GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kruistocht tegen de zedelijke verwildering.

Het opmeAelijk verschij'nsel doet zich thans VOOT, dat de liberale bladen, , die zoolang op-de ahristelijke pers hebben afgegeven om; haar zoogenaamde • puriteiinsche vooroordeelen, nu 'de hulp van diezelfde pers inroepen tegen de steeds groeiende zedelij'ke verwonding.

De oogen ook van niet-christenen zijn thans open gegaan VOOT het ontzettende zedelijke verval onzer dagen.

Meer en meer wint de Oivertuiging veld. dat wij aan den rand van den afgrond staan.

Angsfcgeroep van alle kanten!

Het vrouwenvraagstuk is daardoor vrij; plotseling een andere phase ingetreden.

Zelfs z'ij, die jaren lang over niets anders spraken dan èiver het onrecht, jegens de vrouw gepleegd, beginnen nu luidldeels te roepen om be-• scherming van de vrouw, inzonderheid van het jonge meisje.

Want de vrouw is van dien chaotischen toestand de dupe geworden.

Natuurlijk is die oproep van de liberale tot de christelijke pers oinnoodig.

De laatste stond steeds op haar post.

Niet trouw genoeg o zeker.

Ook legde zij niet altijd de noodig'e tact aan den dag. Toiegegeven.

Maar aan waarschuwingen onzerz, ijds ontbrak het niet.

Daarom zullen wiji ook heden niet onzijdig treden.

Ons drijft hooger, heiliger drang dan het liberalismte.

Ds Laman heeft het in het „Gerefoirmeerd Kerkblad voor D'Tiente en Overijsel" bij het reahte eind:

Merkwaiardi'g is, dat de christelijke pers door de vrijzinnige te hulp geroepen wordt om tegen dazen istroom van gemeenheid mede een dam te belpen opwerpen. De, ze oproep is zeker, niet te' veBgeefsch, want reeds jaar en diag is de christelijke pers er mee bezig!, dikwijls' onder veel spot. Ernstige, waarschtovende dingen , zijii er dezerzijds geizegd en gesclireven, maar men laclite er wiat mee. Die stijve fijnen, die benepen vromen, die be-, krompen pttriteinen, die deugdzame '.neepjesmutsen, die reeds eonde zagen in een laag halsje en een blooten arm! Maar de wijsheid wondt gereohtvaai'digd van hare" idnderen. AVij , zien mi' de oude waarheid bevestigd, dat de izionde een hellend vlak is.

Hoe bitter 't eind der aonde is. Dat leert óns Gods Getuigenis, Dat laat ons ook liet leven zien: Doe ons 't begjin der , z, onde ontvlien.

't Is vèr gekomenS^ïfffilift^preken kan van een verploerting van'het léven. Dit beteekent niet, dat er ploerten zijn ónder de menschen, want die vindt ge in eiken tijd; maar het beduidt, dat het ' ploertige in het leven de overhand heeft, dat duizenden met die ploertige dingen meegaan en bmi rre'uigde er ia vinden; de verploerting van het leven is, dat de schaamte weg is, en, ^ dat men aijn lust heeft in het dierlijke.

Men moet er maar van le.zen ein hoorend" wiat er in bet Sodom onzer dagen voorvaJt.

D© strijd tegen deze-gruwelen vindt in het Calvinisme' igewisselijk een ma.chtigen steim.

Hoe verde „verploerting" gaat.

Heel veel mtenschen, ook onder het, christelijk volksdöel zijin bij zulke waarschiwingen dadelijk' ge'neigd er 50 p'ct. voor overdrijving af te trekken.

Zij zaein slecjhts den buj.tenkant van het leven.

En ja, dan mierkbn zie wel in de moderne vrouwetakleeding veel aïkeurenswaardigs op'.

Ze 'hemen het polk voor de huidige omgang tusschen de beide giesladhten, z'óoals die zelfs in de drukke straat soms zddhtbaar is, niet op.

Ze zijln lOidk weleens bezorgd om^ onzcjo-nge m-eisjes:

Maar zóó terg als mien het voiorstelt.

Neen, dat kunnen ze ni.et gelopiven.

Daariom' deed de schrijver van „Onder de menschen" in de „N. R Ct.." een goed werk, met aan de hand van de gegevens der kinder-en zedenpolitie den waren toestand eens bloot te leggen.

Wij zijh het vanzelf niet met elke bescihouwing van hem eens.

Doich het verdient lotejuichlng, dat hij' de oppervlakkige menschjes eens in hun het-is-nog'-ziOO-er!gniet-waan komt storen.

Zij'u lonthüllingien 'zijn vaak ^rawzaam.

Vele bladen ook van onzen kant namen er reeds bepaalde gedeelten uit oiver.

Daarop attendeer ik hier niet meer.

Ik wil hier iets laten afdrukken, waarop nog niet zoo de aandacht viel.

Het is een feit, dat thans juist zooveel minderjarige meisjes er aan.-gaan.

De schrijver zegt:

Leugenachtigheid en bedTiegelijkhei'd zijn vaak ingekankerde karakterfouten bij dergelijlie kinderen. Zij m'oeten de eene onwaarheid op de andere stapelen, de eene uitvlucht na de andere aoeken, steeds krasser en brutaler en geslepener, om hun waii'gedrag thuis te verheimelijken. Zulke meisjes, die in geregelde ongeoorloofde verhouding staa, n tot hun werlcgever, hun patroon, en die dan met geh'uichelden trots nu en dan van haar snelle „promotie in saliaris" vertellen, — wanneer de ruimte van g'èld Uit •haar groote uitgaven onverhoeds mocht blijken. Zulke meisjes, bijvoorbeeld, die iederen Zaterdag tro'uw haar weefcg: eld 'afdragen, maar die — na een inval in gen rendez-vous ervaren wij het — al weken lang niet naar hun werk zijn geweest, lederen morgen gaan zij op. tijd van huis^ op den-.zelfden tijd komen zij, qaasi van haai werkplaats, atelier 'of kantoor, weer thuis. Maar op één avond hebben , zij soms al meer verdiend dan zij anders aan weekl'öon ontvingen. En de rest van haar tijd brengen zij door in een melksalon. T'erwijl de ouders geen «ogenblik kunnen vermoeden hoe ui waai-heid het leven van hun dochtertje is, dat zij vaak aanzien voor een onschuldig, naarstig werkzaam kind. En van ettelijke meisjes, die daax aangehouden zijn, blijkt 'ons, dat zij op deze bedriegelijke wijze feitelijk van ontucht bestaan.

Hoe vaak komt 't ons ook voor, dat wij meisjes in behandeling krijgen, die • blijken herhaaldelijk 's nachts uit te blijven, en van me de ouders 'tgoed-'moedig aanvaarden, als zq bijvoorbeeld zeggen naar een bal te ; ? ; ijn geweest en toen 't toch zoo laat was geworden, maar te zijn blijven rondloopen, of dat zij in 't Park zijn gaan zitten om de zon te zien opkomen ? Dat is bij zulke O'uders toch een lonverldaar'baar gebrek aan inzicht, maar vaak ook een gevaarhjke laksheid, een lakoniek de dingien maar overlaten. Hoe ver dit gaat, blijkt soms uit de gesprekken. Dan komt uit, dat , zij wel vermoeden, wel snappen wat er eigenlijk van aan is, — maar och, ae heeft .een jongen, en als 't , zioo ver 'komt, dat 't noodig is, zal hij haar wel trouwen. — Een jongen? Hoe heet die? — " Zelfs 't meisje weet meermalen niet meer dan zijn A'oornaam: Piet, Hein, Jan. — 'Wat doet hij voor den kost? '— > Vaar-woont hij? — Dat weet zij niet.

En wat te «eggen van een moeder die hier komt spreken over haar dochtertje, van wie zij niet be-'merkt heeft, dat , zij nu reeds acht maanden z.vvaniger is ?

Je staat telkens verbaasd over die g, emakkelijkhei'd, die onbezonnenheid in ^en intiemen omgang van meisjes met jongens in den werkma.nsistand. Een jongen, die 's avonds een wild vreemd meisje met izich meeneemt en te slapen houdt in de woning, van zijn ouders, ' die dit oogluikend toelaten, er_ maar eens. vergoelijkend om lachen. , , We. zijn óók j'Ong geweest". Terwijl zij soms absoluut niets verder weten van. z'oo'n meisje. En 't meisje niets van iziDo'n jongen, dien , zij pas een paar ï< ; eer ontmoet heeft!

Is het niet walgelijk'?

En men zoek'e dit euvel niet alleen in den vverkmansstand.

Ook in de meer gegoede kringen is het niet beter gesteld, al hesch'ikt men daar over geraffi.neerder middelen om het 'kwaad te verbergen.

Ook daar richt de vrij'ere omgang tüsschen de geslachten levensvc'rwoestingen aan.

Ook daar loopen de minderjarige m-eisjes ernstig gevaar.

Tennis-en andere sportvelden, fiets-en motortochtjes, gelegenhieden van verrhakelij'kheid z'o; uden van „geso'igneerde" onziedelijkheid kunnen sprekeii.

Geef O' n s moeders.

Jammerlijk treedt hi.emi'ee het fiasco' der moderne meisjesopvoeding aan het licht. . Men 'ziet in het meisje een söhepseltje, dat voor het genot is geschapen, niet een toekomstige moeder. „Geef lons moeders!" dat is, gelijk Ds Bakker in de „Gereformeerde' Kerk" terecht-opimierkt, de noodkreet der huidige maatschapïpij'.

Op de 'Touw uit een voorgaand tijdperk van beschaving wordt vaak met nünachting neergazien; een huissloof, een minderwaardig, 'wazen, 't Is nog de vraag aan welk soort vrouwen de geschiedschrijver va.n over honderd jaren den eerepalm izal uitreiken.

In ieder geval komt er kentering.

Voor een vijfentwintig jaren was .de uitgave van „HUda van Suylenbung" een heele gebe.urtenis. Dat boek heeft in ons land er 'heel wat toe bijgedragen om de krachten der vrouw tot ontplooiing te brengen, opdat ook zij een plaats innemen kon in de maa.tscha.ppij; daar waar tot dusverre alleen anannen stonden. Dat was de emancipatie, de vrijmaking, van de vrouw. Tial van vrouwen kozen voor studie, kantoor of maatschappelijlc werk. In onze .gpoote steden verbaast men zich wel eens in stilte, wanneer een meisje nog voor de h'uish'oiuding' kiest.

De moderne vrouw vertoont een heel ander beeld dan die van voior vijftig jaren. Kan izij breien, naaien, - koken, huishouden? Ik weet het niet. In elk ge'^al , ziji deelt in het actieve en passieve kiesrecht. Zij spreekt, en prfeekt. Zij debateert en bezoekt conferenties. Alles precies als de mian. Ja, izij rookt. Ook 'al net als de man. Kort geleden verzekerde mij een oude dame, 'die in Londen in 'n hotel gelogeerd had, ^at zij in de oonversatieiz'aal haar plaats 'tüsschen twee rookende joqgiere dames maar verlaten haiA. en tüsschen twee heeren was g'aan zitten want die dames 'bliezen beiden den rook in 't gezicht; maar die beide heeren waren tenminste nog; zoo wellevend den TO'ok ©en anderen fca, nt Uit te blazen. Ik verbaas mij dan ook over één dingj, n.l. dat, waar men den mond vol heeft van so'oiale rechtvaaidig'heid, men 'onzen jongen mannen den algemeenen dienstplicht wel oplegt; en onze jonge meisjes tot dusverre nog laat loopen. Maa, r .... dat z: al zeker wezen, omdat de ontwapeninig toch op handen is!

En nu komen wij zoo langzaimerhand aan het iOpmaken van de balans. Wat is het resultaat van die, ze .zegeningen der emancipatie? Was het nu alles •' werkelijk in overeenstemimin'g met .de natu'ur der [ "vroüAV, gelijk de Schepper die in het schepsel heeft 'gelegd. Zie, meer dan eens vernam men uit het kamp-van die geëmancipeerde vrouwen zelve een teleurgestelde stem, die het erkende, dat de studie toch voor het meerendeel der vro'uwen niet--.het-..: • ideaal is.

Zóó sprak zich de bekende schrijfster, ' "ina' Boudier-Bialfker kort geleden in een werkje, getiteld: • „De moderne vrouw en haar tekort" oojc uit.

We halen enkele uitingen aan: „A'an de hooger scholen doemde op de schare niet-begaafden, zij, ' voor wie geestesarbeid behoefte noch natuur was. En in de mannelijke valdcen traden zonder onder-' (scheiding allen — ook zij wie het natuurlijk levensdoel niet ontging, wie geen financieele noodzaak 'drong.

„Naast die andere onder meer rechtvaardige ' - 'en vruchtdragende 'overwinning der vrouwenbewe-• Iging: de verkrijging van het recht voor de enkele waarlijk begaafden universitaire studie te kunnen volgen en zich aldus een bestaan - te veroveren beantwüiordend aa.n hun aard en aanleg, is er deze Iceerzijde van de medaille, dat nu tevens de weg jgeiopend .is voor de groote menigte niet-begaafden, voor wie geestesarbeid volstrekt geen behoefte, igeen-natóor is, en dus ook geen geluk of vob . doening kan inhouden; die geprest door ijdele Ouders, opgezweept door holle theorieën van onnadenkende kortzichtige enthousiasten, in 't kort: , igedreven slechts door den tijdgeest, blind en doof voor eigen intuïtie denzelfden weg opbollen."

Wat de sohrijfs'ter dan wil? , , , H6t werk waarin onze Itracht ligt." „ledere tijd', ', aegt ze, , draagt

zijn eig'en schuld. Die vaii den onzen is een ontizettende sctald aan de 'vrouw, door haar eigen sexe.... We willen het 'oude terug hebben, gebeven op een hooger plan. .Wij willen een oud ideaal weer oproepen, maar het is niet meer te vesten op oude gronden...”

Wij hebben nU vrouwelijke Kamerleden, gemeenteraadisleden, diominé's, dokters, advocaten. We hebben een leger van onderwijzeressen en leeraressen. 'We - krijgen nog wel vrouwelijke bui'gémeesters' en trechters, .zóó goed als in het buitenland.' Vrouwelijke officieren , zou ook niet kwaad staan, tenminste lals er geen ontwapening komt.

En als wij dan ook weer eens vrouwelijke moeders kregen, wat zouden we dan rijk zijn!

Met den raad, weïk'en hij voorts geeft om de sigarëttearo'Olk'ende meisjes bij' een Friesctoen boer in de köst.lö doen, Icunnen wij' ons niet vereenigen.

Natuurlijk 'meent bïj .dat niet letterlijk.

Maar van .zulke uitlatingen kan men zich Oinifcho'uden. beter

Men.schaadt er gewoonlijk de goede zaak, welke men voorstaat, door.

In haar eigen kring, dopr doeltreffende leiding moeten de meisjes tot verandering komen. Voor paardönmiddelen voelen we niets.

ïroiuwens, de voorname schuld ligt niet bij' de meisjes, m.aar aan den geest der opvoeders. Ook verlange men den ouden tijd niet terug, hoieveel goeds die' ook had.

Maar men z'oièke naar een opvoedingsmethode, geschikt voor onzen veranderden tijd, ontleend aan de beginselen der Schrift.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1921

De Reformatie | 4 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1921

De Reformatie | 4 Pagina's