GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Occulte krachten.

Reeds een en ander maal reviewde ik iets uit het prachtig en belangrijk tijdschrift voor Gerefor­meerde filantropie „Refajah”.

Ziehier een cita^at uit een deskundige beschouwing over het actueele vraagstuk der telepathie(waarneming zonder de gew'one zintuigen).

Kunnen wij menschen ooik üd^ lang^ een anderen weg, dan dien der zintuigen, kennis krijgen van 't geen in onze medemenschen omgaat?

Ook nog door een geheel andere redeneering kom ik er toe, deze vraag bevestig'end te beantwoorden. Als w'e den mensch beschouwen als een schepsel Gods met een onsterfelijke ziel, dan komt het - on.s niet onmogelijk voor, dat de geest van den eenen mensch met dien van een ander 333 mensch in verband kan treden, buiten het stoffelijk organisme om. Natuurlijik is dit gee.n regel, maar uitzondering.

Na den dood, vóór de weder-opstanding des vleesches " zal dit juist regel zijn. Wij kunnen ons niet andeiüS voorstellen aJs dat na den dood de geesten der afgestorvenen met elkander gemeenschap 'kunnen uitoefenen. Wel heeft men beweerd, dat na den dood de zielen in een diepten slaap vallen, omdat zij het lichaam 'mussen, maar deze leer is niet schriftuurlijk en moeilijk overeen te . brengen met-het woord des Heilands aan liet Kruis: Heden zult gij met miji in het paradijs zijn.

Er bestaat geestelij!fce gemeenschapi, uitwisseling! van. gedachten, enz. tusschen de engelen, tusschen God en zijir gedienstige geesten, en odk tusschen de geesten van gestorvenen. Van zulk een geestelijke gemeenschap kunnen wij ons moeilijk een denlcbeeld vormen, omdat deze denkwereld zop aardsch is. Maar dat neemt niet weg, dat ze bestaat.

Waarom zou het nu zqo onmogelijk' zïjn, dat ook tijdens dit aardsche leven zulk een geestelijke gemeenschap' tusschen menschen, waarbij alle afstand wegvalt, voorkcant?

Deze mogelijkheid wordt zelfs aangenomen door den beroemden Franschen pihilosopp'h Bergson, door sommigen beschouwd als den graotsten wijsgeer van onzen tijd.

Dieze wijsgeer voert het pleit voor de zelfstandigheid der ziel. Al het pfeychisch gebeuren gaat volgens hem volstrekt niet gepaard met veranderingen in de hersenen. Zelfs komt hij er toe ons lichaam , bijna-te bescho'uwen als een kerker voor de ziel, als hij zegt dat de functie der hersenen is ons zieleleven te kanaliseeren, dus te bep-? rken, in bepaalde banen te leiden. Ons lichaam vernauwt ons . beM'ustzijn en houdt er buiten, 't geen voor ons van geen practisch nut zou zijii. Maar in sommige omstandigheden beperkt onze ziel ziich niet tot ons - ' lichaam en kan met andere geestelijice persoonlijkheden in contact komen.”

Zonder 't nu geheel eens te zijn met dezen geleerde, vinden we in deze beschouwingen toch wel iets, dat ons aantrekt en dat bovendien overeen te brengen is met onze Gereformeerde wereldbeschouwing.

Deze leert ons, dat God geschapen heeft een geeBtelijke en stoffelijke wereld. God als geest kan inwerken en gemeenschap oefenen met al zijn schepselen. God kan ook op allerlei wijze inwerken in .onze ziel. Ook de geestelijke en stoffelijke wereld wterken op elkaar in; onze ziel werkt dagelij'ks in op ons lichaam en omgekeerd eveneens; dit is eenvoudig een feit, al begrijppen we er niets van hoe dit gebeurt. En bovendien besiaat er ook gemeenschap tusschen geestelijke schepselen: tusschen de engelen, tusschen de gezaligden. Wanneer dit nu alles zoo is, waarcim z!ou er dan geen geestelijk contact buiten 't lichaam om mogelijk zijn tusschen de, zielen van twee menschen? 'tKoint-mie vooir, dat de mogelijkheid hieni-an dan 0)ok geheel plast in onze Gereformeerde wereldbeschouwing.

Die mogelijkheid echter ©.penbaart .zich hier op aarde slechts bij hooge uitzondering, in bijzondere omstandigheden en bij enkele personen.

En geMdcig ook; als we geregeld de gedachten van onze medemenschen langs dien weg zouden waarnemen, dan zon 't in onzfe ziel spoedig op een chaos gaan lijken. 'Wje zouden met al die buitengewone kennis geen raad wieten.

In de practijk van het leven zullen we echter goed doen, door bij geheimzinnige gebeurtenissen, , eerst in de allerlaatste pilaats aan deze mogelijkheid t© denken.

Ex ungue leonem

Het Roomsche „beest" is in den loop der eeuwen heel mak en „braaf" geworden, maar zoo nu en dan fcbmt de oude natuur boven en - slaat het met zijn klauw naar het „eeuwig Evangelie”.

De heer H. M. vertaalde het volgend stukje uit de ; , Neue Züricher Zeitung" van 19 Juni 1923.

Een weerzinwekkend voorval doet ons de pen opnemen. De - kerkeraad van Geneve heeft reeds geprotesteerd. Op den laatsten Zondag van Mei werd, bij gelegenheid van een kerkelijk feest te Rome, met veel plechtigheid een brandstapel van hout opgericht. Toen het vuur lustig' brandde, werden er zedelooze. lectuur, schandelijke prenteni en Bijbels 'in de vlammen geworpen. Aan de kerkdeur hield afgevaa, rdigde Cingolani een vurige toespïaafc, , waarin hij de zedelijke beteekenis dezer daad uiteenzette. Die Bijbels, die verbrand werden, waren de schoone en getrouwfe vertaling van Diodati. Bijbels tegelijk met de schunnigste voorbrengselen der piers.

Zooals bekend is, was Diodati een gereformeerd theoloog, geboren 6 Jimi 1576 te Lucca en overleden 3 October 1649. Hij is te Geneve predikant geweest.

Gelulckig hebben wij (ea, - heeft EngelandJ...een

De „Wekker”-exegeet.

Mijn vriendin „De Wekker" biedt in een vracrenbus het volgend merkwaardig staaltje exegese aan haar lezers:

G. d. K. te H., heeft behoefte om te weten

of de kerkeraad het recht heeft aan een bruid voor te schrijven, om met gedekt hoofd op haar trouwdag in de kerk te verschijnen.

Zeker heeft daartoe een kerkeraad het recht, afgedacht ol in een andere Gemeente daarop niet gelet wordt. Dat een kerkeraad dus optreedt uit vreeze voor wereldgelijkvormigheid, men kan het kleinzielig noemen, maar het dwingt toch achting af. Het doet altijd onaangenaam aan vrouwen met ongedekt hoofd in Gods huis te zien. Op gevaar af achterlijk genoemd te worden, houde men ma.ar geen gelijken tred met den tijidgeest.^

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 1923

De Reformatie | 4 Pagina's

PERS-SCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 1923

De Reformatie | 4 Pagina's