tibet zich teruggetrokken had om onderwezen te worden, in de geheïm'e leer, Bedriegt zijn geheugen graaf AVitte niet, dan heeft zich de zaak eenigszins ander^s toegedragen. Hij vertelt namelijk het volgende:

Na haar kortstondig huwelijk m^et Btavatsky, was de j8-je)Jïge Helena Hahn — een nicht van graaf Witte — teruggegaan naar het huis van haar gTfiotvadci' te Tiüis. .Men wilde het lastige kind gaarne naar haar vader, officier in de nabijheid van St. Petersburg, terugzenden en bracht haar onder sLreng geleide naar een havenpla, its, omt haar vandaar verder naar St. Petersburg te trans-P'orietren. E, venwcl maakte mevr. B. in dvï ha.ven' kennis met een Engelschen zeekapitein en bloek eonigen tijd later scheepgegaan — zonder geleide — naar Konstantinopel. Daar trad zij als pa.ai'drijdster in een circus op, ontmoette den basza, nger 'Milroyicli en vergezelde hem op zijn reizen. De zanger introduceerde zichzelven bij de familie in Tiilis als „kleinzoon", ofschoon mevr. B. niet wettig gescheiden was van den heer B. Eenigen tijd later stelde zich een nieuwe kleinzoon aan de familie voor. Een Londenaar berichtte namelijk, dat hij gehuwd was met mevr. B., die met hem voor zaken naar Amerika vertrokken was. Dan verschijnt zij weer in Europa als de rechtei'hand van het beroemde medium Hume. Vervolgens hoort • haar familie, dat zij pianoconcerten geeft in Londen en Parijs en hel koninklijke za, ngkoO!'-in Servië leidt.

Eindelijk krijgt zij toestemming in den familiekring terug 'te keeren. Graaf Witte beschrijft haar loenmaals als een vermoeide vrouw, een verlepte schoonheid, die weinig zorg aan haar uiterlijk besteedde, maar met een paar prachtige oogen. In^ Tiflis verwekte zij opnieuw beroering door haar spiritistische séances. Zij sloot vrede met haar echtgenoot, maar de vrede duurde niet lang. Op een morgen ontmoet de baszanger Mitrovich, danig in het verval, haar in de straten van Tiflis. Gevolg van het schandaal was, dat beiden vluchten naar Kiet, waar nieuwe onaangenaamheden tusschen den gouverneur en mevr. B., het paajr noodzaken te vertrekken. Daarna hoorde men weer wat van haar te Üdo& sa, waar zij opdook in gezelschap van haar getrouwen bas en een inktfabriek en winkel voor kunstbloemen begon, zonder groot financieel succes. Een engagement riep Mitrovich naar Kaïro'. Tücntertijd, zegt Witte, waren zij droevig omi te, zien „hij een tandelooze leeuw, eeuwig aan de voeten van zijn meesteres, een bejaarde dame, gezet en slodderig". Bij den lovertocht leden zij schipbrerak, Mitrovich verdronk en mevr. B, kwam doodarra in Kaïro aan. Hoe zij zich weer uit dien wanhopigen toestand redde, zegt graal W. niet te weten, maar voor het eerst da, arna-hoorde toen weer van haar als van de stichtster van een theosofisch genootschap. In een beoordeeling van deiz: e merkwaardige vrouw erkent graaf W. haar groote gaven, haar snel bevattingsvermogen en haar wonderbaarlijke geschiktheid zich bij alles aan te •paisisen, haar literair© talenten en haar suiggestieve kracht, die „anderen en haarzelve de wildste voqrt ibrengiselen van haar fantasie deed gelooven".

Indiein bovenstaand verhaal juist is, is het niet 'feioed in te izieir, hoe mevr. B. gedurende dien tijd ook nog Itien jaax van haar leven in Indië zou gesleten hebben. Maar voor het verlies dezer meditaities in de Himalaya worden wij ruimschoots s(; hadeloos gesteld door dit relajas uit de „nuchtere" werkelijkheid, meer fantastisch en bizar dan lictie ooit zou kurmen zijn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1920

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1920

De Reformatie | 8 Pagina's