GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrouwenoogen en vrouwenharten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrouwenoogen en vrouwenharten.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Niemand s.chrikke van dit, opschrift.

Niemand zegge: die oogen en harten zijn een betere plaats waard dan in deze rubriek'. Tk ontleen dezen titel a, an een artikel, dat Anthonic)|_ Margaretha mij toezond, en dat ik' uit reverentie voor onze christenvrouwen in het algemeen, voor de schrijfsters onder die vrouwen in het bijzonder, en vooir deze autrice in het allerbijzonderst gaarne een plaats gun in ons orgaan. Hef is niet alleen voor' dominees gewenscht, dat ze zelf-eens zwijgen, en anderen beluisteren, m'aar ook' schrijvers in kranten moeten van tijd tot tijd zelf hun pen rust gunnen, om van anderen té.leeren. .Diaarom, en om nog' andere redenen is het mij een genoegen en een eer A nth on ia Mar'g'aretha gastvrijheid te verleenen, al veroorloof ik mij, wanneer zij uitgesproken is, in 't kort te vertellen wat mannenoogen in haar stuk zien, en mannenharten door zulk een ontbopzeming gevoelen. Thans volgt het artikel.

Hoe vrouwenoogen zien en vrouwenharten voelen.

I.

......„ En waar fouten bleken in onzen verkiezingsarbeid' is er nog de tijd die te herstellen", zóó stomd het ^\oordelijk in het hoofdartikel van „De Standaard" van Zaterdag 14 April j.l.

Ligt in deze veronderstelling niet de vraag opgesloten, waar die fouten kunnen schuilen?

Schuilen, , zeg ik, want ze zijn natuurlijk niet met op'zet gemaakt.

Maar gemaakt zijn ze!

En waar hoogstaande mannen ridderlijk genoeg zijin zélf het denkbeeld te opiperen, daar zullen ongetwijfeld andere vooraanstaande m& nnen de gedragingen der Antirevolutionaire Partij aan een nauwkeurig onderzoek onderwerpen, om^ dienst te • doen als „de vriend, die mij mijn feilen toont".

Maar toch zal men nimmer achter de gehéélo waarheid komen, zoolang er verzuimd wordt na te gaan, hoe vrouwenoogen zien en vrouwenharten voelen.

Om da, t te weten te komen zouden er vrouwenmonden moeten opengaan, en men maakt het der Antirevolutionaire vrouw nju eenmaal niet gemakkelijk, in haar Partij voor haar opinie uit te komten.

Haar nueening laat den meesten mannen koud, en toch moeten zij die, zal het goed zijln, kennen en toetsen. Met een. hooghartig daarvan-zwijgen of een minachtend daarover-praten komt men er niet, maar doet men de A.-R. Partij onzegbaar veel schade.

De uitslag der jongstgehouden verkiezingen werden in boven aangehaald hoofdartikel voor de .rintirevolutior^ airen bevredigend genoemd.

Geen reden tot Idagen dus, miaar — evenmin tot roenren!

Nu ligt het voor de hand, dat m'en aanisiand's naar een verklaring zoekt van het feit, dat het stera'mencijfer bij' de Christelijk-Historischen met reuzensprongen Omhoog ging, terwijl het bij de Antirevolutionairen hier en daar achteruit liepi.

Aan een taogehjfc verband tusschen deze beide gegevens schijnt (mien liefst niet te willen denken.

„Interessant blijft de groei van de Christelijk Historische Partij.

„Zij groeit in de tegenslagleii, die den Vrijheidsboind treffen. En de eerate indruk, dien de cijfers van de Stateiistembus geven, is dat deze groei zich nag eerigermate voortzette. Maar toch gaat hij reeds veel trager en mag wel voorspeld, dat de stilstand nabij is." ^)

Deze bewering wordt dan gestaafd daor een staatje van de cijfers der Eamlerverkiezing over de jaren 1918, 1919, 1922 en 1923 voor de proviiicies Groningen', Zuid-Holland, Noord-Holland, Zeeland, Friesland en Groninigen, waairuit blijkt, dat alléén Noard-Holland een flirïe winst heeft gegeven voor de Christelijk Historische Partij; vooral door den groei in Amsterdam, de stad, die ditmaal vrij ongunstig was voor de Antirevolutionairen.

Ook in Groningen werd achteruitgang geconstateerd vo'Or deze laatsten, terwijl de groei der Christelij'k Historischen „vooj-een deel Moet verklaard uit de eigenaai'Cige wijze, waarop daar als oiofe elders gewerkt werd dooir de Hervormd Gereformeerde Staatspartij met die droeve prop'aganda, die den Christelijk Historischen leeren kan, hoe licht mien geslagen wordt met dqn stok, dien men zelf sneed." 1)

Ge ziet, al wordt de groiei der Chr. Hist Partij hier slechts voor een deel verklaar.d, de gedachte dat deze mogelijk zou kunnen groeien ten koste van de Antirevolutionairen wil er niet in. Hier zou misschien de vraag van pas zij'n of de Antirevolutionairen mogelijk óók niet in het bezit zijn van een dergelijken rotting?

Is het niet merkwaardig, dat juist Amsterdam en G r o n i n g e n achteruit giirgen in stemmencijfer ?

Een waarschuwend __„cherchez la femme" kon hier wel eens ter dege op zijn plaats zijii.

Laat mij dit nader mogen verklaren.

Vóór de invoering van het vrouwenstemrecht door den Staat, had het der A. R. P'artiJ zeker vrij gestaan tot een conclusie te kom!en als die op de buitengewone Depiutatenvergadering in October 1922 genomen werd, 'De Antirevolutionaire vrouwen hadden dan dadelijk bij het. in bezit komien van het kias-i recht geweten waar zij aan toe waren. En ieder die niet met den inhoud dier conclusie accoord ging — .welnu, die trad eenvoudig niet toe als lid der A. R. Partij. De eenheid van beginsel zou zoodoende in de onderdeelen bewaard zijta gebleven.

Maar nu de A. R. Partij niet vóór de invoering; van het vrouwenkiesrecht tot deze conclusie gekomen was, had zij deze n a de toetreding van het vrouwelijk deel, dat in aantal dat der mannen aanzienlijk overtrefi; 2) niet miogen bekrachtigen zonder hare voorkennis en .iiare goedkeuring. Deze handelwij'ze was, zooal niet geheel in strijd met, dan toch allerminst in den geest van artikejl I van „Ons Program":

„De Anti-Revolutionaire of Christelijk-Historische richting vertegenwoordigt, voor zooveel ons land aangaat, den grondtoon van ons volkskarakter, gelijk dit, door Oranje geleid, onder invloed der Hervorming, omstreeks 1572, zijn stempel ontving; en wenscKt dit, overeenk o mistig dezen g e w ij z i g d e n v o 1 k s t o e s t a n d, in een vorm, die aan de behoeften van onzen tijd voldoet, te o n t wikkele n.^)

Het gaat dus niet in de eerste plaats over d e nl inhoud der conclusie, maar over de m.i. otirechtvaardige wijze waarop deze werd genomen. De naam van p a r t ij b e s 1 u i t verdient zij' dan ook allerminst. De minderheid in de Partij (niet qualitatief maar quantitief) nam een besluit over en zonder, zoo mien wil ten koste van de meerderheid in die Pai-tiJ, zonder deze daarover eerst gehoord te hebben.

Dit is een .groote, schier onherstelbare t a k t i s c h e fout geweest, die misschien Juridisch door een kundig advocaat nog wel te verdedigen zal zijn, m'aar die ethisch, volgens vrooiwenlogica, niet door den beugel kan.

Eén ding hebben de leiders der A.-R. P'artiJ hierbij stellig over het hoofd gezien, n.l. dat, nu de positie der vrouw door den Wereldtoestand derm-ato veranderde, niet alleen de vrouwen, maar ook de mannen zich aan de gewijzigde levensom'standigheden nsoesten leeren aanpassen.

Buitengewone tijdsomstandigheden vragen buitengew: one m.'aatregelen. Die A.-R. Partij heeft door de toetreding der vrouw een mJetamorf'ose ondergaan, die men vroeger onmogelijk zou hebben geacht en waarvan herhaling uitgesloten is.

Om te weten waiir men nu voortaan aan toe zou zijn, was uitwisseling van gedachten allereerst eisch. Imtners, het komt er voor een leider vóór alles op aan, dat hij degenen, die aan' zijne leiding zijn toevertrouv/d, kent en begrijpt. Het is niet alleen do vraag, wie de leider is, miaar oök en vooral wie zij zij'n, die geleidi moeten worden.

Een Deputaten-vergadering, waar de vrouw niet i n-plaats van den man, maar naast hem gelijkelijk vertegenwoordigd was, zou in de gegeven omstandigheden het meest doeltreffend zijn geweest.

Openlijk had de Christen-vrouw daar dan kunnen belijden, dat zij nimtaer op grond van gelijkheid wenscht O'P te treden inplaats van den man, alsof zij verstandiger en beter zou handelen dan hijl, ihaar dat zij op grond van de o n g e 1 ij! k h e i d tusschen man en vrouw, in deze abnormale tijden desgewenscht genegen was, naast hemi haar gaven en talenten beschikbaar te stellen.

Daar had men haar dan de gelegenheid kunnen open laten, eigener beweging het haar door de Regeering officieel verleende mandaat voorloopig vol vertrouwen te laten rusten of opnieuw neer te leggen in krachtige broederhanden. Misschien had zij dit niet zoozeer 'gedaan omidat zij. er zelf zlooveel beziwaar in zOu gehad hebben zitting te nemen in een regoeringscollege, als wel wijl ziji, evenals de leiders onzer Partijl, de mientaliteit van ons christenvolk goed kent. Zij had allicht voorloopig van dit recht geen gebruik wenschen te maken, wel Wetende, dat zij daarmede den zwakken broeder zou ergeren.

Helaas heeft mien der Antirevolutionaire vrouw deze geheel eenige gelegenheid omi voor haar principe uit te komen, onthouden.

Een conclusie betreffende de vrouw, zonder haar over haar genomen, is in veler oog zoo goed als waardeloos en heeft de positie der Partij niet versterkt, maar verzwakt — óók in het oog van den buitenstaander.

Door de • gewijizigde toestanden is eenige reorganisatie in het bestuur nu eenmaal onvermijdelijk geworden. Artikel I van „Ons Proigram" laat voldoende ruimte om percentsgewijze, naar het ledental der kiesvereenigingen, naast den man een zeker aantal vrouwen toe te laten als bestuurslid. Dit zal den arbeid

zeker vergemakkelijfeen. Want de Aiitirevolutiomairo mannen weten natuurlijk wel dat vrouwen een andersoortige leiding noodig hebben dan Mannen, Misschien zoeken zi] nog naar een goede methode, gevonden hebben zij die in elk geval nog niet. Vrouwen zullen noodig zijn om in dezen het spoor te wij'zen.

Zooals het nu gaat, gaat het althans niet naar vver.sch.

Onwillekeurig vragen we ons iminiers af, a£ het b.v. wel in de Antirevolutionaire lijn ligt, ja, of het zelfs niet geheel in strijd is met ons beginsel, dat thans op de Deputatenvergadering een vraaw hier en daar een zetel inneemt, die opi een man veroverd moet worden ?

Geen plaats voqr haar, tenzij deze eerst door den man moet worden ontraimd!

Dus de vrouw in plaats van den man?

Keen, als het niet anders kan dan zóó — dan behoort zij daar niet.

Geen wonder, dat de man haar bij een dergelijke regeling miet een schuin oogje aanziet en voor een ongewenschte indringster houdt!

ANTHONIA MARGARETHA.

Vrouwenoogen zien veel en vrouwenharten voelen diep.

Antonia , g a r e t h a is nog niet ui tgesprok'en.

Die volgende week' krijgen we het slot.

K. D.


1) Zie „De Standaard" van 14 .-Vpril j.l.

2) Zie bet Rapport der Gommissie ingesteld door de Deputaten-vergadering van 13 Mei 1920, bladz. öd bovenaan,

3) Wij spatiëeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Vrouwenoogen en vrouwenharten.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's