GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

BeroePsjagers.

In „De WaaAeidsvriend" wordt, terecht, geprotesteerd tegen beroepsjagerij. Ik hoop^ dat deze kwestie aan de orde blijft, want met negatieve kritiek zijn we er niet. Zooals de toestanden nu zijn, kunnen ze niet blijven.

Mogen wij nog eens waarschuwen voor dat ern-, stige kwaad, dat blijkbaar ook nu weer onder ons gevonden wordt.

Mag dan een dominé niet „solliciteeren" naar een vacante plaats, ook als er werkelijk de begeerte leeft om, wanneer een beroep volgde, dat beroep aan te nemen ?

Waarom, zoo zegt men, mag iem, and wèl solliciteeren naar een burgemeestersplaats? Waarom solliciteert een onderwijzer, enz., en waarom mag een predikant dat nu niet doen?

Eenvoudig hierom. Er is een principieel onderscheid tusschen 't ambt van burgemeester en het ambt van dienaar des Woords in Christus' Kerk. 'Bij het eerste moet men aannemen, dat men dit ambt of deze betrekking zelf gekozen heeft en ten opzichte van hét ambt van predikant houden we vol, dat men daartoe van God geroepen moet zijn. En waar men in de maatschappij, in de school, op 't kantoor zichzelf aanbiedt, moet men in Christus' Kerk geroepen worden.

Iemand mag zich niet aanbieden als ouderling.

De gemeente zélf moet rondzien, om iemand voor ouderling te vinden. En zoo mag ook geen predikant zich in Christus' Kerk aanbieden en geen bemiddelings-büreau gebruiken, wetende dat de opperste Herder, Jezus Christus, zegt: ga — en dan heeft men te gaan; blijf — en dan heeft men te blijven.

De Kerk heeft een eigen leven naast den Staat en de maatschappij.

Ook heeft zij een eigen manier van beroepen en benoemen, waarbij de zelfaanbieding geheel is uitgesloten en contra-bande is.

„En niemand neemt zichzelven die eer aan, maar die van God geroepen wordt, gelijkerwijs als Aaron." (Hebr. 5:4).

Het sollicitatie-wezen moet dös niet komen op 't terrein van Christus' Kerk.

En alle verkeerde practijken om zichzelf aan te bieden, moeten verre blijven van de dienaren van Christus.

Gelijk het bepaald te brandmerken is, als er zoo nu en dan een dominé opstaat, dfe schrijft en praat, om toch maar een bepaald beroep te krijgen; en dan — bedankt.

Zulke beroepsjagers maken zich schuldig tegenover God en tegenover de gemeente.

Voorbeeldige kritiek.

Ds Jan Bosdli geeft in „De Wachter" nu en dan merkwaardige staaltjes van zuivere, sympathieke, beoordeeling van „andersdenkenden". Zulke kritieken brengen 341 winst, óók voor ons..

Kees Boeke.

Mijn lezer, ik wil u iets van Kees Boeke ver^ tellen. Als ge meent: dat is een onbekende •grootheid voor mij, behoeft dat ^een reden te zijn om kiiet eens iets van hem te ^villen hooren. Als ik. u alleen zeg, dat niemand minder dan Dr de Moor onlangp te Utrecht met dezen man den degen g& kiTiist heeft, dan is dat op zichzelf reeds meer dan genoeg om te vragen: wat wil die K. Bi. en wat Was er in het geding tusschen hem en een • onzer vooraanstaande Gereformeerde ptedikanten? Ik had wel eens iets van Boeke gehoca-d. Als ik het zegigen mag, ik had wel eens vernomen dat hij nog voor predikant gestudeerd had, dat hij een rijfee jonge man was, die met zijn geld anderen voortgehalpien had, in die mate, dat hij zelf maar weinigi overgehouden had, en dat met het opzettelijk doel om alzOo in de voetstappen te wandelen van Hem, „die arm geworden is, daar Hij rijk was”.

Hoe het zij, nu kon ik hem zien, en hem zelve hooren.

Er was vergadering in Utrecht.

Is dat Boeke? Och, wat een eenvoudige jonge' man stond daar op het platform, toen ik de zaal binnenkwam. Dat w!as z!eker een züj'ner volgelingen dacht ik, die daar, gestoken in zijn manchester pakje! Maar hoor, een welluidende .stem tracht prop'aganda te maken onder de aanstroomende menschenmassa, brochures en liederen te verkoopen. De joinge man geeft verzen op', hij zingt, meerderen zingen, met pdanoleiding. Een zangkoortje gaat voor, men blijït angen couplet na couplet. Soms klinkt het werkelijk schoon.

Dan is de aanvang van de „samenspreking" daar. Dr de Moor is inmiddels binnengekomen, en heeft zich, in lachende verbazing over zulk een enorme belangstelling, een weg gebaand naar het spreekgestoelte.

Het zal nu beginnen. Ja waarlijk. Die jonge man in het manchester mioet Kees Boeke zijn. En nji kan ik iets van hem zeggen. Wel, ik mag het niet verhelen, 'tis een sympathieke verschijning, en hij heeft een mooie stem, hoewel die langzam.erhand wat preekerig wordt. Wij hooren hem den zegen Gods afbidden over de samenkomst en we nïerken dat we te doen hebben met iemand die Christus als den Zoon Gods belijdt, en gelooft in de toiekomst van Zijii rijk. Hij laat ook zingen psalm 72: De bergen zullen vrede dragen, en: Ja elk der vorsten zal zich buigen. Zéker, hij wil Christen zijn. Als ik goed toegeluisterd heb, dan sprak hij van „broeder" de Mooi-. Maar wat wilde die jonge man dien avond? Och dat konden we uit alles bemerken. Hij zong, en zijn vrouw zlong en hij liet zingen: „Hij maakt !ons allen vrij", en nog eens, en al weer: „Hijl maakt ons allen vrij". En welke vrijheid liier bezongen werd, dat bleek uit de bespreking die wij hoorden van de brochure van Dr De Moor over „Dienstplicht en g^eweten". Daar stond een jonge man, een idealist, die de voetstapipen van' Jezus wilde drukken en in zlijn liefde tot de menscbenwereld alle geweld wilde g'ebannen zien. De oorlog moest niet bestaan. Die overheid moest niet mogen dwingen tot het opnemen van het geweer. Men moet 3e Overheid de gehoorzaamheid weigeren wanneer zij oproept tot den dienst.

Nu, in de bestrijding van wat van christelijke zijde tegen deze vrijheid ingebracht wordt en opi uitnemende wijze in de bovengenoemde brochure van Dr de Moor ontwikkeld is, stond de idealist niet sterk. Trouwens zijn bijbel-, wereld-en levensbeschouwing dreef hem een richting uit, waar men twijfelmoedig vraagt: „geef mij een plaats, waar ik staan kan". Vooral met Johannes den Dooper wist hij geen raad, dat was niet te verwrikken of te bewagen: dat Johannes tot de krij'gslieden alleen zeide: doet niemand overlast, en ontvreemdt niemand het zijne met bedrog, en laaf u vergenoegen met uwe bezoldigingen. En uit deze lastige situatie' meende de spreker zich te kunnen uitredden door te zeggen dat er eigenlijk een contrast bestaat tusschen Christus en Johannes den Dooper, en dat hij wel een discipel van Jezus was, maar gieen volgeling van Johannes. E, a zoo ging het door. Steeds alleen de persoonlijke liefdebetooning der Wet voorop'gesteld, maar nergens een erkenning van het recht dat God in de handen der overheid gesteld heeft.

Ik ga verder op al de punten niet in. Genoeg; deze dienstweigeraar werd op uitnemende vVijize door „broeder" de Moor beantwoord. Deze wil geen pleitbezorger van het militairisme zijn, maar betoogt dat een rechtvaardige oiorlog met de Schrift in de hand niet veroordeeld kan woirden. Kees Boeke moest in deze beantwoiordingi door zijn tegenstander menige veer laten naar mijn gedachte. Ook over die scheiding tusschen Christus en Johannes moest hij nog al wat liaoren.

Mij dunkt, hiJ! moet na de zakelijke en kalme weerieigging van Dr de Moor zich menig houvast hebben voelen ontvallen.

Maar kom, ik zal mijn aanteekeningen alle niet uitwerken. Het voert te ver de mooie momenten in de samenspreking alle naar waarde te teekenen. Gij weet nu, mijn lezer, wie Kees Boeke is. Er zijn idealisten in de wereld. Ook hij is er een van. En inderdaad dan is het lieflijk zoo'n geluid te hooren in deze liefdelqoee wereld. Maar

verbroedering van de measchen, van de volken, van de Overheden. Zal deze er kunnen zijn, zloolang als het rijk van Koning Jezus nog niet gekomen

is? En kan het vrede zijn, z'oolang de ziande er is? Kees Boeke, ik heb de fijne trekken van uw gelaat gezien, ik heb uw sympathieke stem gehoord. Wat kunt ge zingen; ge zit vol poëzie; dfl wereld is te prozaïsch voor u: iij wilt haar aan 't zingen hebben van liefde! U schrijint de haat van deze menschenwereld! En als alle menschen waren als gij, zou er misschien niemand kw'aad op zijn evenmensch worden. Ik wou waarlijk, dat het in maatschappij en kerk maar allemaal zulke edele hallen waren, als ik geloof dat er klopt onder uw manchester buis. Maar, zie eens: ij kent het zesde gebod. En zou toch de eerste tafel der wet niet voorgaan? Zoiu de liefde tot God niet alles beheerschen? Om Gods wil dan, moogt ge zijn ordeningen niet weerstaan, de machten van hem gesteld niet negeeren. Dat is geen liefde maar vijandschap tegen een macht die het recht, ook het recht en het leven van Kees Boeke beschermt. En wie zich tegen de macht stelt, w'ederstaat de ordinantio Gods (Ram. 13:2).

Vriendelijke lezer: ik hoopi dat ^j mijln bedoeling begrepten hebt. Er zijn vrijfe geesten in de wereld tegenwoordig, die willen meebouwen aan het vrede-rijfc, maar die bouwen op een ingebeeld fundament. Men zou tot hen willen jieggen: uw moeizame arbeid, uw welgemeende strijd, uw altruïsme, zijn een betere z'aak waardig. Och, neemt een ander meetsnoer, een andere truffel dan die gij thans gebruikt. In Gods Woord vindt ge dat alles. Ja ook het bestek van den nieuwen wtereldbouw wordt er gegeven. , .WiJ hebben het Kees Boeke zelf hooren opgeven: De bergen zlullen vrede dragen, de heuvels heilig recht...

En hij bad immers oini die toekoioist, dat Jezus Koning zou zijn ap de gansche aarde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1923

De Reformatie | 4 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1923

De Reformatie | 4 Pagina's