„Dr Herman Bavinck”, door Dr V. Hepp. Eerste, druk. W. ten Have, Amserdam.

Later dan ik gerekend had, "verschijnt dit eerste stuk. Heeft aulke vertraging in den. regel voor den schrijver iets onpleiizierigs, ditmaal viel het mij tamelijk 'gem.a: kkelijk er mij mee te verzoenen.

Immers werd het 'gïootendeels daardoor veroorzaakt, dat belangrijke gegevens rnij: langen tijd bleven toevloeien. Toen ik meende, dat de maat wel vol zou zijn, kwamen er nog binnen. Zoo achtte ik het raadzaam om zelfs in de gedrulrte proeven nog inlassohingen aan te brenigien. En de Uitgever, ofschoon dit voor hem vermeerdering van kosten befceekendë, getroostte dit oöer gaarne.

Want uitgever en schrijver .zijn het met elkander eens, dat een boek over Bavinck .zoo goed mogelij'k behoiort te zijn.

Over den; : ; aard „vag^^; boek .ziegt ~de „Inleiding";

„Het'wil iZich hiët 'beper'ken to.t ' éë'iff"'levensb e s c r ij V i n g, maar w.enscht ook een proeve te bied.en vim levens b.eo or deeling'.

En dan niet in den zin, waarin dat in oen „In . Memoriam" behoort te-geschieden.

Daarin vragen alleen piëteit en weemoedige hulde het woord.

Elke broedere aanwijzing A^an gebreken zou als dissonant in het accoöi'd van hen, die don g.eliefden doode èeren, mishagen.

Maar hier wensohen we ons voor de volle realiteit te plaatsen.

Wij moeten voortaan .zonder Bavinck optrekken.

Wat hebben wij in hem bezeten? Wat hebben wij in hem gemist? Waarin heeft hij doel. getroffen? Waarin - gefaald?

Hiervan dient - men, - , zich eras tig •'^rêKetfscJmp te geven.

Want het is n#& 'l!^, |énblik''^ïn de balans voor on.ze christelijke actie in het gemeen, onze Gere­ formeerde actie in het bijzonder op te maken.

Met den dood van 'Kuyper en Bavinck sluit zich ^^^en periode af. De behoefte aan oriënteeringi, doet zich gevoelen.

Wij, behooren inzonderheid bij de beoer|iÏOTg*der w.etenschappen, op wier gebied Bavinck zich bewoog, te weten, waarin we hem kunnen blijven volgen .en zijn werk voortzetten, maar ook waarin wij van hem moeten afwijken.

Natuurlijk .zal het aantoonen hiervan aan alle lichtvaardigheid gespeend moeten blijven. Tegenover een figaiux toch als de zijne past piëteitvolle be-- iZionnenheid.

Daarom mag echter van kritiek niet worden afgezien. Elk waarachtig meester verlangt vurig, dat zijn discipelen tot meer dan epigonen zullen Uit-.groeien.

Vooral ligt izulke critiek in de lijn van , Bavinck izelf. Hij stelde als eersten eisoh van wetenschap: eerlijkheid. Wij hebben daarom eerlijk te zijn ook tegenover hem.

En wanneer dan bij deze kritiek de band aan Bavincks innemende persoo'nlijkh.eid isteeds bhjift trekken, wanneer de dankbaarheid voor het anaohtig vele, dat wij van hem erfden, niet verflauwt, .zal het evenwicht tusschen waardeering en kritiek zeker niet worden verbroken en de laatste, ondanks alle verschil .een s-ympathiek karakter dragen..

De eerste twee stukken zullen ongeveer de biografie behelzen, de laatste twee de beoordeeling.

In het ee'ftte S'tuk trachtte ik B-avinck's levensloo'pi te teekenen gedurende de jaren, - vvelke hij: sleet in het ouderlijk huis, aJs gymnasiast en als student.

AVaar deze tijd zulk een vormenden invloed bad op izijn later leven stond ik er uitvoerig bij stil.

De 'hoop, dat dit tot een nog beter begrijpen van B.a'vinck .zial leiden.

Ik vlei mij zelfs, dat enkele mededeeling'en iets van een „onthulling" hebben.

In 'de volgende stuJcken zal dit in nog sterker mate •voorkomen.

Hiermee meen ik aan den voor mijl altijd wat drukkenden plicht eigön weirk aan te kondigen te hebben voldiaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen