GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS - SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS - SCHOUW.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geen kijktoren.

De kansel geen kijktoren, aoo plaatst Ds C. Lindeboom boven een artikeltje in „N.-Holl. Kerkbl." Hij heeft het over menschen, die wegens ziekte een paar weken niet in de kerk , zijn geweest en er nü den predikant een verwijt van maken, dat hij hen nog niet kwam bezoeken.

Eveawel — broeders en zusters, die bezoek verw ichten . van huii predikant, alléén omdat ze een paar Zonl^igen niet ter kerk kwamen, zien de zaak toch verkoecd in, Zij' sciiijnen uit te gaan van de gedachte, dat de kansel ©en kijüoren is. En dat is zoo niet.

Ete prediker, die den kansel beklona, om de i; eme-; nte. - voor te gaan in dankzegging en gebed; wiens zie] vervuld is van bet Woord Gods, dat hij haar moet verkndigen, h«e£t inderdaad wel wat anders Ie doen < Ian controle te oefenen, wie al of niet tegenwoordig zijn. Ook voor hem is het gevaar afgeleid te worden aj groot Renoeg, dat hij', in stee van nieuwsgierig te onderzoeken wie hun plaats hebhen ledig gelaten, te waken heeft dat zijn gedachten nigt worden verstrooid. Is uet kerkgebouw klein, en de predikant scherp van •. ezicht, och, dan valt 't vanzelf in het oog wie er worden gemist, zonder dat hij daaraan cpzettelyk aand: chl wijdt.

De meeste onzer kerkgebouwen hebhen echter — ook al zijn het geen kathedralen — zulk een omvang, dat het controleerend overzien van de schare eenige inspanning vraagt, en •— héél goede oogen.

Zon het daarom niet beter zijn, dat allen, die tengevolge van ziekte verhinderd zijn op te gaan, niet langtr den kansel als kijktoren beschouwden, maar van liun o-ig'-steldheid even bericht zonden aan den Dienaar üos .Woords.'

Wie daarvoor zorg draagt, zal — hiervan zijn we zeker — niet behoeven te klagen over het uitblijvon van ambtelijk bezoek.

En — daarvoor te zorgen^fs immers naar de Scarift? „Is iemand krank onder u ? Dat hij tot zien r 'y e p o ; de ouderlingen der g(emeente, en dat ze over liem bidden". Jac. 5:14.

Worde in deizö gehandeld naar de Schrift.

Er waren nog erger gevallen te noemen.

Daar izijn er, bij wie iets zit, die iets hebben tegen broeder of iziuster, en niet den weg der liefde, door den Heiland aangewezen bewandelen, maar hün heil aoeken in het ledig laten van htm plaats in de kerk.

Dan moet dominee hen opzjoeken. En zij zullen hem als eisch stellen: vóór gij hen, die mij beleedigd hebben •tot het bekennen van schuld hebt gebracht, z, iet gij mij niet in de kerk.

Daar zijn er

Ja er , zijn nog veel ongezonde toestanden.

Het 'uit de kerk blijven wordt vaker als dwangmiddel gebruikt.

Er werkt nog zooveel oiude zuurdeesem ook in onze kerken.

De derde preek.

In „De Wachter" vonden we de volgende ontboezeming van Ds Datema, die daarin .zijn brieven aan zijn vriend-Sufridüs plaatst.

Zondagavond had ik nog een liefelijke verrassinj. De vrienden uit Serooskerke bidden miJ gevraagd om een opwekkend woord. Gaarne. Het c-pieken of preeken gaat doorgaans het gemakkelijkst en a.Li)< ^enaamst voor de derde keer, dan is de wagen goed jn het smeer. Is toen er .doorgaans heelemaal in. Gait alles schier vanzelf.

Ik heb weleens andere oordeelvellingen gehoord. De gewoonte van driemaal kerkdienst. te houden is in Zeeland nog niet geheel ^uitgestorven. 'Gelukkig behoeven de predikanten maar tweemaal in de bediening voior te gaan.

De derde maal wordt dan leeskerk gebcftiden.

iMaar in de overgangsperiode kostte het heel wat mioeite sommigen kerkeraden aan het verstand te brengen, dat de derde dienst niet van den predikant mocht wiorden gevergd.

Eens moet .zoo'n zaak op de classis .gijn behandeld.

De afgevaardigden van .zekere kerk bleven er bij: de dominee moest den derden dienst vervullen.

Toen sprak de praeses: broeders, je' vermoordt je dominee.

'Goed, dat Ds Datema geen praeses was en dat ook de broeders niet wisten, wat hij in 1922 aan S'ofridus toevertrouwen , zOu.

In onzen tijd kan zoo'n passage als van Ds Datema niet aooveel kwaad meer stichten.

Men glimlacht eens en Datema. zegt: dat is weer echt Ds

Hoewel voorzichtigheid ook in deze dingen geen kwaad kan. I

Men moet oppassen op sommige plaatsen de reactie niet in de hand te werken.

Ook dáár.

Zooals men weet, schreef Dis Schilder in de „Geref. Kb. voor Gorinchem" over het „g|ejouw" bij' de Oud-Gereformeerden. Hiji heeft in hetzelfde blad thans deze droeve aanvullingi:

Dezer dagen kreeg ik een brief uit Hilversum, waarin 'in verband met het artikel „Uitjouwen" in ons vorig nummer, mfl verzekerd wordt, dat ook onder de predikanten der Chr. Geref. Kerk er meer dan één zijn, dïe zich aan de onbehoorlijkheid van het j e en j ij zeggen tot God, schuldig D : k'n. Zelfs werd één der docenten van die kerk genoemd, die soms eraan meedoet als hij preekt. Die doz-enten, zoo weet men, moetien predikanten voor die kerk opkweeken.

Het spijt me, dat ik deze dingen hooren mDet. Het valt me werkelijk tegen. En ik "eloof nog, gra.ag, dat de met name genoemde predikers uitzonderint'en zijn In dien kring. Maar in elk geval bewijst de mededechng van mijn briefschrijver de juistheid van mijn bewering, dat het gevaar groot is, om, als men begint met het uïtroepen van beginselen, die geen beginselen zijn en geen scheuring wettigen, strxks z'n kracht te zoeken in o p z e 11 e 1 ü k eeforöeerde en aanvaarde verschilpunten, die niet kunnen bestaan voor de rechtbank van wet en geweten, doch alleen moeten dienst doen om een verschil, dat men zelf maakte, te bewaren en te beveatïgen tegen de nijpende vraag van hen, die onderzoeken naar het wezen der onderscheidingen lusschen de Gerefonneerden in Nederland.

Donkere cijfers.

„De Waarheidsvriend" bespreekt de, cijfers, welke de „Nederlander" , gaf als resultaat van de laatste volkstelling. I ' •

We hebben dus nu een overzicht van den godsdienstigkerkelijken toestand van ons volk, door de getallen van de laatste tien-jaarliiksch© volkstelling.

Welke getallen we duidelijkshalve ook zóó kunnen

groepeeren: Protestanten Roomschen Israëlieten Kerkloozen 54.96 "/o van de bevolking. • 35.60 % v, an de bevolking. 1.67 "/(, van de bevoUdng. 7.77 "/o van d© bevolking'.

Zóó staan dus de verhoudingen: bijna 55 % van de bevolking is prolestantsch; 351/2 "/o is Roomsch; mini IV2 % ïs Jood en.7.77°'o is zonder kerkgenootschap.

Wat weer doet vragen: hoe stond dat in 1910? Zijn we vooruit of zijn we achteruit gegaan wat betreft het igodsdienstrg-kerkelijk leven, vin ons volk?

En dan zeggen de cijfers ons, dat het tien jaar geleden in zekeren zin gunstiger' was dan 't nu is. W, ant in 1910 w, aren de verhoudingen aldus:

Protestanten 58.18 ».^o (nu 5.1.96 ^, Vj. R.oomsc, hien 35.04 »/o (nu 35.60 "/„). Israëlieten 1.81% (nu 1.67 0/0I. Kerkloozen 4.96 "./o (nu 7.77 °/o).

Zij, die tot geen kerk willen bchooren, zijn dus in aantal sterk gewassen en wel met 2^/^ %. Waren er viioeger ongeveer 5 op elke honderd, nu zijn er zoo wat 8 op elke honderd 'inwoners, die zeggen van geen Kerk te w'illen weten.

Dat is een idonkei'e vlek bü dit cijfercomplex, een donkere vlek in ons volsleven ook.

Natuurlijk is het waar, dat er vroeger ook duizenden en du'izenden waren, die nergens van wilden weten, evengoed als nu. Maar men kwam er niet zoo openlijk voor uit. Men bleef ook no" '"•makkelijker hangen in en aan de Kerk waar men gedoopt was.

Nu is men wat brutaler oeworden en nu schrijft toen het zonder aarzeling: ik behoor tot seen kerkgenootschap I

Of dus in w e ï k e 1 ü k h e i d de toestand zooveel erger geworden" is, dan het 10 of 20 jaar geleden was, is zeer de vraag. Wat baat het. of men uitwendig nog met één draad blijft hangen aan een Kerk, waarmee men toch niets te doen wil hebben?

Maar in elk geval hebben hel nu verscheidene duizenden méér dan vroeger, zwart op wit geschreven: wij hebben gebroken met de Kerk!

Of het zeer de vraag! is, dat de toestand in werkelijkheid eriger is dan vroeger is zeer de vraag.

Ik igieloof, dat de ontkerkelijking en ontkerstening hand over hand toeneemt.

Bewijzen hoop ik later daarvoor aan te voeren. Laten wij ons niet paaien met een schijn! Laat ons het rauwe heden aandurven! Vooral in de groote steden.

Omtrent de steden trekt „De Waarheidsvriend" de conclusie: '

Daar klopt het hart van het volk. Daar zien We eigenlijk eerst recht, noe het met het VOIK staat. D'anr vailen doorgaans de beslissingen. Zooals het daar politiek, zooals het daar kerkelijk staat, zóó is in doorsnee de werkeltjke toestand.

Nu hebben we do cijfers van de volkstelling, wat betreft de groote steden, niet tol onze beschikking. Alleen door een bericht in „De Nederlander" weten we hoe 't in Amsterdam staat.

De cijfers ziJn de volceude:1900 1910 1920 Protestanten 58.91 53.71 54.S2 Hervormden 41.54 35.21 29.48 Roomschen 23.49 23.54 22 60 Geref. Kerken 4.35 5.84 4.91 Kerkloozen 5.90 11.81 21.73

Verschrikkelijk is hierbij het. onrustbarend toenemen van het petal dergenen, die tot geen kerkgenootschap behooren.

Want al zullen het Relukkig niet allen menschen 'zijn, die van God en Zijn dienst niet meer willen weten (er zijn toch' ook menschen, die niet tot een Kerk behooren wiüen, omdat ze zich voegen hïi een of andere godsdienstige onkerkelijke groepeering van geestverwanten), , toch is het vreeselijk, dat, waar in 1900 ongeveer 6 "/o (G op de 100) „kerkloos" waren, in 1910 dat reeds ongeveer 12 op de 100 was geworden en uu, in 1920, zelfs een aantal van bijna 22 op de honderd officieel verklaren tot geen kerkgenootschap gerekend te willen worden.

Dal gaat hollend achteruit.

Brutaal ïn de richting van „ge-sn God ein geen meester 1" Daarbij doet het droevig aan, dat de Herv. Kerk in 20 jaar van 4H/2 "/Q geslonken is tot 291/2 "/o-Waar dus 'in 19Ü0 nog 411/2 mensch van elke 100 tot de Hervormde Kerk behoorde, is dat nu slechts 29ya van elke 100 Amsterdammers.

Zeker! vroeger waren er duizenden en duizenden, die zeiden Hervormd te ziJn en eigenlijk „niets" waren; terwijl zullce menschen nu openlijk verklaren tot geen kerkgenootschap te willen behooren of naar een ander kerkgenootschap zijn overgegaan. In zooverre scheen hef, vroeger dus mooier en grooler dan hel werkelijk was. En alzoo is in werkelijklieid do verandering en de vermindering minder groot dan het fhijut. Maar, dat neenit niet weg, dat de cijfers klaar am den dag brengen, dat de Hervormde Kerk in Amsterdam haid achteruit is gegaan, waar in 20 jaar het getal vun 41^/2 per honderd gedaald is op 291/2 per honderd.

Natuurlijk is hel niet waar, wat de moderne kerkelijke pers zal zeggen (m'en kan 't op z'n vmgers narekenen, dal de vrijz. Hervormden zoo'iets zeggen zullen), dat de oorzaak van hel verval der Herv. Kers te Amsterdam hieraan ligt, dat men aldaar geen vrijzinnige predikanten wil beroepen.

Want als men een gemeente om hals wil helpen, moet men voor een vrijzinnige prediking zorgen I m

Laat K.-Holland, Z.-Holland, Friesland, Groningen, Drenthe 'maar getuigen.

Laat stad en dorp in deze maar spreken.

Dus daar ligt de oorzaak niet. Juist waar een prediking gevonden wordt naai" het Wooid, Vindt men nog de meeste belangstelling. Laai stad en dorp maar ten bewijs dienen. ' ; ! ^. ; .. J e a

De oorzaken liggen ergens anders.

In de ongelukkige positie, welke de Herv. Kerk als Kerk inneemt. W.at velen van haar vervreemdt. Ook in de weinige arbeidskrachten, welke voor zoo'n ontzaggelijk 'groot arbeidsveld beschikbaar zijn. En in de omstandigheid, dat we leven in dagen van roekeloosheid, Godverzaking en wereldcezindheid, waarin velen het aandurven om openlijk te verkondigen: er is geen God.

Niet alleen de Hervormde Kerk is. te Amsterdam achteruit gegaan, hoewel zij in de sterkste mate.

Ook de Roomschen zijn afgenomen; van 23^/2 "/o zijn zij geworden 22V2 "ia-(Waar er dus per 100 nu 29V2' mensch lot de Herv. Kerk behoort, daar zijn er 221/2' per honderd, die Roomsch zijn I).

Ook zelfs de Geref. Kerk is in de vermindering en is van 5.84 7o gedaald op 4.91 "/Q.

En de kerkloozen zijn.... verdubbeld.

Storle de Heere nog uil van Zijnen Geest en stoote Hij arbeiders uit in Zijn wijngaard!

Dat de Kerk zich bekeere t'd den levenden God en dal land en volk nog in dezen dag bekenne, dat de Heere waardig is om gediend en gevreesd te worden naar Zijn Woord!

ViO'Oral dat cijfer omtrent de GerefO'rmeerden laat ons niet los.

Het schreit.

Ook dit is een nader onderzoek en breedere bespreking in dit blad waard.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1922

De Reformatie | 4 Pagina's

PERS - SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1922

De Reformatie | 4 Pagina's