GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De werkwijze der Generale Synode.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De werkwijze der Generale Synode.

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

Het eerste artikel gaf een overzicht van de verschülende verbeteringen door de pers voorgesteld.

Het tweede hield zich bezig met den eersten maatregel, ter verbetering aangewezen: verlenging van den tijd, waarin de Commissies vergaderen voor do S-ynode weer in pleno vergadert.

Het derde gaat hierop nog even door en bespreekt voorts de tweede „verbetering": . behandeling der opderwerpen volgens het agendum.

De derde verandering, in dé pers aangeduid, komt hierop neer: den praeses te machtigen om meer in te grijpen in de discussies.

Ter Synode iheb ik dit reeds in overweging gegeven. , •j'.'fX'^-

Toen het spaa'k begon te loop'en, heb ik gewaarschuwd, dat, waniieer men om iies tijds^ wil de belangrijkste voorstellen weer in handen van deputaten stelde, men het agendum voor Assen opnieuw overladen zou. Als eenig redmiddel gaf ik aan de discussies te besnoeien. Ik mocht dit echteï niet .den praeses zelf verzoeken, daar het anders den schijn op' mij zou laden, als zou ik' kritiek oefenen op zijn' beleid. En dat bedoelde ik in de verste verte niet. Ik koos. daaiom: den meest, zachten vorm en vroeg of dé Synode den - praeses' niet zou willen, machtigen maatregelen tef'nemen, die tot bekorting der discussies moesten leidden.

De praeses oordeelde 'dit niet raadzaam, ; daar dan aan' een voorzitter te veel, mac'ht .zou. worden verstrekt.

Hij doorzag verinóedelijk : op ; d'a, t oögêhWik; nog niet, hoe die schijn van.bet.-di.ctatoriale'te ond.éf'' vangen zou zijn.

En hoe was het verdere verloop?

Dat tegen het einde der Synode zelfs geen repliek meer werd toegestaan.

Zoo verviel men van het eene uiterste in het andere.

Eerst mocht ieder vrij uitspreken, behoudens vriendelijke wenken van den praeses om niet af te dwalen, op het laatst mocht iemand zich zelfs niet meer verdedigen.

Dat over dit laatste niet ieder, die het woord had gevoerd, evengoed te spreken was, kon men hier en daax wel hooren.

Edoch, 't was noodzakelijk.

Maar daarom moet voortaan — en ik ben blij, dat Prof. Aalders hetzelfde gevoelen is toege-. daan —, de gedragslijn worden gewijzigd.

De paeses — dit ben ik' met Dr de Moor eens — mag geen dictator worden. Dat nooit.

Maar als hij ziet, dat vrije discussie niet te handhaven valt, omdat de Synode dan met gewichtige restanten blijft zitten, kan hij tijdig het voorstel doen om den tijd te distribueeren.

Men tan b.v. sprekers in eerster instantie 20 a 30 minuten geven en voor repliek' 10 minuten.

In 20 a 30 minuten kan iemand heel wat zeggen en in 10 minuten 'heel wat te zijner verdediging aanvoeren.

De praeses wordt geen baasje, dat over alles beslist, maar hij houdt slechts den formeelen regel vast, waaraan de Synode zelf haar goedkeuring schonk.

Op hoeveel vergaderingen moet men zóó niet handelen ? i

I'k kan niet anders zien of ook' de Synode zal er aan moeten gelooven.

Vooral nu verwiacht kan worden, dat de kwesties nog zullen toenemen.

Zeker, 't kan interessant zijn eens een rede in groeten stijl te hooren.

Als de Synode-tijd 'het lijden kan, kan de teugel gevierd.

Maar zoo niet, 'dan moet de teugel strakker worden aangehaald.

En zouden de za'ken daarom minder goed worden behandeld?

De vierde maatregel om de Commissies uitgebreider opdracht te geven, doet mij wel wal huiverig aan.

Dat men het kerkrechterlijk wettigen kan, neem ik gaarne aan.

De zaak-Dis Gmidappel werd op soortgelijke manier getrakteerd!*"

De Synode gaf aan Deputaten opdracht de zaak tot een einde te voeren. Dit is geschied. ;

Maar staande. 'de Synode aan de Commissies grooter macht toe te kennen, zou ik niet durven aanraden.

Zeker, formeel ligt ..de^. beslissing wel bij de Synode, maar materieel tpclh niet. . , .: . , ., ,

En tegen dat laatste..heb ik bezwaa^ï^fsSJM^ftl

Het is heel goed' mogelijk, dat het goede werk van een Commissie, die zich geheel en al in een materie heeft ingewerkt, door de Synode bedorven kan worden.

Maar dan moet het liever later nog eens op een andere manier worden aangepakt en gepoogd om de kerken in 'het rechte spoor te krijgen.

Synodale besluiten kunnen gelukkig herzien worden.

Toch heeft een beslissing meer waarde, wanneer ze ook materieel door de heele Synode is genomen.

Laat een commissie het desnoods beter inzien, dan is de afkeuring van de Synode een bewijs, dat de kerken nog niet tot die hoogte zijn opgeklommen, dat zij het besluit kunnen waardeeren.

Oriënteerend ?

Het welbekende rose weekblad, „De Haagsche Post", deed dezer dagen een jaarboekje voor 1924 verschijnen.

Het is geschreven in den geest van vele buitenlandsche ' „Almanachs", b.v. de Almanach Hachette. Alleen heeft bet geen illustraties en is minder royaal uitgewerkt.

Maar toch kan men het bijna niet zoo raar verzinnen, of er staat iets van in.

Wilt gij weten, hoe de departementen zijn ingericht; wanneer de musea geopend zijn; hoeveel een baby van 8 weken moet wegen; welk uw eigen lichaamsgewicht moet zijn op 20, 30, - 10, 50 enz. jarigen leeftijd; welke uw levenskansen zijn, als gij 10 of 98 j, aar-.oud zijt; hoe groot de huwelijkskansen - zijn v, an een muurbloempje, - een verstokte celibatair, een .weduwnaar of gescheiden vrouw; hoe gij, aa.rdappelen moet schillen, wanneer al wat vrouw heet uw huis is ontvlucht om naar de koningin te gaan kijken; hoe uw vrouw • haar citroenen moet bewaren; hoe uw. dochter-haar lakschoentjes onderhouden moet, dat ze altijd hieuw schijnen; wat fascisme is; wie ónze gezantéh zijn; wie de matador is in het schakpn.; welke de langste rivieren-der aarde zijn; hó.è' gij'.uien-m.oet .koken; wat het verdrag van Versailles ihhoüdi; , .wat.ge doen moet tegen haarnitval, . een • zonh-esfeék, '-een flauwte, — dat alles • én.nog veel, 'veel-, " véél» meer kunt gij in dit jaar-, boekje vinden.

En onpartijdig dat Jhet is samengesteld!

Net zoo onpartijdig als „De Haagsche Post" zelf.

Gij slaat b.v. het hoofdstuk go ds di ens te.n op. Gij denkt natuurlijk daar iets te vinden ovei' Buddhisme, Brahmanisme, Shintuisme enz. 'Maa.r dat hebt gij mis. Het gaat hier over verschillende gezindheden binnen den Christelijken godsdienst. De opsteller heeft zich blijkbaar vergist. Vergeven wij het den man.

Letten wij liever op den Inhoud van zijn ruhiiék. Na een dierbare inleiding, dat alle godsdienstige gezindten recht hebben op financiëele ondersteuning van den staat, is het Hervormd Kerkgenootschap het eerst aan de beurt om te worden berevued. Eigenlijk waren onze Gereformeerde Kerken als de wettige voortzetting van de vroegere Gereformeerde Kerken wel het eerst aan bod, maar de onpartijdigheid Van den opsteller besliste anders. Laten we hem zijn gang maar laten gaan. 'Het goede inzicht zal hem denkelijk moeilijk' bij te brengen zijn. De Synodale inrichting woMt bijna haarfijn besproken. Zoo kan het niet verwonderen, .dat het „Hervormd Kerkgenootschap" 2 kolom druks vraagt. Vooruit maar! Het genootschap telt ook' 1435 gemeenten, 1657 predikanten en 2.821.685 lidmaten.

Volgt de Remonstrantse he Broederschap, die één kolom krijgt. Geschiedenis, doel, bestuursinric'hting, eenige bijzonderheden worden kort uiteengezet. Dit is zeker koninklijk voor een genootschap met 27 gemeenten, 31000 leden en 30 predikanten.

Iets meer ruimte ontvangt nog het E v a, n-ge lisc'h-Luthersch Kerk-genootschap. Maar dat mag ook wel, want 't heeft 87000 leden, 48 gemeenten, 10 filiaalgemeenten en 61 dienstdoende predikanten. Ook' hier wordt menige inlichting gegeven.

Iets te kaal komen er af de Doopsgezinde gemeenten met 116 pi'edikanten, 68000 gemeenteleden en 132 gemeenten. Enfin, er worden' ook omtrent haar vele gegevens verstrekt.

Het Hersteld Evangelisch-Luthersche Kerkengenootschap staat iets meer in de gunst, want dit krijgt zoowat evenveel plaats, hoewel het slechts 10 predikanten en 15000 ledon telt.

Natuurlijk kan de Roomsch-Katholieke Kerk met haar 2.444.528 zielen over meer da, n een kolom beschikken. Vele wetenswaardigheden worden in k'ort bestek saamgevat.

Het evenwicht wordt weer verbroken door h e t Kerkgenootschap der O u d-B'i s s choppelijke Cleresie. Hiervoor wordt bijkans evenveel plaats ingeruimd als voor de Roomsch-Katholieike Kerk, ofschoon ze slechts 17000 leden telt.

M.aax toegekomen aan de Gereformeerde Kerken in 'Nederland' raakt de opsteller heelemaal de klus. kwijt. Die moeten het met een Kwart (nog ééns:1/4) kolom doen. Er wordt alleen' van vermeld: In 1892 hebben de' Christelijke Gereformeerde Kerk' en de Gereformeerde Kerken zich vereenigd onder den naam van „De Gereformeerde Kerken in Nederland" op den grondslag van hare gemeenschappelijke geloofsbelijdenis: e drie formulieren van eenigheid en van de Gereformeerde Kerlcordening". Dan volgen de namen van de Deputaten voor de correspondentie met de Hooge Overheid, En , , het aantal kerkelijke genieenten bedraagt ongeveer 700, het aantal gemeenteleden 572.000". Uit! G«en letter meer!

Wij willen niet onderstellen, dat de opsteller zoo weinig over onze kerken schreef, uit zekere vijandschap of uit pikanterie, omdat „De Haigsche Post, Weekblad voor de betere standen", onder ons. wel het minst gelezen wordt. De man zal zelf wel niet genoeg georiënteerd zijn in het kerkelijke leven.

Verbeeld u toch, idat hij' aan de Evangelische Broedergemeenten (met slechts 2 - gemeenten in ons land) en de Apostolische Gemeenten (met een zeer klein getal leden) evenveel plaats afstaat!

Ja, verbeeld u, dat hij over „De Christelijk' Gereformeerde Kerk" en de " „Gereformeerde Gemeenten", die vrij, wat sterker zijn 'dan enkele der bovengenoemde, zwijgt als een pot.

Niet, dat ik het voor het cijfer opneem. Maar ze waren voor den opsteller nog de eenig bruikbaire maatstaf van onpartijdigheid.

Wanneer het op den. invloed aankomt, die de kerken ontwikkelen, dan is er geen sprake van of

Maar laat ik den zin niet voltooien.

Hij mocht eens zelfverheffend klinken.

En al onze roem is uit God.

Doch dit is wel duidelijk, dat het jaarboekje van „De Haagsche Post" op godsdienstig gebied al een zeer onbetrouwbare gids is.

Probeeren we 't nu eens met een andere rnbriek. B.v. „Bekende Personen". Hierbij wordt de rondedans van het exclusivisme uitgevoerd. Van onze mannen schijnt alleen minister Colijn de aandacht waard. Waar de meeste pohtieke partijleiders wel als „bekend" worden aangemerkt, valt het te meer op, dat Mr V. Rutgers ontbreeifct. Zijn actie voor plaatselijke keuze heeft hem dat toch niet geleverd? Oud-minister Idenburg, eer-, tijds zeer geprezen om zijn beleid in Indië, is bij „De Haagsche Post" reeds in vergetelheid geraakt. Minister Heemskerk, ook in de revue van

„De Haagsche Post" wel geteekend, wil de redaktie op-eens niet meer kennen. Ik zal. er maar niet meer opgeven, 't Zal toch wel boter aan de galg zijn.

De Christelij'k-Historischen komen er al niet beter' van af. Jhr Mr 'Witsius Hendrik de Savornin Lohman krijgt de „Haagsche-Posf'-kokarde, maar zijn nog grootere vader, A. F., is geen regel waard. Jhr Mr Van Karnebeek staat in de gunst, maaï de partij-voorzitter Dr H. Schok'king — immers maar een dominee! — niet. Zelfs Minister dg Visser, ondanks de speeóhes, die hij op^ Kloos en Couperus, beeft afgestoken, moet met leede oogen aanzien, dat hij, het troetelkind van een paar jaar geleden, weer - naar de compagnie der onbekenden wordt gedegradeerd.

"Wie er dan wel in staan?

De dichter-kwibus van Fiume, d'Annunzio, Capablanca, wereld'schaakkampioen in 1921. Charlie Chaplin, de film-artist. Suzanne Lengten, sinds 1920 wereldtenniskampioene. Maxy Pikford, film-artiste, over wier huwelijksopvatting nog al wat te doen is geweest. En dan Vanzelf de door de „N. R. Ct." aangebeden Mr Dresselhuijs, de op rninisters kegelende Mr Marchant, de zich nog aleens vergissende Mr Troelstra en de 'als minister-van-Financiën gedoodverfde 'heer Wibaut in geval er een sociaal-demokratisch bewind kwam. Wijnkoop schijnt het Haagsche gezelschap te cómpromittee-)en, daarom neemt Lenin zijn plaats in. Trotzky. daarentegen wordt behandeld als een nul voor 't cijfer. Voorts treft men er aan een bende tooiieelspelers en tooneelspeelsters. Ook eenige hoogleeraren, maar meest in de exacte wetenschappen. Naast Prof. Winkler , vaji - Utrecht mocht de toch ook nog al bekende Prof. L. Bouinan van .'Amsterdam geen plaats innemen. De wereldvermaarde Prof. Dr C. Snouck Hurgronje is door „D« Haagsc'he Post" van zijn roem beroofd. Met de geesteswetenschappen lijkt ^ het tegenwoordig treurig gesteld. Voor. de filosofie 'kon de redactie van da einden , des, aardrijks alleen saambrengen: Bergson en Prof. Heymans. Va, n Euck'en, Rickert, Cohen, Watorp, Scheler, Heiier, Husserl, . Spen^ler en nog vele anderen, heeft zij naar het schijnt, nooit gehoord.

En zei Thorbecke eens, dat kunst geen regee: ringszaak is, de'redactie van „De Haagsche Post" heeft blijkbaar overlegd, dat ook zij er zich niet te zeer mee moest inlaten. Een christen-letterkundige bestaat voor haar niet. Onze Nederlandsche schildeiklmst is alleen vertegenwoordigd door Willem Adriaan van Konijnenburg en Jac.' van IJOOJ. Jan ïoorop, Izaak Israels, Lodewijk Sehelfhout, lan Sluyters, Piet van Wijnga.erdt e.a. moeten bij haai leven van negatie. Theologen ziöt ze heelemaa! met ' den nek aan. Of Prof, Obbi'nk al een reiS naar het Heilige Land maatót, of P'rof. Cramer in Hongarije al het „Calvinistische" v.aé< nd'el.'ont, plooit, of Ds Stegenga al conferenties or'ganiseertj Prof. Pont zich voor den Wereldbond der kerken uitslooft, het portret van Dr de Har tog zoowat permanent in de Kalverstraat hangt, (om nu over Gereformeerde theologen heelenlaal maar te zwijgen) de redactie stoort er zich niet aan. Voor haar zijn zij onbekend. >

„Bekend" beteekent voor deze rubriek vooral': bekend in de handels-en in de uitgaande wereld!. Voor „De Haagsche Post" draait 't leven zoo 't schijnt om geldverdienen en vermakelijkheid.

Onder 't hoofd: Voornaamste Neder 1. Dag-en Weekbladen is de A.-B.. dagbladpers goed vertegenwoordigd, maar met de Weekbladpers is, 't huilen. 'Als godsdienstige bladen worden opgegeven, ... „Centraalblad voor Israëheten" en „De Tempel". Zouden tot de redactie slechts Joden behooren en voorts het allegaartje van theosofen, spiritisten enz., dat „De Tempel" onderstut? Vrijzinnig-godsdienstige weekbladen als „Het Weekblad voor Vrijzinnig-Hervormden" en „De Hervorming", een ethisch blad als „Bergopwaarts", een confessioneel blad als „De Gereformeerde Kerk'', een bondsblad als „De Waarheidsvriend", komen niet 'in aanmerking, hoeveel te minder dan „Heraut", „Ba, zuiri", „Reforhaatie".' En illustraties schijnen wij niet rijk te zijn. Of misschien kunnen zij het in' degelijkheid niet halen bij' „Het Leven" en het „ge'illustreerd Stuiversblad", : hier' wel. genoemd' en „Uiltje", hier vergeten. •;

Ik doorblader verder het boekje. De Aarde heet een opschrift. Ik lees daar, dat de ouderdom van de aarde meestal opi 40 tot 100 miljoen jaar wordt geschat, da.t sommige ramingen. thans loepen tot 600 a 700 miljoen jaren, 't Komt dus niet op een honderdmiljoentje aan, net zoo min als thans in Duitschland op een miljard.

Vermakelijk is de rubriek „Mijlpalen der Geschiedenis". Hierin wordt gegeven, wat ieder van de geschiedenis weten moet. Is het u b.v. bekend, in welk jaar de stalen pen furore begon te maken en dergelijke zaken? Leer dan deze drie bladzijden en ge zijt van zessen klaar.

Deze rubriek begint: , , 18.000 vóór Chr. Eind van den jongsten ijstijd. Midden-Europa weder y. d. mensch bewoonbaar". „10.000 vóór Chr. De landbouw wordt beoefend. Het nieuwe steenen tijdperk". Men wordt verzocht hieraan niet te twijfelen!

IK spring maar een paar kolom over, en vind! daar „1564 Calvijn geboren".. Aangezien ik nu uit andere goede bronnen weet, da.t Calvijn in 1564 gestorven is, moet ik wel tot de conclusie komen, dat hij nog geen vol jaar oud is gewor­ den en in dat nog niet-eéne j.aar heeft hij Servet laten verbranden, is hij professor en predikant geweest, heeft hij enorm veel geschreven, is hij getrouwd geweest en werd zijn echt met een kind gezegend, dat nog vóór hem stierf, is hij de vader van het Calvinisme geworden. Wie voortaan ons nog mocht betwisten, dat Calvijn een genie geweest is, sturen we zonder, bedenken, naar „De Haagsche Post".

Ik kijk even bij dte jaren 1618, 1619. Om de uitdru!kking „Rome en Dordt" te verstaan, zal „Do Haagsche Post" toch wel een regel moeten wijden aan de Dordtsche Synode, temeer omdat het Concilie van Trente wel w? is gememoreerd'. Maax mis. Leer van buiten:1618. Begin van den dertigjarigen oorlog. — Brigg's logarithmenstelsel. 1619. Stichting van Batavia. —_ Het Nederlandsche bewind in O.-I. gevestigd.

Ik zoek even bij 1834. Een aanteekening als „De. Afscheiding" ware mij genoeg. Maar wat moet gij in uw hoofd prenten? ; ... „1834. De lucifers, komen in gebruik. 1840. Stuiversport in Engeland".

Zou 'k nog 1886 opislaan, het jaar, waarin alle hberale bladen vol stonden van de „paneelzagerij" ? Ik doe het, maar weetj dat ik niet zal lezen, wat ik mag verwachten. Zie, d, 'aar hebt gij 't al. „1886. Eerste homerule-wet voor Ierland". Meer niet.

Neen, 'k zal nog maar' eens een proef nemen met het historisch overzicht van het jaar 1923., De groote pers heeft kolommen gewijd aa, n onze Generale Synode, gehouden in het laatst van Augustus en 'het eerst van September. Daarvoor zal het Jaarboekje van „De Haagsche Post" toch zdker wel een paar regels moeten reserveeren. Maar men krijgt alweer nul op het rekwest. Wat bij die dagen dan wel staat aangeteekend. O.a. dit:

„P. Moeskops wint voor dte derde maal het 'wereldkampioenschap voor beroepswielrenners te Zurich".

„De 81-jarige tooneelspeler Louis Bouwmeester wordt te Amsterdam door 'een auto overreden en 'Vrij ernstig gewond." ' ' ^«/^tiiift-ïrww^

„Holland wint den Holland—Engelahd-fërïniswedstrijd te Noordwijk E^an Zee met 11—6." „Louis Bouwmeester, nog steeds in het ziekenhuis, doch vooruitgaande, herdenkt 'zijn Sisten verjaardag."

Nu geef ïk 't op.

Nog 'vaJt mijn' oog oip' de vette letters: „De beschaafde Nederlander leest „De Haagsche Post"."

Ik denk 't mijne van men „beschaafden Nederlander".

Voor 't hoogste goed is-ïn„De''Haagsche Post" en 'zijn Jaarboekje geen slaats.

Ook 'hierdoor wordt het"'duidelijker: we hebben een „Eigen Kultuur"

Zoo'n Jaarhoekje' ïs hoogst nuttig.

Indien het aan onze „E'igeii Kultuur" maar uit; drukking geeft.

Welk uitgever neemt hiertoe het initiatief?

Modern of modernistisch.

Van „moderne" zijde vraagt men ons of er opzet in schuilt, dat wij meestal, als de vrijzinnige richting in de theologie bedoeld wordt, niet van „modern", maar, van „modernistisch" spreken.

Openhartig antwoorden wij daarop: zeer steL lig geschiedt dat opzettelijk.

Gaarne geven wij daarvan ook met een enkel woord rekenschap.

Vooreerst is o.i. modernistfs.fl.h.^dariyunfiig juister, dan modern.

Mag ik dat met enkele-voorbeelden toelichten? De aanhanger van het' Buddhisme heet Buddhist en zijn leer de Buddhistische.

Hij, die Calvijn als den vader Van de meest zuivere reformatorische richting eert, noemt zioh Calvinist en het praedicaat, dat daarbij behoort is Calvinistisch.

Het chauvinisme wordt voorgestaan door de chauvinisten en wat zij voortbrengen zijn chauvinistische produkten.

Het expressionisme en impressionisme in de 'kunst schept eën tegenstelling tusschen expressionisten en impressionisten en vormt expressionistische en impiressionistische scholen.

Zoo staat het ook met futurisme, lisme, realisme enz. enz.

Niemand zal zijn stelsel uitgeven voor ideale, maar mogelijk wel voor idealistische wijsbegeerte.

Hetzelfde onderscheid, dat er bestaat tusschen 't ideale en 't idealistische, heeft men nu ook bij het moderne en het modernistische.

De „moderne" theologie zal toch niet durven beweren, dat zij het nieuwste snufje op theologisch gebied is en blijft? Stellen wij haar geboortedatum tusschen 1843 en 1850, dan zal zij toch niet de pretentie voeren al dien tijd hante nouveauté te zijn gebleven?

Als men spreekt van moderne kunst, een modem huis, moderne kleeding, dan bedoelt men daarmee heel wat anders. Dan duidt dit bepaald op iets uit den allerlaatsten tijd. Dat is met „moderne" theologie niet het geval. Maar daarbij komt nog iets. 107 De naam „modem" in de theologie doet groot onrecht aan de tegenstanders van die richting.

Men hecht aan „modem" in theologicis velerlei beteekenis. Het is de plaats niet om hierover uit te wijden. Voor onzen geachten correspondent is dit allerminst noodig.

Laten wij het nemen in den meest welwillendeu zin. Dan beweert de „moderne" theologie, da.t hel haar te doen is om in het nauwste kontakt te staan met den modernen tijd en de religieuso behoeften van den modernen mensch te bevredigen.

Maar denkt men dan heusch, dat wij buiten onzen tijd staan? Dat wij niet evengoed de noo den van vandaag pijlen? Dat wij geen boodschapi Gods hebben ook voor het heden?

Hoe dikwijls is het niet reeds van onzen kant betoogd, dat wij geen repristina.tie willen? Dat wij de 16de eeuw niet terugverlangen? Dat wij van de wereld niet willen maken één groot G-enève uit den tijd van Calvijn?

Ook wij willen zijn 'kinderen van onzen tijd. In dat opzicht kan men ook ons gerust modern noemen.

Doch nooit modernistisch.

Want de moderne theologie, al 'kent ook zij haar tijden, dat zij de traditie op, hooger prijs stelt dan gewoonlijk, wil feitelijk haar stof uit het denken en willen en voelen van den mensch uit dezen tijd putten. Het moderne is voor haar het objelrt, het materiëele beginsel geworden. En dat is niet modern, maar modernistisch. Anders zou men immers richting en objék't vereenzelvigen?

Wij daarentegen gaian uit van dè eeuwige beginselen der Godsopenbaring. Die beginselen blijven zich niet alleen altijd gelijk', maair hebben ook voor lederen tijd iets afzonderlijks te zeggen. Onder de hagepreeken zouden wij thans niet meer zoo gesticht worden. De prediking heeft zich te richten tot den menscih, gelijk hij nu is, maar 'haar stof is het eeuwig Godswoor'd. Die prediking is modern als men wil, maar niet modernistisch'.

Tegen de nomenclatuur modernistisch kan de , .moderne" rnoeilijk bezwaar, hebben, want er ligt evenmin iets bel'eedigends in als in idealistisch of Calvinistisch.

Maar tegen de benaming mo'dern moet hij wel bezwaar hebben, omdat zij taalkundig minder juist is en hij daa, rdoor een odium legt op zijn ni et-geestverwanten.'

Als ik' eens een brief mocht richten b.v. ; saan een'', , Vereeniging van moderne Theologen", dan zal i'k beleefheidshalve den officiëelen titel gebruiken.

. Maar meri z^il. het mij. tep, gp.ede houden, , dai ik anders de voorkeur geef aan mod erni s-ii s ch.

-s Een stukje statistiek.

De volgende gegevens zijn aian 'het Oudejaarsavondnummer van „De Standaard" .on.tleénd. De conclusies zijn van ons.

In 1923 ontvielen aan onze kerken 7 preddkanten door den dood. Emeritaat verkregen 8 predikanten. Daardoor ontstonden alzoo 15 vacatures, Daartegenover sta.at, dat 25 candidaten een beroep aannamen (17 van d'e Vrije Un., , 7 van de Theol. School, 1 „singulier"). Zoodat we een vermeerdering heblien te boeken van 10 dienstdoende predi'kanten. Gunstig steekt dat af tegen vorige jaren. In plaats van vermeerdering was er in 192^ een vermindering met 10 en in 1921 met 6 predikanten. Wel een verschil! Als de aanwas van studenten in de theologie nog een jaar of zea zóó. aanhoudt, is het ergste van den predikantennood geleden. Want wel zijn er nog 234 vacatures, maar de meeste van die kerken kunnen geen beroepi uitbrengen. Daartoe zijn ze financieel niet krajohtig genoeg. Doch gelijk we zeiden, dan moet de toevloed van studenten in de theologie even groot blijven. Zeer is dit te hopen. En aJ zou er na, dien termijn geen dringende predikantennood meer zijn, de behoefte aan predikanten blijft. Noodig moeten er in de gróote steden meer predi'kanten komen. De uitbreiding yan het zendingswerk z-al o*k haar aandeel vragen. Nog steeds moet daarom den Heere des oogstes gebeden, dat Hij .arbeiders in Zijn wijngaard uitstoote.

De smeltk'roes leverde dit jaar niets op. Nog] 8 plaiatselijke kerken leven door de beginletters van het , alfabet van elkander gescheiden. Daar zitten de. moeilijkst smeltbare stoffen. Maar moeilijk gaat ook. Mogen de kleinigheden, diè de menging ^tegenhouden, met fijne tangetjes woi-den uitgeih.aald. En dan er zit op 't oogenblik' nog werking in de smeltkroes.

Het aantal kerken bedraagt thans 721 tegen 719 in het vorige jaar.

Jammer, dat onze kerken nog altijd geen centraal-bureau voor statistiek hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

De werkwijze der Generale Synode.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 1924

De Reformatie | 8 Pagina's