GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Gezangenquaestie ter Synode.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gezangenquaestie ter Synode.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog steeds verdeelt de Gezangenfcwestie de gemoederen en wekt zij de hartstochten op. Ook by de Synode van Leeuwarden bleek dat, doch binnen de Geref. kerken wordt deze zaak steeds zuiverder beoordeeld. De besluiten der Synode geven in dezen hoop, dat aan de gematigde richting de toekomst is, en de eenparigheid steeds grooter zal worden. Ter toelichting en om dit doel Ie dienen zal gehandeld worden:1. over de minder gelukkig gekozen middelen der voorstanders van de Gezangen; 2. over het principieel besluit der Synode; 3. over de wjjze van uitvoering daarvan.

II

De voorstanders van het invoe'ren van Gezangien hadden zicjh te Leeuwarden niet onbtetuigd gelaten. Van hen was ter tafel lo. een verzoekschrift-, aangeboden door eenige leden van 'den „kring van belangstellenden ter verrijking van ons kerkgezang"; 20. een „kleine verzameling. Nieuw-Testarnentische kerkliederen", als proeve van de wijze, waarop deze kring meende, dat het beoogde doel zou kunnen worden bereikt. Door deze beide middelen meenden zij de Synode te kunnen dienen en hetgeen zij verlangden te helpen tol stand brengen.

Aan de goede bedoelingen dezer broederen (en zuster) kan niet getwijfeld worden; wel rees echter aanstonds bedenking tegen de door hen gekozen middelen, en schenen deze weinig deugdelijk te zijn om de begeerde uitkom'st te verkrijgen. Dfe praeadviseeiende commissie, die deze stukken allereerst had te onderzoeken, was het al spoedig erover eens, dat integendeel, wanneer het zou gelukken iets te bereiken in het belang der verrijking van ons kerkgezang, da baan daarvoor vrij' gemaakt moest worden door deze beide stukken eerst uil den weg te ïuimen..

Het bovengenoemde verzoekschrift kan verondersteld worden, bekend te zijn. Het was n.l. niet alleen in druk verschenen, doch pok aan alle kerkelijke bladen ter ppneming toegezonden, die over het algemeen aan dit stuk hun publicileit hebben verleend.

Dit stuk nu leed aan een te groole forschheid. Het toonde .veel te schelle kleuren; hel was zeer eenzijdig en bevatte eenige niet onbedenkelijke beweringen. Alle overmaat schaadl^ en zoo dreigde het schade aan te richten.

Er werd een tegenstelling in gemaakt tusschen het Oude en Nieuwe Testament, die zeker niet zoo kwaad was bedoeld (daarvoor staan de namen der onderteekenaars ons borg), 'doch niettemin weinig in overeenstemming was met 'de Gerefoïmeeride belijdenis en practijk ten dezen. Het Nieuwe Testament spreekt duidelijk uil het Oude, en bevvoor" dingen , als dat velen „het ontbreken, ja heit verbod van schier elk Nieuw-Testam'entisdh kerklied in de 'Onderlinge bijeenkomst der gemeente pijnlijk gevoelen als een schuld tegenover den Heere", en 'dat de kerken „niet voluit" kunnen „zingen van de bediening der verzoiening door en in Jezus Christus" waren ongetwijfeld veel te kras. Op deze wijze zou wat God vereenigd heeft door den mensch worden gescheiden, het Oude Testament veel te weinig worden gewaardeerd, en vooral niet genoegzaam erk'end worden wat de Heere in den Psalmbundel schonk aan Zijn volk van alle eeuwen, ook om de heerlijkheid van den Christus in Zijn beide .staten te bezingen.

Nogmaals: aan de goede bedoeling der opstellers viel niet te twijfelen, , en hun trouw aan deze specifiek Gerefoimeerde Ivaarheid zullen we allerminst in verdenking brengen. Maar hun request zou toch heel wat meer invloed gehad hebben, indien het zich ertoe had beperkt, ' in sobere termen de wenschelijkiieid te betoogen om niet alleen in de jvoorden der profetie, doch ook in die der vervulling het ons geschonken heil te bezingen. Daarom meende de commissie goed te doen, door zich bij de beoordeeling der voorstellen van de Particuliere Synode los te maken van dit verzoekschrift, en ide Synode heeft ziclh daarmelde zeer wel kunnen vereenigen, zoodat een debat over allerlei, wat erin voorkwam en heel wat tegenspraak had kunnen uitlokken, gelukkig vermeden is.

In de tweede plaats was een proeve ter tafel vap de wijze, waarop de bovengenoemde kring meende, dat de Synode in de door hem gewenschte richting zon kuimejn werkzaam zijn. Van dezen bundel waren slechts twee getypte eücemplaren aanwezig, en e'/ke nadere toelichting pntbrak helaas. Hel was dus niet alleen voor de Synode, maar zelfs voor del praeadviseerende commissie moeilijk, zich een oordeel over dit werk te vormen. Toch diende zulks te geschieden, pn het is dan ook! gebeurd, ondanks alle bezwaren, welke zulk een arbeid' te midden' van de overige Synodale beslom'meringen oplevert voor wie ermede belast is.

Al spoedig bleek, waarom deze bundel slechts in zoo weinig exemplaren was aangeboden en niet gedrukt, d(Ooh getypt. Hij bestond uit 51 liederen van grooter of kleiner omvang. Daarvan waren 30 bestemd vioor gebruik" op de Christelijke feestdagen, in den Lijdenstijd, vpor Avondmaal, Huwelijk, Oude Jaar en Zending, terwijl 21 een meer algemeen karakter droegen. Het overgroote deel daarvan was pntïeend (al stond het niel erbij) aan den bundel Evangelische Gezangen, bij de Hervormde Kerk in gebruik, tienevens aan den Vervolgbundel en het Aanhangsel daarvan. Sommige Gezangen waren geheel overgenomen, andere gedeeltelijk; sommige gewijzigid, andere ongewijzigd. Indien de JKring dus dezen btmdel had laten drukken, zOu hij terstond in botsing mei de wet op het auteursrecht zijh gekomen.

0m dezelfde reden zPu het ireeds voor de Synode bezwaarlijk geweest zijn, deze proeve te aanvaarden; want wat heeft nien aan een verzameling liederen, die men ïiiet niag laten drukken? De bedoeling zou toch zelrer wel niet zijh, de Evang. Gezangen te gebruiken in de bekende uitgave, piet een ingelegd lijbtje, welk^ nummers daaruit en b.v. uit den bundel van J)& Heer in onze godsdienstoefeningen, nevens de' Psalmen, gezongen mo­ gen worden. .Ook-zouden de aangebrachte wijzigingen en weglatingen daarmede in strijd zijn.

Veel bedenkelijker nog uit tactisch oogpunt leek het der praeadviseerende commissie, een bundel te geven, die bijna niets anders was dan een extract uit dien der Hervormde Berk. Niet omdat haar leden .of haar rapporteur „anti-Hervormd" waren, zooals prof. .Obbink i) in „Bergopwaarts" heeift geinsinueerd. - Niet omdat „hun toom onlstofcen" was omdat men hier „Hervormde boosheden listiglijk wilde invoeren in de Gereformeerde Berken en deze besmetten". Maar omdat het van weinig beleid zou getuigen indien men, na al wat onze Kerkgeschiedenis dienaangaande verhaalt, deze methode volgde, ^n den tegenstanders van Gezangen een prachtig middel tot agitatie zou geven. Zeker zouden zij uitroepen: „nu wordt onder een momi, naar de methode: een vinger geven en de hand nemen, datgene, waartegen onze vaderen zoo krachtig mogelijk hebben gestreden en wat een punt van groote beteekenis was in de beide reformatorische bewiegingen van 1834 en 1886, listiglijk bij ons ingevoerd". De Commissie zelve zou het in 'tgeieel met zulk een redeneering niet eens zijn. Dei Bring had het zeker zoo niet bedoeld. Doch het zou niet de eerste maal zijn, dat een goede zaak op een slecht voorbeeld mislukte. Beroering ware ongetwijfeld (het gevolg, en wie in dezien iets bereiken wil, moet dit zooveel doenlijk vermijden.

Bovendien .waren er onderscheidene bezwaren tegen de keuze van deze liederen, tegen de aangebrachte wijzigingen, weglatingen enz. Het zou wel belangwekkend zijn, daarvan nog wat te vertellen; doch men kan de uitgebrachte critiek in de Bijlagen der Acta vinden, en nu deze bundel toch niet. wordt aanvaard, is het niet noodig, daarop thans verder in te gaan. Men begrij'pt echter, dal ook' deze mislukte proeve uit den wög moest worden geruimd, voor en aleer de Synode aan de zaak' zelve, aan het principe, haar aandacht kon wijden. En aldus is geschaed, na een aangename, bro'ederlijke gedachtenwisseling. De „Proeve" werd als zoodanig niet aanvaard, en de Synode kwam nu onbevangen tp staan tegenover de voorstellen van N. Holland enzv.


¹) Ofschoon aan Prof. Obbink mondeling en schriftelijk zijn ongelijk in deze bewering is aangetoond, en hij dit heeft moeten erkennen, heeft hij niet ertoe kunnen komen, om zijn belofte te vervullen, dat hiJ in zijn blad zijn vergissing zou herstellen. Wie de stukken in de Bijlagen onbevooroordeeld leest, zal moeten toegeven, dat gevoelens, als Prof. Obbink ons toedicht, ons vreemd zijn. En wij verklaren hier openlijk, dat we ons ervoor zouden schamen, indien die bij ons aanwezig waren geweest; des neen! Maar Bergopwaarts schijnt den Gereformeerden geen recht te willen doen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 1920

De Reformatie | 6 Pagina's

De Gezangenquaestie ter Synode.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 1920

De Reformatie | 6 Pagina's