GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ook iets over „het huisbezoek”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ook iets over „het huisbezoek”.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de twee voorgaande artikelen werd, 'ii amslaiti.ii; met een vroegere reeks, rewezon op de sociale roeping en ook wat het huisbszoak oischt: zioIiriiGde. Hoe men verder zooveel mogeliji; Gods Woord moet laten spreken.

III. (Slot.)

Bij het huisbezoek ontm*et een opziener ook gezinnen, waar hij merkt, dat de onderlinge verhouding te wensdhen overlaat, naast gezinnen waar een heerlijke harmionie ouders en kinderen vereenigt.

De laatste z.ijn voor de ouderlingien oases, die ze wel gaarne bezoeken en die toch het minst bezocht worden. Had Israël op .z.ijn woestijnreis oiok niet meer Mara's dan Elims? Sprak onze gezegende Zaligmalcer niet, dat zij die .ziek zijn den Medicijnmeester van noode hadden? Riep Hij het .zijn jongeren niet toe: Uit te gaan in de heggen en stegen om het afgedwaalde te zoeken?

Zoo heeft ook het werk van de opzieners vaak het karakter van opzoekende en dienende liefde.

Die karaktertrek van het huisbezoek vraajgt ook .zielkundige kennis. Menschenkennis. Doet , zoeken en vragen — niet tot de personen doch voor zichzelf — naar de oorzaken van verwijdering tusschen ouders en kinderen, tusschen familie en familie, en leden van het gezin onderling.

Het .zielkundig probleem wordt ons zoo vaak duidelijk als wij letten op den oudsten , aoon in de gelijkenis luit JJukas 16. Hoe vaak, is gekrenkte eigenlieifde niet oorzaak van'verwijderirig; een verkeerd verstaan van elkander niet bron van leed en lijden; een verschil in karakter, van inzicht, van geaardheid soms, middel om tweespalt te brengen.

Moet een opziener zich daarmee bezighouden?

Raakt het hem, wanneer er oneenigheid is tusschen twee broeders?

Of, moet hij .zich enkel beperken tot de personen, die aan .zijn opzicht zijn toevertrouwd?

En als hij nU weet, dat een broeder of zuster niet tot den Disch des Heeren komt, omdat er een veete is, gaan de opzieners dan vrij Uit, enkel met te zeggen: gij moet u anet uwen broeder of .zuster verzoenen, of heeft hij een roepinig te veryuUen om te trachten den vrede te herstellen?

Is voor hem ook hier van toepassing: breng de Zioodanigen terecht?

Wanneer dan een der betrokken personen eens tot hem zQiu zeggen: wat gaat het u aan? waar moeit gij ü mee?

Dat moet natuurlijk voorkomen worden.

De eer van het ambt gebiedt ziilks.

Daarom is ook noodig: menschenkennis, studie van karakter, 'om het .zielkundig probleem tot klaarheid te brengen en den vrede te bevorderen. Er moet bij beide partijen bereidwilligheid zijn. Hoe dit te ontdekken?

Allereerst bij de(n)gene die tot de eigen wijk behoort de vraag gesteld: of er bij hem (haar) vergevingsgezindheid is. Dan een nauwkeurig nagaan van den geestelijken achtergrond; een voorzichtig zoeken' en tasten, door op eonige gegeven, die het oor opVing, een veronderstelling, te bouwen, waarmee getracht wordt de diepte van het geschil te peilen. Een zoeken van de reden der verwijdering; een beschrijving van het karakter; is het een hooghartig man, een eigenzinnig mensch, een moeilijk of slecht te benaderen zuster; iemand met vooroordeelen, een opvliegende natuur of een .zeer lijdzame geest; moet met beide partijen afzonderlijk of gelijktijdig gehandeld worden; moet voorbereidend gewerkt worden, en dan zóó, dat een of beide partijen eigener beweging zich tot de ander overbuigt, óf moet een derde de handen ineen leggen? Allemaal vragen, die alleen grondige kennis der feiten en karakters eene oplossing doet zoeken, en — met Gods hulp, in het bewustzijn van eigen onmacht doet vinden.

Ook kan het .zijn, dat br.s-ouderlingen geroepen worden om den wille van de eer van een der partijen op te treden. Dan is het, hoe moeilijk het vaak ook valt, plicht, bestraffend tegen den een, vermanend tegen den ander op te treden; te .zoeken naar wegneming van het geschil, of eerherstel mogelijk te maken. Regels te geven, hoe te handelen, het is zoo moeilijk. De .practijk zal hier leerend optreden.

En dan — het huisbezoek dient niet alleen tot opscherping der onderlinge liefde, ook de opvoeding der kinderen, die als doop] eden staan onder het opz.icht der Kerk, moet een onderwerp .zijn, dat de opzieners durven aanroeren. Voorts de verhouduigi tot de Kerk, het vereenigingsleven voor de jongeren, hebben recht op gedachtemvisseling en eindelijk, maar niet het minst: de persoonlijke verhouding tot God.

Waarlijk, dit laatste is het aangenaamste van het huisbaaoek, wanneer er gevonden wordt een ootmoedig, kinderlijk g.eloof, \ waar dan óók de opiZ.ieners leeren en versterkt worden. Wanneer een eenvoudige broeder lOf iZlusler, zoo uit de volheid van het gemoed getuigt van de liefde des Heeren tot hem, of een .aaster getuigt van Ggds trekkende genade en het vergund wordt te juichen lOver de wonderlijke leidiugen des Heeren.

Ook hier is weer noodig: Schriftkennis, karakterstudie en menschenkennis.

De izwaarmoedige, de bekommerde, die in haar of (zijn sentimenteelheid steeds „in de put" zat, en zich niet kon verblijden, die „geen uitz, icht had"; die zich „de, igroote genade, dat Jezus Christus de wereld met God verzoend had, niet dui-fde toeëigenen", die voor elk H. J\vondmaaI in bekommering zit of het heilsfeit wel waar en waarachtig: levende w'erkelijkheid is, voor hen persoonlijk is geworden.

Deze broeders en .Zusters zijn zoo moeilijk te troosten, te steunen of te helpen. Zij blijven altoos en te lang bij zichzelven staan. Noem hen alle beloften Gods, wijs hen op de Bijbelheiligen, mer leven ook niet altoos was een wandelen met God, schilder hen het kleingeloof van Petrus als hij wandelt op de zee, en hoe er toeh geloof .is, zeg hen, naar luid van den Hebreër brief, dat Jezus Christus gisteren en heden en tot in der eeuwigheid dezelfde is, dat Hij ook hun Zalijgjmaker wil «ijin, wanneer , zij, zich bereidwillig en schuldbewust voor Hem neerbuigen en Zijn Koningschap erkennen, en ge zult het blijven hooren: ik durf het niet aan te nemen. Daar moet een bijizondere lichtstraal uit Gods Woord over hun «.iel vallen, zullen ze, van aiohzelf verlost. God niet laager de wet stellen hoe Hij hen tot Zich brengen moet. Zij spreken over do noodzakelijkheid der b e k e e r i n g, en hebben g e - loof van noode.

Er kunnen ook andere sentimenteele typen gevonden worden. Personen, die leven bij stem'ming'en. Nu eens op de bergen, dan in de donkerste diepte der mijnen. Zij leven in vrees of hoop, in blijdschap en verrukkinig of in groote droefheid. Nu eens roemen ziij in de genade Gods ook aan hen geopenbaard, en op de vraag hoe het hen geestelijk gaat, antwoorden izij; van ganscher harte en volmondig: best. Een paar maanden later klagen , zij over donkerte en duisternis; over een verwijdering tusschea God en hun ziel. Over het algemeen, in gezonde dagen, leven zij rustig en tevreden. Zij hebben veelal het heerlijke gevoel: wel, JezUs heeft voor mij voldaan, waarom zou ik mij ongerust maken. De klacht, dat .zij niet God dienen als zij; schuldig .zijn te doen, wordt zelden of nooit vernomen. Zij zijn ijverig in goede werken, altoos vol goeden moed en weten door hun opgewekt humeur rond zich een aangename atmosfeer te scheppen.

Men bomt zooveel verschillende karakters teg; en, neem bijv. nog maar het „bazige". Bew'ust of onbewust is het-altoos bazig; , invloed, macht uit te oefenen. Zij oordeelen, hun oordeel is altoos in eigen oog juist. IJverig — onnaspeurlijk waar isij den tijd voor allerlei arbeid vinden. Zitten in tal van vereenigittgen en .... meenen dan wel eens het alleen te weten. Voor anderen, minder vlug'ge looperg, onaang'enaami, daar zij zichzelf igraag ten voorbeeld stellen. Hoe dezulken te behandelen? Hecht op het doel afgaan. Dan worden zij: óf boos of — komen tot nadenken. Het eerste is haast altijd izeker. Dan heet het, dat zij verkeerd beoordeeld worden. De igroote vraag voor de opzieners is dan wel: is hun arbeid uit liefde voor Christus of zoeken zij zichizelf, aooals. we zoo vaak onbroederlijk veronderstellen? Hoe dit weer te weten?

Ook hier dus een zielkundig probleem.

Hier ligt aoo'n ernstige waar'scliUwing om voorzichtig te iZijn. Om de woorden wèl te overwegen, om niet noodeloos te krenken of pijn te doen. De voelhorens van den opziener moeten den we; g vinden tastend en •zoekend: Het oor .jnoet O' .zoo scherp luisteren om te ontdekken, welke klank behiisterd mag worden. De omgeving moet worden opgenomen, of in den naiuwen familiekriug die ijver buitenshuis ontwikkeld gewaardeerd, dan wel anders gezien en beoordeeld wordt. Opgelet dient lOf er naast den ontwikkelden ijver is: een geduldig luisteren naar, een teedere aorg voor degenen, die in den nauwen, kleinen kring allereerst aanspraak mogen maken en een beroep doen op den persoon zelf, dan wel of de belangen dezer huisgenooten des igeloots verwaarloosd worden voor den arbeid in yereeniging, en buitenshuis.

Er aou nog wel meer te zeggen en te vragen zijn over het aielfcundig probleem, dat een opziener heeft te leeren kennen. Maar, wie is in staat alle verschil in karalcter en geaardheid weer te geven? En dan — elk kind van Giod heeft een eigen weg waardoor hij of waarlangs aij, in dit tijdelijk leven, gebracht wordt tot de poort des Hemels.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1922

De Reformatie | 4 Pagina's

Ook iets over „het huisbezoek”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1922

De Reformatie | 4 Pagina's