GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Sociale belangstelling.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sociale belangstelling.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eer ik in een slotartikel met oen enkel woord uiteenzet, hoe onze houding moet zijn tegenover de velerlei critiek op de christelijke vakbeweging, wil ik Mr V. Beeok Calkoen gaarne 'feleg'^nheid geven, om iets te zeggen O'ver sociale be!angstelling Waar in de discussie over „de kerk en de' eoci.ale q.iestle" zijn naam is genoemd, meen ik, dat hij er recht op heeft gehoord te worden. Hij schrijft het volgende:

Geachte Redactie,

Mag ik in het gesloten debat tusschen Dr Dijk en den heer Heijns, , als opgeroepen getuige nog één. woord .zeggen?

Onlangs kreeg ik een Engelsch boekje in handen over den Heiligen Geest van G. F. Holder M.A., waarin mij deze woorden opvielen:

„Vaak handelt men over de vraag, waarom de „arbeiders niet naar de kerk gaan. Verschillende „antwoorden, alle .zeker min of meer met elemen-„ten van waarheid, kan men hooren. Maar het. „ware antwoord reikt ver terug achter al de ver-„ontschnldigingen. Zij gaan niet ter kerke, omdat „, zij God niet liefhebben. Als zij waarlijk God lief-„hadden, dan .zou een gebrekkige preek, een saaie „dienst, een onvoldoend gebouw hen niet terug-„houden in grooten getale naar Gods huis te gaan.. „Alle uiterlijke middelen om hen te trekken, kunnen „slechts voor een tijd helpen. Want waarom hebben „de menschen God niet lief als ze niet teleurge-„steld , zijn in hun liefde? En als ze teleurgesteld ; , yzijn, ligt dat dan niet aan hen, die den naam „van Christus noemen? Terecht of ten onrechte-„wordt Christus beoordeeld naar hen, die belijden „Hem te volgen. De liefde van God, den Vader „van allen, weerkaatst in de liefde van Zijne uit-„verkorenen, trekt altijd aan. Ik weet van kerken, „die in niets 'uitmunten naar het uiterlijke, maar „waar een trouwe opkomst zijn oorzaak vindt in „de hartelijke liefde van den predikant en in izijn „izelfopofferende dienst voor zijn gemeente."

Ik mag deze woorden wel aanhalen, niet omdat , zij nieuw licht werpen op de quaestie, maar omdat deze woorden uit het buitenland m.i. de kern der izaalc raken, .zoowel met betrekking tot de geheele gemeente in de onderlinge verhoudinger, als met betrekking tot de predikanten en de studenten. Wanneer de heer Heijns mij tot getuigen roept inzake de meening der studenten op de met hen gehouden bijeenkomst, moet ik er dit van zeggen. Bedrieg ik mij niet, dan , zag - hetgeen de studenten zeiden, , niet zoo-zeer op het onderricht, als wel op iets anders: het contact. Hoe kunnen wij, zoo vroegen , zij, oordeelen over wat in de kringen der arbeiders leeft, wanneer we niet met hen in aanraking komen?

Waarom staan de studenten een eind van het gewone leven af? Laat ons heel voorzichtig 'zijn met het stellen van de, ze vraag èn met het geven van een antwoord. Op één punt wil ik wij, z, en. • De groote belangstelling dezer dagen voor „problemen" moge schijnbaar belangstelling in het werkelijke leven zijn, . in waarheid is zij dit niet. Zij komt voort 'uit speculatieizucht, die abstraheert van de werkelijkheid. Men gaat niet in op het leven, .zooals dit zich voordoet, maar begint met een droom-leven naar uitgedachte principes. Dit verkilt de belangsteUing in - het werkelijke leven. Men zoekt .zóó naar de oplossing der maatschappelijke problemen, dat men daardoor verzuimt zich te laten leiden door de liefde tot den naaste in de praktik. Maar wanneer de liefde van Christus wordt als een vu'ur in ons hart brandende, dan wordt, dat vanzelf anders.. Laat ons daarom bidden om de werking van Gods Geest, dan zal het met de „sociale" belangstelling van.zelf goed worden.

A. J. L. VAN BEECK CALKOEN.

Hieraan heb ik weinig toe te vcegen M. l. raakt de heer van Beeck Calkoen de kern der za.alc Onder de studeerenden is dit. verschijnsel op te merken, dat men zich verliest ia een bolangst'^llinjr

voor-wijsgeerige problemea, waarin zich heel wat would-be interesse mengt, en hoe langer hoe verder zich van de werkelijkheid '.rerwijdert. ^n... we moeten tot de realiteit terug. Zeker ni^t zonder beginselen, en niet zonder vaste overtuiging, want wie in de practijk iets wil doen, mcx^t eerst principieel weten, waar hij staat en waarheen zich zijn koers richt, doch bij het leeren kenieu van deze grondwaarheden, en bij het indring^^'n in hetgeen Gods Woord ons leert, hebben wij de werkelijkheid voor oogen te houden, i^oo-als ze is, en ïiiet, zooals grillige fajitasie ze kleurt en verTOrml: Hierin nu ligt de kracht van onze gerefoTraeerde werelden levensbeschouwing. Ze is .'•roo door en door werkelijk. De gereformeerde belijde.iis biedt, ja de vertolking van de waarheid Gods, v^ant die is er eerder dan het gebeuren, maar deze vertolking is tegelijk de formuleering van de werkelijldieid en klopt met het leven, zooals het is. Wie dan ook waarachtig gereformeerd denkt en vüelt, maakt geen scheiding tusschen leer on leven, tusschen theorie en practijk, tusschen dogma en niystiek, tusschen principe en realiteit, maar in mjii belijdenis ziet hij de weerspiegeling van het werkelijke om en in hem, en door dat belijden ivordt Mj lot de realiteit en de praktijk gedreven.

Zoo ontstaat ook de sociale belangstelling.

Zeker als vrucht van Christus' liefde in ons.

Maar ik zou er liever iets anders aan toe­ voegen.

Deze factor drukt mij te eenzijdig het subjectieve uit.

Voorop moet gaan de erkentenis van het recht Gods, en het zoeken van Zijn gerechtigheid, en de heilige eerbiediging van dat recht moet de drijfveer wezen. En nu weet ik wel, dat recht en liefde geen tegenstellingen zijn. Ik weet wel, dat, wanneer als motief de liefde tot •l? n naaste op den voorgrond gesteld wordt, deze liefde aeosiend dient om Gods wille, en we zoo toch W33r b'j ziju recht kunnen uitkomen, maar het is goed, dat wij in deze tijden de echt-gerefomïeerde gedachte op den voorgrond plaatsen, dat het in alle - : o? iale actie gaat •om 's Heeren recht. Hier komen !> armhVirrigheid en mededoogen niet h.et eerst aan 't woord. Goi eischt van ons, dat wij in de sociale verhcudingf»n Zijn gerechtigheid zullen najagen, en.... daa.'-uit moet de sociale belangstelling opkomen. En zeker, wie geleerd heeft voor Gods recht te buigen, kent Hem, Die aan dat recht heeft voldaan, en in zijn ziel is de liefde van Christus tot een - ^iiur geworden, maar die liefde richt zich eerst op de gerechtigheid Gods, en op Zijn eer ook in net sociale leven.

Dat principe moet op den voorgrond staan.

Gods souvereiniteit moet ons leven beheerscüen. Wij moeten meer gereformeerd leven en denken, en m. i. is dit een fout van onz^n tijd, dat dat grondprincipe niet krachtig genoeg leeft en werkt. Wij arbeiden en ijveren en stellen belang veel te veel uit subjectieve overwegingen cm of zichzelf prijzenswaardige zieleneiging. Bewogenheid en mee. voelen geven te veel den toon aan. En zeker, die kunnen niet gemist worden, maar wanneer we in onze sociale actie, en ook blv. bij don evangelisatiearbeid, deze factoren tot eer.'.te krachten verheffen, raken we uit den koers, en zeilen we den ethischen kant uit. Wij moeten gereformeerd blijven. Vooral in onze motieven. En dan is er geen sociale belangstelling mogelijk, wanneer niet in de harten leeft de diepe overtuiging van het recht Gods, en Zijn souvereiniteit het deok'^n en willen en doen beheerscht!

Dat is de kracht van het Calvinisme geweest. En het geheim zijner overwinning. Men leze er het bekende werk van Troeltsch maar op na.

Tot dien kern der belijdenis moeten we terug. Ons hoofddógma moet meer in het middelpunt staan.

Ook bij onze studenten.

Dan is er opwaking en herleving en reformatie mogelijk, en worden we als vanzelf tot de werkelijkheid en den arbeid gedreven, want i.n deze belijdenis liggen naar het woord van Troeltsch „nach allen Seiten Antriebe zur Aktivitiit, zueinem vollen Einsatz der Person in die Well-and Gemeinschaftsaufgaben, zu einer rastlpsen, einrirmgenden und gestaltenden Arbeit".

K. D.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Sociale belangstelling.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1922

De Reformatie | 8 Pagina's