GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ongeloof en Revolutie.

In de Amerikaansche „Wachter" wordt er aanmerking op^ gemaakt, dat in een Nederlandsch blad de uitgever Kok te Kampen een underta'Jver wordt genoemd.

„Hoe vreemd klinkt dat toch in onze ooren, naardien • dit woord onder ons echier uitsluitend . gebruikt wordt in den zin van lijkbezorger, " lieet het in de toelichting.

Het is dan ook beter, dat 'men op z'n Hollandscli den ondernemingsgeest van den 'heer Kok prijst.

Toch heeft hij met de nieuwe uitgave van Groen van Prinsterer's meesterwerk „Ongeloof en Revolutie", bezorgd door Prof. Diepenhorst, wel wat van een undertaker weg.

Deze bewerking toch - is van dien aard, dat er naar vorige uitgaven weinig meer zal worden gegrepen.

Achter deze uitgave zit een sterke wil.

Prof. Diepenhorst begint, zijn „voorwoord":

Ongeloo; f en Revolutie van Groen van Prinsterer moet door ons Christenvolk gelezen en bestudeerd worden."

En mij dunkt, hij 'heeft op dat „moet" alle klem gelegd.

Hij wil ons Christenvolk tot lezing en Jj'estudeering als het ware persen.

Hij wil de lectu'ur van dit doorwrochte boek zóó vergemakkelijken, dat men er kennis van moet nemen.

Groen van P'rinsterer schreef niet populair. Vandaar de voorsprong, die Knyper al dadelijk o-p hem had.

Maar nu is het de wensch van Prof. Diepenhorst om zijn hoofdwerk in den gunstigen zin van het woord te populariseeren.

Krachtig heeft hij het snoeimes gehanteerd, om het overtollige, dat bij het huidige geslacht belemmerend op het, lezen werkt, af te snijden.

De coupures zijn niet gering.

Ik heb een uitgaaf voor mij liggen, die 413 bladzijden telt.

Prof. Diepenhorst heeft die teruggebracht op 261 bladzijden van ongeveer gelijke grootte.

Dit moet hemi als wetenschappelijk man wel een oogenblik jeed hebben gedaan.

Maar wilde hij zijn doel bereiken, dan k'on hij niet anders.

Hij moest dit offer brengen.

Van de wijze, waarop hij zijn taak heeft opgevat, ' geeft hij in het genoemde „Voorwoord" als volgt rekenschap: De studie van Groen van Prinsterer's' boek

„wordt voor velen bemoeilijkt, zoo niet onmogelijk gemaakt door den mioeilijfcen vorm, waarin de voorlezingen zijn gekleed, door de talrijke lange • aanhalingen uit buitenlandsche geschriften, door de

telkens voorkomende toespelingen op personen en zaken, waanran de heugenis bij het tegenwoordig geslacht uitstierf. Getracht is deze bezwaren op te heffen door een nieuwe jing^ijpende bewerking. Groen blijft in dit boek gpreken, zoo veel mogelifk ' ' is ' de oude tekst .bewaard. .Waar in den tekst inlasschingen geschieden, wordt dit door plaatsing tusschen haakjes kenbaar g: emaakt. Door korte saamL vatting van beschouwingen, die voor pnzen tijd minder actualiteit hebben, door getrouwe overzetting van de in vreemde taal gpstelde uitspraken, door eene uitvoerige inhoudsopgave bij iedere voorlezing, door veelvuldige kantteekeningen en verklarende aanteekeningen is gepoogd de aantrekkelijkheid te verhoog; en. Ook het j.iitvoerig naschrift zal, naar wij hopen, ten goede komen aan het doel, dat uitgever en schrijVer zich bij deze bewerking stelden. Dat doel is aan al onze meelevende mannen en vrouwen, niet het minst aan onze Christelijke vakorganisatie, een boek te geven, dat principieele teerkost biedt op den levensweg."

De kenners van vorige uitgaven zullen misschien weleens betreuren, dat juist dit of dat, dat hen bijzonder had getroffen uitviel.

De „Gereformeerde jKferk" liet zich reeds in dezen geest uit.

Maar dat is nu eenmaal niet te vermijden.

Aller instemming gelukken. te verwerven . zal wel nooit

Mannen van studie zullen de oudere drukken wel telkens opslaan.

Doch ons volk moet deze lezen.

Het zal hun „verdieping en belijning" geven.

Ook voor het kerkelijk leven is bestudeering, daarvan nuttig.

De hoofdstukken over „Hervorming" en „Ongeloof" b'.v, hebhen voor een goed kerkelijk inzicht groote waarde.

Ze bieden tegen de beschuldiging van Roomsche zijde geuit, als 'zou de Revolutie de konsekwentie zijn van de Reformatie, deugdelijk verweer.

Ook de aantijging, als zou de Scheiding en inzonderheid de Doleantie een revolutionair karakter hebben gedragen, kan taet de karakteristiek van de Revolutie, welke hier wordt gegeven, overtuigend worden bestreden.

Het „Naschrift" van Prof. Diepenhorst, dat bijna 60 bladzijden beslaat, trekt de lijnen van , , Ongeloof en Revolutie" tot op onzen tijd door. Het is pittig gestyleerd.

In deze uitgave heeft men tevens een van de manieren te zien, waarop onze Vrije Universiteit tot het volk komt,

In een volgenden druk zou ik' gaarne eenige archaïsmen zien verdwijnen. Men vindt hier nog „beginsels" in plaats van „beginselen", „anarchieke" in plaats van „anarchistische", „het goddelijke recht" in plaats van „het goddelijk recht" en zoo meer. In dat opzicht valt het werk soms uit den toon van onzen tijd.

Moge Prof. Diepenhorst de moeite, die hij zich getroost heeft, ruim beloond zien.

Want nooit mag in vergetelheid raken het boek van. den vader der anti-revolutionairen, dat zoO' schoon eindigt:

„Om' de wereld te overwinnen, is het noodigj vooraf in ons eigen gemoed .de overleggingen ter neder te werpten, en alle hoogte, die zich verheft tegen de kennisse Gods, en alle gedachten gevangen te leiden tot de gehoorzaamheid van Christus. Laat ons in het oog houden, dat aan dönl kreet „kom inijno ongeloovigheid te hulp!" het: • „ik geloof, H'eerel" voorafgaat. Laat ons nooit vergeten, dat geenerlei 'werkzaamheid in de schatting van den Kenner der harten waardij heeft, indien, ze niet geheiligd wordt door de tweeërlei bede: „'wees mij zondaar genadig!" en: „mijne ziel kleeft aan het stof; inaak mij levend naar uw Woord."

De volkstellinfl en üe ChristelUke Gereformeertlen.

Dezelfde ervaring als wij met onze kerken hebhen de Christelijke Gereformeerden opgedaan.

Volgens de volkstelUng van 1920 zouden zij 49.908 zielen tellen en bij 1909 vergeleken met bijna 6.000 zielen zijn achteruitgegaan.

„De Wekker" acht het opgegeven zielental te ho.

Onze kerk telt g: een 50.000 zielen. Diat bewij'zen duidelijk de opgaven van de groote steden. Volgens de opgaven van 1920 zou

Amsterdam 3.326 Christel. Gereformeerden Rotterdam 5.072 „ „ Den Haag 2.886 Utrecht 927

hebben. En in ons Jaagboekje vind „ik ;

Amsterdam) geen opgave Rotterdam 1640 zielen Den Haag 475 zielen Utrecht 750 zielen

Een bewijs dat de cijfers der Volkstelling door allerlei oorzaken geen zuiver beeld van de werkelijkheid geven .

Het verschil, vooral 'voor Rotterdam' en 'den Haag, is nog al aanzienlijk.

Voor deze uiteenloopende opgaven is moeilijk een andere verklaring te vinden, dan dat leden onzer kerken, die uit de actie van '34 stammen, iiQg altijd invullen: Christelijk Gereformeerd.

Welk een taai leven hebben oude benamingen toch!

En: wat blijven velen bij het verleden staan!

Neo-Malthusianisme.

Op de vergadering der Vereeniging voor de Staathuishoudkunde en de statistifïk, voor enkele weken gehouden, was een sterke strooming voor de verderfelijke praktijken van het neo-malth'usianisme, waartegen onze jongste Synode zulk' een ernstige waarschuwing deed hooren.

Het verslag van die vergadering in de groote pers geeft den indruk alsof Prof. 'Kohlbrugige, die zich als verklaard tegenstander van die praktijken deed kennen, bijna alleen stond.

Zou dit een voorbode zijn van een vloedgolf van neo-malthusianistische propaganda?

Dat zou voor ons Christenvolk een zware strijd beteekenen.

Want het imag daaronder niet rustig! blijven.

Maar ook zou het ons land tot dieper zedelijk verval voeren.

Nog een weinig meer durf in het 'kwade en men neemt het op voor de idee van Prol. Binding in Duitschland, die volgens Ds Bakker in „De Gereformeerde Kerk" in zijn boek: „Die Freigabe der Vernichtung lebensunwerten Lebens" (de vrijheid om waardelooze menschenlevens te vernietigen) beweert, 'dat menschenlevens, waarvan het voortduren, zoowel voor den drager zelfs als voor zijn omgeving tot een last wordt, met toesl; emDiing van den rechter en onder eerbiediging van den levenswensch van den betrokkene, door den gegeneesheer mogen .worden uitgebluscht.

Allemaal teekenen van zedelijke verwording. ,

Tevens ook wekstenünen tot de christenen, om door een reinen wandel zich onbesmet te bewaren van de wereld.

Maar, zal men misschien zeggen, het probleem der overbevolking dan?

Die overbevolking wordt geducht, rnaar is nog geen werkelijkheid.

Doch 19, 1 zou dit probleem op 'het ernstigst moeten genomen, dan mag nooit de lOplossing gezocht in praktijken, welke door God zijn geoordeeld. .

Hiermee is het laatste woord hierover niet gezegd.

Dat bedoelt dit artikel ook niet. •

Het wil alleen voorbereiden op komenden krijg.

^^ Nog één stap.

Tegenover de bewering van de „N. R. Ct.", als zouden de „doleerenden" er de schuld van dragen, dat de kortelings overleden Prof. Muller hoogleeraar af werd en zijn verder leven in het teeken van miskenning stond, stelden wij voor een paar weken ons gevoelen.

De „N. R. Ct." toont thans toenadering tot onze zienswijze.

Het blad schrijft in zijn Kierknieuwsrubriek':

Dr V. Heppi komt in de Gereformeerde Kerk tegen onze bewering 'in ons levensbericht over wijlen prof. Muller op, dat in 1894 een combinatie van doleerenden en radicalen in den Am'sterdamischen gemeenteraad de hervorrdde kerkelijke hoogleeraren heeft afgeschaft, en dat de destijds heerschende animositeit tegen de Ned. Herv. kerk aan dit besluit niet vreemd is geweest. Nu hebben , • !w6 dit zelven altijd zóó gezien^ en ook prof. Muller heeft het altijd in dien geest opgevat. Dr Hepp beweert, dat de Amsterdamische raad alleen maar logisch handelde; want waarom zou hiji wel hervormde hoogleeraren in de theologie betalen en niet luthersche, remoixstrantsche, doopsgezinde? Zeker, zóó kan mten het ook zien. Maar die overweging had allereerst moeten gelden, toen er over de aanstelling van Ned. Herk. kerkelijke hoogleeraren gehandeld w.erd. Nu ze eenmaal aangesteld waren, was de afsc|iaffing , min óf meer een „onvriendelijke" daad. Zóó is het onder hervormden, en zóó is, het door prof. Muller. , zelven dan ook steeds opgevat.

Wat voorts dr Hepp schrijft over de Synode der Ncd. Herv. kerk, die bij' volgende vacatures prof. Muller steeds passeerde, daarin ^even we hem' van harte gelij'k. , Wat haar daartoe vrijheid gaf, kunnen wij niet beoordeelen. Dat deze houding de „tragiek" in MuUer's leven grooter en pijnlijker heeft gemaakt, zal wel waar zijn. Maar die „tragiek" zelve is begonnen in Amsterdam'.

Het eert het blad, dat het niet stokstijf op zijn standpunt bleef staan en sprekende feiten niet negeert.

Toch zouden we gaarne zien, dat Wet no'g één stap deed.

Aangenomen, dat er onbillijkheid in schuilt om het seminarium van slechts één kerk te bekostigen, mag er dan niets worden igedaan om die onbillijkheid weg te nemen? Moest in den toestand, dat er voor de Ned. Herv. Kerk reeds hoogleeraren aangesteld waren, ten eeuwigen dage worden berust?

De „N. R. Ct." zal dit stellig niet wiUen bevestigen.

Maar koos dan de Amsterdamsohe gemeenteraad niet de meest kiesahe wijze van 'oplossing'?

Hij weigerde slechts het traktement voor een nieuwen hoogleeraar in de vacature-Prof. Knappert te voteeren. Prof. Muller echter bleef ge-handhaafd.

Toen evenwel de Ned. Herv. Kerk geen hand uitstak om het seminarium te behouden en de studenten naar andere Universiteiten trokken, bleef er niets anders over dan Prof. Muller wachtgeld uit te keeren.

Als er aan Prof. Muller onrecht is geschied, idan zeker niet door de „doleerende" leden van den Am sterdam schen gemeenteraad.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKELIJK LEVEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's