GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Synode-Indrukken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synode-Indrukken.

35 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Een nieuwe Particuliere Synode.

Zoo hebben, we er dan een Particuliere Synode bij gekregen.

De zicifi noemende Oud-Gereformeerde Kerken in Bentheim en Oost-Friesland werden totnogtoe wel in ons Jaarboek als een soort aaniiangsel aan de Gereformeerde Kerken in Nederland toegevoegd.

Wij liielden met haar nauwer gemeenschap' dan met eenige andere buitenlandsche kerkengroep, waarmee wij in correspondentie staan.

Officieus hoorden ze eigenlijk al bij ons. Maar tot officiëele aansluiting kwam het niet.

Heel sterk werd die ook door onze buitenlandsche broeders niet begeerd.

In dit geval is dit zeer wel te begrijpen: '• De Ou'd-Géreformeerde Kerken in Duitschland hebben sinds de dagen der Afscheiding een eigen geschiedenis.

Zij hebben een eigen ideaal. Zij houden er aan vast, dat het ook in Duitschland nog tot reformatie-kan komen en dat zij zich dan met die Duitsche Gereformeerden 'heblDen te vereenigen.

Wanneer zij dan ook in het verband der Gereformeerde Kerken in Nederland wensdhen te worden opgenomen, verloochenen zij dit ideaal niet.

Zij verzoeken alleen een tijdelijke opneming.

Dat is heel juist gezien.

Het Calvinisme wil internationaal zijn, maar met eerbiediging van de eigensoortige geestesgesteldheid, welke God aan ieder volk schonk.

In Duitschland zal het zich weer anders moeten ontwikkelen dan hier, al kan Duitschland te dezen opzichte van het kleine Nederland veel leeren.

Dat de Oud-Gereformeerden dan toclh nauwere aansluiting zoeken, moet toegeschreven aan haar zwakte.

De Classis Oost-Friesland telt vijf kerken, waarvan er drie vacant zijn en die samen iets meer dan 'duizend zielen in haar registers hebben geschreven. Het vroeger zoo bloeiende Gereformeerde Emiden heeft nu maar een kerk van honderd vijftig zielen. De grootste kerk uit deze Classis is Bunde met vier hondetd zeventig zielen, wier predikant ook. ter Synode was.

De Classis Bentheim is grooter. Zij wordt gevormd door negen kerken. Die hebben saam een kleine acht-en-twintig-honderd zielen, waarvan Emlicheim, op het oogeriblik nog v; a, cant, er bijna duizend" telt. De kerk, welke in grootte op haar volgt is Veldhuizen. Zij brengt het tot vijfhonderd zielen. Haar pastor. Ds E. Kolthof, woont ook als afgevaardigde de Synode bij. In deze Classis zijn er twee vacatures, waarvan er eene binnenkort door D's 'Goudappel staat te worden vervuld.

Tot voor korten tijd had deze kleine kerkengroep nog een eigen Theologische School te Emden. Maar de docent werd oud en de krachten waren niet toereikend om de school in stand te houden.

Zoo. was men dan voor de opleiding reeds op' Holland aangewezen.

Ook in de Zending werkte men samen.

Dit alles heeft thans haar officiëele bezegeling gekregen.

Een particuliere Synode, samengesteld door slechts twee Classes, is een unicum in onze kerken.

In de Particuliere Synode Van Overijssel, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg komen er altijd nog drie samen.

Maar wij willen met de broeders uit Bentheim en Oost-Friesland hopen, dat de moeilijke tijden spoedig voorbij zullen zijn, da, t vele iGereformeerden uit de Staatskerk het ju'k zullen afsohudden en da, t de reformatorische actie er krachtig opwake.

In elk geval doet het deugd, dat zij volharden bij het ideaal.

Ter Synode werd gevraagd of de naam onzer kerken niet gewijzigd moest worden en voortaan luiden: Gereformeerde Kerken in Nederland, Bentheim en Oost-E'riesland.

Terecht werd daartegen opgemerkt, dat men dan den naam gerust nog wat uitbreiden kon en er aan toevoegen: in Westfalen en Rijn-Pruisen, in België, in Argentinië en in Indië.

Met dat al geeft het stof tot dank, dat de invloedsfeer onzer kerlceii al ruimer wordt.

Het staartje van de zaak Ds Vonkenberg.

Ds Vonkenberg wordt thans met rust gelaten.

Hij kan ongehinderd te Huizen als herder en leeraar arbeiden.

Zijn huidige positie bleef geheel buiten het geding.

Maar de Classis Dordrecht had er bezwaar tegen gemaakt, dat hem op grond van artikel 14 der kerkenordening tijdelijlie onderlating van zijn dienst in de kerk van Zwijndrechc was toegestaan.

“De Classis vroeg niets minder dan „erkenning van het feit, dat bij de beaandeling van de zaak van D'S Vonkenberg tegenjjlen eeest van art. 14 K. O. is gehandeld" en verzocht zulk een wijziging in het artikel, waardoor herhaling van een dergelijke toepassing onmogelijk wordt.

Zoo had de zaak-Ds Vonkenberg n^g een staartje. Maar Prof. H. H. Kuyper knipte in een oogenblik dit staartje weg.

Zooals altijd had hij het oor der Synode.

Met zijn bekend meesterschap in het kerkrecht lichtte hij de Synode in, hoe de artikelen 12, 13 en 14 samen één geheel vormen en dat artikel 14 hier volkomen terecht is toegepast.

Alleen tod hij bezwaar tegen de uitdrukking: advies des kerkeraads. Een meerdere vergadering, zoo betoogde hij, geeft advies. Een kerkeraad niet. Die beslist. Voor „advies" wilde hij dan ook lezen , , bewilliging”.

De Synode ging hiermee accoord. Alleen zal die wijziging voorloopig alleen bij wijze van kommentaar worden a, angebracht. Een gedeeltelijke herziening werd niet wenschelijk geacht.

Daarmede kwam vanzelf weer een punt voor ee^ toekomstprogram naar voren.

De herziening van 1905 Wijkt waf vluchtig geschied.

Er komen in onze Kerk'enorde verschillende technische fouten voor.

Die behoeven natuurlijk verbetering.

Maar 'dat kan nog wel een dag en een nacht

Geheime zitting.

Een druk la, g er op de Synode, toen zij samenkwam.

Het was alsof men dien, voordat er nog een woord over de desbetreffende zaak (n.l. de zaak'-Ds Goudappel) gesproken werd, voelde.

In Utrecht's kerk heersehte merkbare onrust. En ook in ons kerkelijke leven is het van toepassing: wanneer één lid lijdt, lijden alle mede. De bidstondpreek, hoewel met deze zaak geen verband houdende, sloeg, om met den Spreukendichter het uit te drukken, als de woorden van een wijze, prikkelen en nagelen, diep ingeslagen door de meesters der verzamelingen.

Onderscheiden bezwaarschriften waren ingekomen en werden ter Synode aan het agendum toegevoegd.

Natuurlijk moesten voor zoo'n zaak de deuren gesloten en behoort het verhandelde geheim te blijven.

Ook ik hoop het geheim angstvalhg te bewaren en alleen te spreken over wat uit het gepubliceerde kan worden afgeleid.

De eerste vraag was deze: kan deze zaalc' op de Synode behandeld worden. D'e Commissie, die met het onderzoek daarvan belast was, rapporteer­ de, dat niet alle bezwaarschriften in den juisten kerkdijken weg tot de Synode gekomen zijn. Wanneer men streng aan het formeele had vastgehouden, zou men misschien deze gansche zaak ter afdoening naar Kerkeraad, Classis en Particuliere Synode hebben kunnen verwijzen.

Maar dan zou de onvrede voor langen tijd bestendigd zijn. Niet onwaarschijnlijk zou dan toch een volgende Synode een beslissing hebben te nemen. En de geda.chte, dat tot dien tijd de twistappel door onze kerken zou rollen, benauwde.

Daarom moet het wijs besluit geacht, dat de Synode zoowel over het mogelijk-informeele als over het zeker-informeele heenstapte en op de zaak' jnging.

Vanzelf schept dit geen precedent.

Men mag niet redeneeren: omdat bij deze zaak het informeele voorbij is gezien, moet dat op een anderen keer ook gebeuren, daarom volg ik maar niet den rechten kerkdijken weg.

Want dan zou men bedrogen uitkomen.

Het betrof hier een uitzondering.

De Synode motiveerde dat, door te wijzen , , op de ruchtbaarheid, die deze zaak veAregen heeft, den schijn van rechtskrenking, een dienaar des Woords aangedaan, welke schijn in onze kerken zelfs niet geduld mag worden en de droeve verdeeldheid, die dientengevolge in de kerk! v^an Utrecht ontstaan is".

Maar hoe zou deze zaak nu Verder worden getraeteerd (zooals het in de kerlc'taal heet) ?

Staande de Synode kon zij moeilijk' woorden afgehandeld. Vooral niet, toen men nog de hoop koesterde, dat de Synode met een goede twee weken zou afloopen.

Deputaten benoemen om een volgende Synode te adviseeren, ging ook al niet. Dan zou de zaak te lang slepende blijven.

De Synode vond er op een Commissie op te dragen om vóór het vertrek van Ds Goudappel deze zaak te onderzoeken en zoo mogelijk tot een goed, rechtvaardig en vreedzaam einde te brengen.

Mocht dit niet gelukken, dan is de roepende kerk gemachtigd een afzonderlijke vergadering van deze Synode saam te roepen.

Dit zou onze kerken op groote kosten komen te staan.

Maar de Synode vond, dat zij om den ernst van 'die aangelegenheid zich die moeite zouden moeten getroosten.

Wel een bewijs, hoe de Synode hierover niet heenloopt, maar alles in het werk stelt om tot zuivere verhoudingen te komen.

In de Commissie werden mannen gekozen, die zonder vrees voor jaloezie de vroedste Synodeleden kunnen genoemd.

Toen dit besluit eenmaal genomen was, was het alsof de Synode van een beklemming bevrijd werd.

Het gaf goed te konstateeren verlichting.

Men zag er de voorzienige leiding Gods in, dat de Synode ditmaal juist te Utrecht werd gehouden.

En om nu eigen indruk, of liever eigen gevv'aarwording eens weer te geven: ik smaakte iets van de Synodale vertroosting, waarover ik enkele weken geleden schreef.

Geve de Heere den broederen; die in de Commissie zitten, overvloedig licht.

Make de afwikkeling van deze zaak de vertroosting volkomen.

Singuliere gaven.

Bij deze indrukken houd ik mij niet strikt aan de chronologische orde.

Wie die kennen wil, zij wederom ve'rwezen naar het persverslag.

Ik doe even een sprong terug.

We zijn nu midden in de discussie over de singuliere gaven.

Dat in dezen tijd van predikantennood meerderen dan anders het geval is van meening zijn singuliere gaven te bezitten en op grond daarvan voor het predikambt in aanmerking te komen, is haast vanzelf sprekend.

Maar om die reden is dan ook de vraag van de Classis Den Haag om een nadere verklaring van de woorden „singuliere gaven", waarvan in art. 8 der Kerkenorde sprake is, van zwaar gewiciht.

Het bleek niet gemakkelijk die gaven op te sommen of te definiëeren.

Een der Synode-leden !h, ad een „s'ingulieren" vader gehad. En naar hij mededeelde, verwonderde zijn vader er zich altijd over, dat men iets singuliers in hem had ontdekt. Hij opperde dan oolc het denkbeeld o£ het singuliere niet hierin gelegen kon zijn, dat zoo iemand zelf van het bestaan van zijn singuliere gaven niet afweet, terwijl iemand die er zoo zeker van is er mee gesierd te zijn, allerminst singulier is.

Een puntige opmerking, maar die door de Synode niet in een antwoord kan worden omgezet.

Want een Synode mag niet humoristisch zijn.

De Commissie adviseerde te antwoorden, dat met singuliere gaven bedoeld zijn de gaven, die in art. 8 met name genoemd zijn: godzaligheid, ootmoedigheid, zedigheid, goed verstand en discretie (onderscheiding), mitsgaders gaven van welsprekendheid. En nader formuleerde zij nog, dat de uitdrukking wil te kennen geven, dat wie zonder gestudeerd te hebben, tot het predikambt wil worden toegelaten, die gaven in bijzondere mate moet bezitten.

Diat deze omschrijving de Synode bevredigde, kon niet bepaald vastgesteld.

Maar men wist er geen andere voor te bedenken. Prof. Rutgers verduidelijkte op een van zijn colleges: als men van een grutter achter zijn toonbank zegt: bet is jammer, dat die man geen dominee is, hij is er in alle opzichten gesetükt voor, dan is dat een man met singuliere gaven. Zoo iets, hoe typeerend ook, lijkt echter niets op een officieel bescheid, de Synode en de Classis Den Haag waardig.

Nog minder het voorbeeld, dat ik iemand ter Synode — hij stond niet op het podium! — hoorde geven, van een gemeente, waarin het eene lid tot het - andere zuchtte: och, dat onze koek'ebakker dominee ware en onze dominee koekebakker.

Meer licht kon de Synode dus niet ontsteken.

Maar wellicht is de Classis Den Haag met dat licht tevreden.

Een bisschop ter Synode.

„Wel, wel", hoor ik iemand, die door anti-papistische ideeën wordt achtervolgd, klagen: „zijn de Gereformeerde Kerken zóó diep' gezonken, dat ze een bisschop ter Synode ontvangen en hem dan nog het woord geven ook? ”

Nu, het is in lang niet voorgekomen.

Op de groote Synode VRR Dordrecht voor het laatst.

Onze Synode deed alzoo niet anders dan het voorbeeld van Dordrecht volgen.

En de schrikwekkendste zwartkijker zal, als jhij tenminste Gereformeerd is, dat voorbeeld niet slecht kunnen noemen.

Daarbij komt, dat ook Calvijn het fungeeren van een bisschop in de kerken der reformatie niet voor alle omstandigheden afkeurde.

Zooals wij het hebben is het natuurlijk zuiverder. Zoo is het pas konsekwent Gereformeerd.

Maar Calvijn vond in zijn dagen, dat niet in elk land die k'onsekwentie toe te passen was. Het verschil in geschiedenis en volkskarakter spreekt hierin ook een woord mee.

Maar zoo'n Gereformeerde bissohop had natuurlijk een heel ander ambt dan een Roomsche.

Beide waren moeilijk met elkander te vergelijken. En zoo is het ook met den bisschop, Dr Ravasz uit Boedapest, die als gast onze Synode bijwoonde.

Hij heeft met een Roomschen bisschop niets gemeen.

Zijn ambt is van overwegend administratieven aard. Daarenboven doet hij, wat bij ons aan deputaten en kerkvisitatoren is toevertrouwd, natuurlijk alleen in eigen district. Maar op de keuze van predikanten b.v. heeft hij geen invloed. Die verkiezing geschiedt door de plaatselijke kerken.

Hiermee heeft men bij zijn beoordeeling wel rekening te houden.

Bisschop Ravasz dan uitte woorden van dank aan de Gereformeerde Kerken en lichtte de Synode over de kerken in Hongarije in.

De behoefte aan hervorming en levensvernieuwing werd door hem diep gevoeld.

En het deed genoegen hem de kracht en de zegeningen van het Calvinisme luide te hooren prijzen.

Prof. Sebestyen.

Na hem voerde Prof. Sebestyen het wooid.

Hij is voor onze lezers geen onbekende.

Sprak Dr Ravasz in het Duitsch, hij bewoog zich ter Synode in het Hollandsch. En hij doet dit met bewonderenswaardige gemakkelijldieid.

Duidelijk schetste hij de verschillende stroomingen in Hongarije. Hij ontkende niet, dat de echt-Gereformeerde belijdenis vele moeilijkheden in zijn land heeft te overwinnen. 'Toch was hij hoopvol gestemd.

Wij gelooven, dat Prof. Sebestyen, als God hem leven en krachten schenkt, tot groote dingen in Hongarije is geroepen.

In zijn hart brandt de begeerte om van het goede, dat hij onder de Gereformeerden in Nederland vond, ook aan zijn volk mede te deelen.

Zijn oog, hoe rustig ook, verraadt, zoodra ge hem ontmoet, volharding.

Daarmee is hem geschonken, wat hij noodig heeft.

De reformatie der Hongaarsche kerken voltrekt zich langzamer dan bij ons.

Maar bij geloovige volharding zal, naar wij wenschen, de uitkomst niet beschamen.

Dr Beets.

Dr Beets stak meermalen den groeten vijver over en is onder ons al evenzeer bekend.

Ook vroeger woonde hij reeds onze Synodes bij. „The Banner", waarvan hij hoofdredakteur is, wordt vooral de laatste jaren, door menigeen, die bloedverwanten heeft in Amerika, gelezen. En onze kerkelijke bladen nemen er geregeld nota van.

Sympathieke persoonlijkheid als hij is, heeft hij zich vele vrienden, ook te onzent, verworven.

Bovendien deed hij zich kennen als actief medewerker a, aiL ons blad.

Ook voor ons Jubileum-nummer had hij een bijdrage geleverd. Zijn artikel is helaas op den weg van de Synode naar de drukkerij verongelukt. Als het nog terecht komt, plaatsen wij het, al is het dan te laat voor de feestvreugde. Het spijt ons zeer, dat dit hem is overkomen, daar hij zidh de moeite getroost had het tusschen de Synodezittingen in te schrijven.

Op onze Synode neemt Dr Beets ook aan de gewone discussies deel.

Zoo deed hij de idee aan de hand om voor de predikanten, die naar Argentinië gezonden worden, een keuze te doen uit de candidaten in de Theologie in Amerika.

Want heeft men hier predikantennood, daar is het juist omgekeerd en v: alt het menigen candidaat moeilijk een plaats te vinden.

Zoo zouden we dan naar Argentinië mannen kunnen zenden, die speciaal voor het predikambt zijn opgeleid.

Een denkbeeld — men zal het toestemmen — waarvan groote aantrekkelijkheid uitgaat.

In zijn eigenlijke toespraak gaf hij een zeer overzichtelijke schets van de kerkelijke toestanden en speciaal die van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Amerika.

Over de wenschen, die hij uitsprak, later.

Het echtscheidingsrapport.

Over het echtscheidingsrapport is heel wat te doen geweest.

Zonder bezwaar vereenigde de Syjiode zich met de conclusies, welke betrekking hadden op de roeping der Overheid ten opzxhte van de echtscheiding op de houding der kerk ten opzichte van het Scheidingsrecht der Overheid en op de tucht, welke de kerk heeft te oefenen over hen, die op' ongeoorloofde wijze scheiding .aanvragen en tot een nieuw huwelijk overgaan.

Maar nu komt het.

De Commissie had voorgesteld voor zekere passage, die hier niet ter zake doet, te lezen: „maar dat, wanneer na Ihet begaan van deze zonde de schuldigen tot de gemeenschap der kerk .wilden terugkeeren, de kerk alleen als eisch kan stellen, dat deze zonde beleden en berouw over deze zon-, dige daad getoond worde".

Dat wil dus zeggen: in bovenbedoeld geval erkent de kerk het nieuwe huwelijk, mits er schuldbelijdenis en betooning van berouw is. Zij rekent den toestand, waarin zulke mensohen leven, hun niet als voortdurend overspel aan.

Daaruit ontwikkelde zidh een spannend debat. Sommigen wilden als eisclh stellen, dat zulke .menschen als ongehuwden zouden lev^en. Zij mochten wel onder één dak samenwonen, maar de vrouw moest dan — om het eenvoudig te zeggen — de plaats van huishoudster innemen.

De groote meerderheid der Synode stemde echter met dit gevoelen niet in.

En terecht.

Zeer zeker houdt de Schrift ons voor, dat wie zijn zonde belijdt en laat, barmhartigheid geschieden zal.

Maar waarin bestaat de eigenlijke zonde van hen, die op ongeoorloofde wijze echtscheiding a-anvragen ?

Hierin, da, t zij ergerlijke lichtzinnigheid gesteld hebben tegenover de heiligheid van het huwelijk.

Zij hebben het huwelijk tot spel verlaagd.

En hoe kunnen zulken na een nieuw huwelijk toonen, dat het berouw hun ernst is en dal zij de zonde laten?

Diat zij thans zich ver houden van al wat naar lichtzinnigheid ten opzichte van het huwelijk _ zweemt, dat zij derhalve in dat nieuwe huwelijk den hoogsten en heiligsten ernst aan den dag leggen.

Indien men werkelijk meende, dat dit tweede huwelijk op zichzelf doorloopend overspel was, zou de kerk er geen genoegen mee mogen nemen, dat zij saam bleven wonen, maar niet als man en vrouw

Behalve de verleiding, waaraan zij dan voortdurend bloot zouden staan en waarin de zwakheid het in vele gevallen van het .voornemen of de belofte aan den kerkeraad zouden winnen, zou 1 het een onw.aarachtigen toestand scheppen. Voor de wet en voor de mensdhen zouden zij gehuwd zijn en voor de kerk niet.

Daarmee zou de kerk een concessie doen, die zij nooit of te nimmer doen mag.

Zou werkelijk' dat nieuwe huwelijk als doorloopend overspel beschouwd moeten worden, dan zou zij op ontbinding van dat huwelijk moeten aandringen.

En dit zou weer tot laakbare praktijken aanleiding geven.

Want de ontbinding van dat nieuwe huwelijk zou niet anders te verkrijgen zijn dan door overspel 6f door opnieuw op ongeoorloofde wijze echtscheiding aan te vragen.

Zoo zou men zonde op zonde stapelen.

En het spreekt vanzelf, dat de kerk daartoe nooit kan en zal medewerken.

Door den halfslachtigen toestand te bestendigen zou zij bovendien een schijn des kwaads aanprijzen, welke naar het apostolisch woord gemeden moet worden.

Het besluit, dat de Synode nam, was inderdaad het eenige, Wat zij nemen kon en mocht:

Ook had er bij dit punt nog een kleine schermutseling plaats tusschen Prof. Ridderbos eenerzijds en de overige Deputaten voor deze zaak anderzijds.

Zooals men weet, week Prof. Ridderbos in zoover van het oordeel zijner mede-Deputaten af, dat hij niet in overspel èn kwaadwillige verlating, maar alleen in overspel een schriftuurlijken grond voor echtscheiding ziet, wat hij in een breede memorie ontwikkelde.

Nu wenschte de Synode, dat de vroegere D'eputaten daarover nadere bespreking zouden voeren en de volgende Synode van advies dienen.

Prof. Ridderbos verzocht echter van verder zitting nemen in dit deputaatschap verschoond te blijven. Z.i. zou men dan pogen tot een compromis te komen en hij achtte een compromis tusschen beide opviattingen uitgesloten. Al wat hij te zeggen had, had hij neergeschreven in zijn memorie. En indien Deputaten soms toelichting wilden hebben, was hij bereid dien te verstrekken.

D'e Synode kon ten laatste moeilij'k, anders dan zich hierbij, hoewel noode nederleggen.

HEPP.

Generale Synode Ceref. Kerken.

Zevende zitting. 10 September.

Avondvergadering.

De Praeses „opent de vergadering. Gezongen wordt Psalm 127:1; gebed.

De presentielijst wordt gelezen. Enkele primi zijn dobr hunne secundi vervangen, die op verzoek van d.en praeses door opstaan .hunne instemming met de Belijdenisschriften betuigen.

De Praeses spreekt enkele hartelijke woorden van gelukwensch tot de Hoogleeraren Bouwman en Honig en gedenkt tevens aan de broederen Idenburg, Bakker en Van Andel, die verschillende onderscheidingen mochten ontvangen op den 1.1. verjaardag der Koningin. Prof. Honig dankt den Praeses en in hem de Synode.

Van H.M. de Koningin is het volgend telegram van antwoord ontvangen op den gelukwensch, Haar namens de Generale Synode telegrafisch gezonden op 31 Aug. 1.1.:

„Ik betuig de Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland mijn oprechten dank voor de heilwenschen mij op dezen voor mü zoo heugelijken dag in zoo gevoelvolle woorden door U vertolkt.”

WILHELMINA.

Hierna worden de Acta der vorige zitting gelezen en vastgesteld.

De Praeses bespreekt de werkzaamheden, die-nog moeten verricht worden en, erkennende, dat reeds zeer veel verricht is, maai' ook wetende, hoeveel nog verricht moet worden, roept hiJ de medewerking van de leden der Synode in, teneinde deze week gei'eed te komen.

De Synode gaat hierop in Comité-Generaal. IMet dankgebed wordt de zitting gesloten.

Achtste zitting. 11 September.

Voormiddag.

De Praeses opent de vergadering. Na psalmgezang en gebed wordt de presentielijst gelezen. De Acta van de vorige zitting worden na lezing goedgekeurd.

Dr J. Hania rapporteert ih plaats van Dr Esser, die tot zijn spijt verhinderd is verder de Synode by te wonen, over de rapporten inzake de visitatie van de Zendingsposten op Midden-Jav-a.

De volgende conclusies worden aangenomen:

1. De Algemeene Vergadering van miss. arbeiders op Midden-Java hartelijk d_ank te zeggen voor hét ingezonden rapport;

2. Genoemd rapport op te nemen in de Acta, ingevolge jirt. 4 van de visitatie-regeling van 1911; en

3. aan do Algemeene Vergadering van missionaire arbeiders op Soemba te schrijven dat hun visitatierapport alsnog met belangstelling wordt tegemoet gezien.

Ds W, . Breukelaar rapporteert over de Chr. HoUandsche Inl. Kweekschool te Solo.

De volgende conclusies worden aangenomen:

1. De handelingen der Deputaten van de Zending betreffende de Christelijk Hollandsch Inlandsche Kweekschool goed te keuren;

2. de te benoemen Deputaten voor de Zending te machtigen om, •— indien mocht blijken dat vestiging der Kweekschool op een andere plaats tot vermindering van kosten zou leiden, zonder het belang der school te schaden —, na overleg met de Algemeene Vergadering tot verplaatsing te mogen overgaan;

3. aan de te benoemen Deputaten voor de Zending op te dragen, dat zü, indien het tot de oprichting van eigen gebouwen voor deze school mocht komen nauwlettend toezien, dat alle koslen, die niet' noodzakelijk ziJn, worden gemeden en dat zij aan de Algemeene Vergadering melden, dat bij het ontwerpen en uitvoeren van bouwplannen de grootste zuinigheid moet worden betracht;

4. dank te zeggen aan den directeur en de oude leeraren der Kweekschool voor den toewijdenden arbeid, door hen verricht, waardoor onder den zegen des Heeren nu gewaardeerde resultaten zijn bereikt;

5. aan de te benoemen Deputaten voor de Zending op te dragen met alle middelen, die zjj daartoe . dienstig zullen achten een zoodanige wijziging in de regeling der subsidie te bevorderen, dat daardoor de oprichting van eigen gebouwen

en de exploitatie der school gemakkelijker worde, dan thans het geval is;

6e. het leerplan en de instructie, zooals die in het rapport zijn medegedeeld, goed te keuren en de te benoemen Deputaten voor de Zending te machtigen hierin eenige wijziging te bronnen, , indien hun dit noodig mocht blijken.

7. aan de te benoemen Deputaten voor de Zending op te dragen een eventueel inkomend voorstel tot overdracht van de Christelijk HoUandsch Inlandsche Kweekschool aan de_ Vereeniging voor Clirist. M. ü|. I^. lén Middelbaar Onderwas te Djokjakarta of aan een andere Vereeniging m overweging te nemen en daarvoor de volgende Generale Synode dan te dienen van rapport en advies;

8 op te dragen aan de te benoemen Deputaten voor de Zending nogmaals namens de Generale Synode te schrijven aan de Besturen der Chr. HoU. Jav. en Chin, scholen op Midden-Java en bij hen krachtig aan te dringen om meerderen steun te verleenen aan de Kweekschool die vooral in het belang van hunne scholen is opgericht en werkzaam is, en ook de Algemeene Vergadering te verzoeken deze zaak te bevorderen.

9. aan de te benoemen Deputaten voor de Zending op te draóen na overleg met de Algemeene Vergadering, op Midden-Java de volgende Generale Synode te adviseeren over de vraag o£ het gewenscht is aan de Besturen der Chr. HoU. Jav en Chin. Scholen op Midden-Java invloed te verleenen bij 'de behartiging van de zaken der Kweekschool en op welke wijze dit dan zou zijn te regelen;

10. waardeering uit te spreken voor de pogingen van den directeur, om ter verlichting van de lasten over de kas der Zending de inkomsten der school in Indië te versterken;

11. aan de te benoemen Deputaten voor de Zending op te dragen, dat zij aan allen, die zich in Indië met de zaken der school bemoeien, last geven bü de exploitatie steeds de grootste zuinigheid *le betrachten ;

12. dank te zeggen aan de Algemeene Vergadering en den Raad van Toezicht voor al hunnen arbeid in het belang der Kweekschool verricht.

Ds H. Meuling rapporteert over het benoemen van Quaestoren voor de Generale Zendingskas en hunne instructie.

Dienaangaande wordt het volgende medegedeeld:

üit het Zendingsrapport blijkt, dat de Deputaten voor de Zending onder de Heidenen en Mohammedanen gevolg hebben gegeven aan het besluit van de Synode te Leeuwarden, om niet drie, maar twee quaestoren te benoemen;

2 dat zij tot Isten quaestor hebben benoemd Ds W, Breukelaar, te Zaandam, en tot 2den quaestor de firma de Bruyn en Weisz, te Amsterdam;

3. dat zij aan deze quaestoren, volgens opdracht der Synode, een instructie hebben gegeven.

Betreffende deze instructie worden enkele wijzigingen voorgesteld en door de Synode aangenomen.

Ds W; . Breukelaar rapporteert over Het Zendingsoonsulaat. Over dit Consulaat ontspint zich eene breede discussie. De volgende conclusies worden aangenomen:

1. de handelingen van de Deputaten inzake het Zendingsconsulaat goed te keuren;

2. aan de te benoemen Deputaten voor de Zending op te •dragen:

a. mede te werken tot bestendiging van het Zendingsconsulaat, indien dit kan geschieden op eene wijze die naar him oordeel geschikt is;

b. de aansluiting van de Zending der Gereformeerde Kerken aan het Zeudingsconsulaat te doen voortduren, mits die aansluiting geen naar hun oordeel te zwaie financiëele eisohen stelt;

c. indien zij dit noodig en mogelijk achten aan het Zendings-.consulaat eene afzonderlijke instructie te verstrekken tot regeling van de bijzondere verhouding tusschen de Gereformeerde Zending en het Zendingsconsulaat.

Dr H. H. 'Kuyper rapporteert over het „Vrouwenkiesrecht" en over de beteekenis van de stemming door de leden dje(r Gemeente bij de verkiezing van ambtsdragers.

Over het rapport ontwikkelt zich een breede bespreking.

De conclusies komen daarna in behandeUng.

Drie voorstellen komen in stemming. Verworpen wordt het voorstel nu deze zaak reeds te beslissen.

Daarna wordt er over gestemd, of het rapport naar de kerken zal gezonden worden, om op een volgende Synode behandeld te worden, nadat de kerken er over zullen geoordeeld hebben, dan wel of Deputaten zullen benoemd worden, die deze zaak bij vernieuwing in studie nemen en de volgende Synode van rapport dienen. Het laatste wordt aangenomen.

Tijdens de verdere behandeling der conclusies wordt de voormiddagzitting gesloten.

Namiddagzitting.

Begonnen wordt met de wenschen van Gouda, inzake de plaats van de Doopsbediening in den Eeredienst, het gebruik van het Formulier bij eene 2de Avondmaalsbediening op denzelfden Zondag, het zingen tijdens de Avondmaalsbediening •en het houden tijdens de godsdienstoefeningen van toespraken tot den liturg. Rapporteur is Prof. Dr G. Ch. Aalders.

De conclusie wordt aangenomen: deze zaken in de vrijheid der kerken te laten en dus de voorstellen van de kerk van Gouda ter zijde te leggen.

Hierna wordt de behandeling der conclusies van het Rapport inzake het Vrouwenkiesrecht voortgezet. Ten slotte worden deze aldus vastgesteld:

De Generale Synode besluit inzake de voorstellen aangaandebet vrouwenkiesrecht, uit te spreken:

a. dat zij' van oordeel is, dat de vraag of aan de vrouw het kiesrecht bij de verkiezing der ambtsdragers zal geschonken worden een zaak is, die de kerken in het gemeen aangaat, weshalve de beslissing hierover door de Generale Synode behoort genomen te worden;

b. dat de Generale Synode daarom de kerken zeer ernstig en dringend vermaant, zoolang de kerken hierover gemeenschappelijk geen uitspraak hebben gedaan, dit kiesrecht niet in te voeren, en uit te spreken, voorzoover sommige kerken dit reeds hebben gedaan, dat zij dit besluit behooren in te trekken en af te wachten wat de volgende Generale Synode eventueel ten dezen beslissen zal;

c. eene commissie te benoemen, bestaande uit vijf Deputaten, met het mandaat, om het vraagstuk of het toekennen van bet kiesrecht aan de vrouw in de kerk naar Gods Woord geoorloofd 8», in verband met de tijdsomstandigheden wenschelijk is, en voor den geestelijken welstand der kerken bevorderlijk is, te, onderzoeken en o'p een eerstvolgende Synode daaroveï rapport uit te brengen.

Voorts besluit de Genei-ale Synode op de ingekomen protesten van den Kerkeraad van Zandvoort en de broeders Ds N. Diemer en Ds J. S. Post tegen de besluiten der Parti-Synode van Noord-Holland te antwoorden:

Ie. aan den Kerkeraad van Zandvoort, dat al is het formeel juist, dat de Part. Synode van Noord-Holland na het protest van de Brs Ds Diemer en Ds Post ter zijde te hebben gelegd, een oordeel meer kon vellen over de besluiten der Classis Haarlem en van den Kerkeraad van Zandvoort, aangezien er geen appèl meer van deze besluiten op hare vergadering was, toch duidelijk genoeg blijkt, dat de Part. Synode van Noord-Holland het protest van genoemde broeders met geheel ongegrond achtte, daarom wèl op de zaak inging en nu deze zaak eenmaal voor hare vierschaar gebracht was, het recht had, over deze zaak in haar geheelen omvang een oordeel te vellen: en voorts dat de verdere bezwaren door den Kerkeraad tegen dit besluit der Part. Synode ingebracht, op de gronden in dit rapport genoemd, voor ongegrond worden verklaard;

2 aan de Brs Ds N. Diemer en Ds J. Post, dat de Generale Synode kennis heeft genomen van hun protest tegen de besluiten der Classis Haarlem en der Part. Synode van Noord-Holland inzake het vrouwenkiesrecht, maar een principiëele uitspraak over dit vraagstuk nog niet wenscht te doen, en hun protest in handen zal stellen van Deputaten, vooï deze zaak te benoemen.

En eindelijk besluit de Generale Synode aan de Part. Synode van Noord-Holland te antwoorden op baar verzoek om een principiëele uitspraak te geven over de beteekenis van de stemming voor de leden der gemeente bij de verkiezing der ambtsdragers, dat zij, op de gronden in het rapport aangegeven, meent aan dit verzoek niet te moeten voldoen. Ds J. H. Donner rapporteert over een verzoek van Prof. Dr A A. van Schelven, een der theol. hoogleeraren der V. U. te zenden naar Zuid-Afrika, teneinde de bestaande banden op kerkelijk en universitair gebied sterker te doen worden.

De conclusie wordt aangenomen, aldus luidende: Hoezeer pp zichzelf ook deze aangelegenheid moge geacht worden van groot belang te zijn, kan aan dit verzoek geen •gevolg worden gegeven, aangezien dit niet op den weg der Synode ligt.

Over een protest van Prof. Dr A. A. van Schelven tegen het besluit der Generale Synode van Leeuwarden, inzake de regeling zijner ambtelijke positie, rapporteert Ds L. Kuiper.

De volgende conclusie wordt aangenomen:

De Synode overwegende: dat de Generale Synode van Leeuwarden, overeenkomstig den wensch van Prof. van Schelven, een principiëele verklaring van ait. 12 K. O. heeft gegeeven, waardoor een ongelijke behandeling van deze gevallen door de Kerken voor het vervolg voorkomen wordt;

dat Prof. van Schelven in zijn protest geen andere gronden voor zijn verzoek aanvoert, dan die hij reeds meer aan het oordeel der Kerken heeft onderworpen;

besluit om het protest van Prof. van Schelven ter zijde te leggen, en hem daarvan kennis te geven.

Rapport over den toestand der Theol. School wordt namens de Curatoren gelezen door Ds A. M. Donner, waarvan do conclusies later zullen behandeld worden.

Thans komt in behandeling het Liturgie-rapport.

Ds T Ferwerda rapporteert, en bespreekt allereerst hoe het Rapport, dat den Synodeleden gedrukt is toegezonden, ont-

De Synode besluit met algemeene stemmen, niet in te gaan op de gedachte, om het Rapport ter zijde te leggen of de behandeling ervan tot een volgende Synode uit te stellen.

Een zeer breede discussie over de Belpenisvragen vangt nu aan.

Zij wordt afgebroken door het sluiten dezer zittmg, om D. V. in de voormiddagzitting op morgen te worden voort gezet.

Negende zitting. 12 September.

Voormiddag.

De Praeses opent de vergadering en gaat voor in het gebed.

De presentielijst wordt gelezen. Ook de Aota der vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd.

Voortgezet wordt de' besprëkiiig van de ' Belpenisvragen, waarna vastgesteld wordt het opschrift:

„Vragen, te stellen aan hen, die wenschen te worden toegelaten tot het H. Avondmaal.”

Ook de aanspraak wordt aanvaard, aldus:

„Geliefden in onzen Heere Jezus Christus,

„Gij zijt hier verschenen om voor God en Zijne heihge „gemeente belijdenis te doen van uw geloof, ten einde alzoo „toegang te erlangen tot des Heeren Heilig Avondmaal; „wilt daartoe ongeveinsd antwoorden op de navolgende vragen: ”.

Daarna komen de vragen zelf in behandeling.

Bij de eerste vraag ontwikkelt zich tengevolge van een ingediend amendement breede discussie, waarna deze vraag vraag aldus wordt vastgesteld:

„Ten eerste. Verklaart giJ, dat giJ de leer, die in bat Oude „en Nieuwe Testament en in de artikelen des Christelijkieip „geloofs begrepen is, en in de Christelijke kerk alhier geleerd „wordt, houdt voor de waarachtige en volkomene leer dei „zaligheid; en belooft gij in de belijdenis daarvan door „Gods genade standvastig te zullen blijven in leven en sterven ? "

Ook ten opzichte van de tweede vraag worden enkele amendementen voorgesteld, en wordt deze aldus aangenomen.

„Ten tweede. Gelooft gij Gods Verboudsbelofte U in Uwen , , Doop beteekend en verzegeld, en belijdt ge, thans d'en „toegang tot het H. Avondmaal vragende, dat ge u vanwege „uwe zonden mishaagt en voor God verootmoedigt, en uw „leven buiten u zelven in Jezus Christus den eenigen Zalig-„maker zoekt? "

Ook de derde vraag lokt in haar voorgestelden vorm tof het indienen van verschillende amendementen, waarna deze aldus wordt vastgesteld:

„Ten derde. Betuigt gij, dat het uwe hartelijke begeerte is, „God, den Heere Kef te hebben en te dienen naar Zijn Woord, „de wereld te verzaken, uwe oude natuur te dooden en in een godzalig leven te wandelen? ”

Volgt nog de vierde vraag, die aldus wordt aangenomen. „Ten vierde. Belooft giJ u te zullen onderwerpen aan de „kerkelijke vermaning en tucht, indien het mocht gebeuren „(wat God genadiglijk verhoede), dat grj in leer of leven „n kwaamt te misgaan? ”

Besloten wordt, dat het „Ja" door ieder hoofd • voor hoofd gegeven worde.

Verder wordt gehandeld over de voorgestelde zegenbede, tüdens de behandeling waarvan de voormiddagzitting gesloten wordt.

Namiddagzitting.

Behandeld wordt verder de voorgestelde zegenwensch na de beantwoording der Belijdenisvi'agen, waaraan voorafgaan zal een aanduiding: Daarna spreke de Dienaar aldus". Als zegenwensch zal genomen 1 Petr. 5:10 en 11.

Ook wordt aangenomen, de liturgische aanwijzingen bovenaan het Avondmaalsformulier te doen vervallen, en te vervangen door het nu aangenomen Formulier, en wel gedi-ukt in gewone letter.

De Praeses doet hierop een voorstel van orde, dat na korte bespreking met meerderheid van stemmen wordt aan genomen, 't Luidt aldus: De Synode besluit bü' de behandelui^ der punten, die nog van het Liturgie-rapport resten, in hol algemeen genomen de lün te volgen, dat wel de voorsbellati der praeadviseerende commissie behandeld zullen worden voor zooverre deze geen amendementen op bedoeld Liturgierapport bevatten of richting aangeven voor eventueel te benoemen Deputaten, die deze dingen verder zullen overwegen; doch dat ze overigens aan de overweging van de eventueel te benoemen Deputaten zullen worden toevertrouwd.

Prof. Dr T. Hoekstra leest het Rapport voor der door de Synode van Leeuwarden benoemde Deputaten om een nadere formuleering en uitwerldng van een drietal artikelen des geloofs in overweging en studie te nemen en een ontwerp aan te bieden.

Daarna leest hü het rapport der hierover rapporteerende Commissie.

Na eenige bespreking wordt de volgende conclusie aan genomen:

De Generale Synode van Utrecht, kennis genomen hebbendo van het rapport der in Leeuwarden benoemde Deputaten vool den uitbouw der Belüdenis, besluit, onder dankzegging voor den aanvanirelük verrichten arbeid, deze Deputaten te continueesep en hen te verzoeken, het ontwerp van de nadere formufeering van drie artikelen der geloofsbelijdenis zoo mogelük één jaar vóór de komende Synode te zenden aan de Kerken in, Binnen-en Buitenland, die op denzelfden grondslag als onze Kerken staan, en deze kerken uit te noodigen, naar de Synode van 1926 afgevaardigden te zenden, opdat deze afgevaardigden ter Synode hun gevoelen kenbaar maken en de Synode in overleg met deze afgevaardigden tot het vaststellen van een nadere formuleering-der drie genoiomde geloofsartikelen kan komen.

Ds W. Breukelaar brengt rapport uit over de Christelijke Normaalschool te Solo.

De volgende conclusies worde naangenomen:1. de handeUngen van de Deputaten voor de Zending inzake de Christelüke Normaalschool te Solo goed te keuren;

2. aan de te benoemen Deputaten voor de Zending op te dragen:

a. zoodra de omstandigheden zich wijzigen en de Keucheniusschool behoorhjk is verzorgd opnieuw in overweging te nemen of de oprichting en instandhouding eener ChristeHjke Normaalschool te Solo naast de Keucheniusschool financieeluitvoerbaar is te achten;

b. zoodra haar de sub a genoemde uitvoerbaarheid ^s gebleken, tot de oprichting eener Normaalschool te Solo over te gaan en zulks in overleg met de Algemeene Vergadering op Midden-Java, terwül voor de oprichting dezer school uit de Generale kas geen hooger bedrag dan f 10.000 mag worden toegestaan.

Over het Christelük Javaansch Boekenfonds rapporteert eveneens Ds W. Breukelaar.

Aangenomen wordt:1. de handeUngen van de Deputaten voor de Zending inzake het Chr. Javaansch Boekenfonds goed te keuren.

2. aan de te benoemen Deputaten voor de Zendhig op te dragen:

a. zich ter zake van dit fonds te wenden om inlichting tot de Afzonderlüke Vergadering van Missionaire Dienaren des Wioords op Midden-Java;

b. indien het bUjkt, dat naar hun oordeel steun uit HoUand voor dit fonds nog beslist noodzakelü'k is, namens de Generale Synode een verzoek om steun voor dit fonds te richten tot de zendende kerken, en voor dit doel een büdrage to verleenen uit de Generale kas, tot ten hoogste f500 per jaar.

En ook rapporteert Ds Wi. Breukelaar over de gelden onder beheer der Generale Zendingsdeputaten.

Na eenige bespreking worden deze conclusies aangenomen:

1. de Deputaten voor de Zending onder Heidenen en Mo hammedanen voor hunnen arbeid naar Art. 18 al. 2 der Zendingsorde te déchargeeren;

2. aan de Firma de Bruijn-W; eisz dank te betuigen vooi al 'haren arbeid, ter behartiging van het cjuaestoriaat deiZending;

3. eveneens dank te zeggen aan de heeren H. v. d. Grampd, H. D. van Meyenfeldt en R. C. van Vulpen, te Amsterdam, voor den arbeid, telken jare besteed aan de controle van de administratie en het beheer der Generale kas;

4. de benoeming en instrueering van quaestores weder op te dragen aan de te benoemen Deputaten voor de de Zending;

5. al de kerken nogmaals weer ernstig op te wekken om zich getrouw te houden aan de bepaling, dat van alle in komsten voor de Zending, hetzü voor den hoofddienst, hetzü voor eenigen hulpdienst, zonder eenige uitzondering 10 pCJ moet worden gestort in de Generale kas;

6. aan de leden van het Moderamen dezer Synode op te dragen, namens haar een ernstige opwekking te richten tot aUe kerken, die nalatig zün geweest in het zenden van een extra coUecte voor de Generale kas, om alsnog aan deze verpüchting te voldoen;

7. de te benoemen Deputaten voor de Zonding te machtigen, desnoodig een of meermalen namens deze Genera"» Synode een exti-a-coUecte van de kerken te vragen, ten bahoevflvan de Generale kas;

8. de te benoemen Deputaten voor de Zending te machtigen, evenals de vorige Generale Synode deed, in geval van besliste noodzakelükheid, ter voorkoming van stagnatie in den gang der zaken, kasgeld op te nemen voor rekening van de gezamenlüfce kerken, tot een maximum van f15000;

9. aan de te .benoemen Deputaten voor de Zending ter uitvoering van Art. 18 al. 2 der Zendingsorde, dezelfde instructie te geven als de vorige Synode aan hare Deputaten gaf, zie acta Gen. Syn. - van 1920, Art. 130, met dien verstande, dat de punten 4 en 6 van deze instructie velmallen.

De Raad der Geref. Kerk van Meppel vraagt bet oordeel dei Generale Synode over de vraag, hoe te handelen met be Kjdende leden en doopleden der kerk, die zich aangesloten hebhen bü de I. O. O. F. (Independent Order of Odd-Fellows) en, trots alle vermaningen van den Kerkeraad, ziobdaarvan niet losmaken.

Hierover rapporteert Prof. Dr J. Ridderbos. Eene zeef breede discussie volgt.

Aangenomen wordt het volgende:

De Synode besluit aan den Raad der Gereformeerde Kerk van Meppel als haar oordeel te melden:

Ten eerste, dat de Kerkeraad bedoelde belüdiepde leden en doopleden bü den voortduur ten ernstigste moet blüven vermanen, om de gemeenschap met genoemde ordate verbreken;

ten tweede, en bü volharding in het kwaad op hen de kerkelüke censure heeft toe te passen.

Dr W. A. van Es rapporteert over een bezwaar van Br. G. A. de Vries over vorige Synodale besluiten aangaande hem.

De Synode besloot het voorbeeld van de Synode van Leeuwarden te volgen en het schrijven van dien broeder vooi kennisgeving aan te nemen.

Ouderling P. Koster rapporteert over eene klacht van Mej. V. d. Weel—Wisse te Ritthem, inzake hare attestatie.

Het advies der commissie wordt aangenomen:

a. dat de Synode deze zadk niet ontvankelijk verklare; en

b. hiervan aan Mej. v. d. Weel—Wisse kennis te geven. Ds A. Schweitzer rapporteert over eene steun-aanvrage van de Kerk van Silvolde-Gendringen.

Aangenomen wordt de conclusie:

De Generale Synode,

kennis genomen hebbende van het verzoek van de kerk van Silvolde—Gendringen, om steun te mogen ontvangen uit de Generale kas voor hulpbehoevende Kerken;

overwegende:

dat van de Particuliere Synode van Gelderland geen advies is gevraagd;

besluit:

het vei-zoek van de kerk van Silvolde—Gendringen ter zijde te leggen;

en haar daarvan bei'icht te zenden.

Ds W. H. Gispen rapporteert nog over een steunverzoek voor het Roergebied, waarop de Synode besluit niet in te gaan.

Na psalmgezang en gebed wordt deze zitting door den Praeses gesloten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 september 1923

De Reformatie | 4 Pagina's

Synode-Indrukken.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 september 1923

De Reformatie | 4 Pagina's