GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PROEVE VAN EEM GRONDSLAG VOOR DE INTER-NATIONALE CALVINISTISCHE ORGANSATIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PROEVE VAN EEM GRONDSLAG VOOR DE INTER-NATIONALE CALVINISTISCHE ORGANSATIE.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

In onze artikelenreeks „Internationaal Calvinisme" hebben wij als voorwaarde voor een „goede samenwerking tusschen de iGrereformeerden uit ïerscliillende landen een vasten grondslag, een beginselverklaring, welke doo> r allen kan worden onderschreven, onmisbaar genoemd.

Vanzelf leidt dit to-t de vraag: waar vindt men de formuleering van zulk een vasten grondslag ran het Internationaal Cialvinisme?

Wij willen pogen in een tweetal afzonderlijke artikelen daarop een antwoord te geven of beter nog: een voorslag te doen.

Allereerst behoort men er zicii rek'enschap van te geven, welk karakter zulk een beginselverklaT ring" moet dragen.

Houdt men in het oog, dat het Calvinisme niet maar een kerkelijke beweging is, doicli een eigen wereld-en levensbeschouwing heeft, dan ligt de konklusie voor de hand, dat het niet alleen be^ ginselen voor het religieuse en kerkelijke, maar Toor heel het leven in zieh bergt.

Moeten nu ook beginselen, die buitem het eigenlijk religieuse gebied liggen, in den vasten grondslag tot formuleering worden gebraoht?

Zietdaar een zeer belangrijke "kwestie, waarover niet mag worden heengeloopen.

Eenerzijds is er veel voor te zeggen, dat ook algemeene staatkundige en maatschappelijke principes (om uit de verschillende nu deze alleen te noemen) tot uitdrukking worden gebracht. D'aardoor tooh zou het te scherper uitkomen, dat het Calvinisme een kultuurtaak heeft. En ook zou op die wijze Taji meetaf het gevaar worden bezworen, dat men ran de internationale Calvinistische organisatie tooh ifeer een louter kerkelijke beweging zou maken.

Auderzijds echter levert de formuleering van deze ttiet specifiek religieuse beginselen het grootste bezwaar op. Opi die andere terreinen toch werd ^oor de Calvinisten uit verschillende landen tot heden .toe weinig koaitakt geoefend. Noch in den bloeitijd van het Calvinisme in het verleden, noch i'i de wederontwaking ervan in het heden, werd daarover veel van gedachten gewisseld'. Een comwimis opinio, welke slechts behoeft geproiekteerd 'o worden, valt niet aan te wijzen. En toch zou öie moeten bestaan, wil de beginselverklaring van meetaf aan haar doel beantwoorden. Men komt samen op een basis, die gemeenschappelijk wordt aanvaard.

Nu zijn we ervan overtuigd, dat de Gereformeerden uit de '«verscihilleride landen het ook over ''ö politieke en sociale beginselen, voorzoover ze primair zijn, met elkander eens zijn.

Maar dan is het toch wel heel noodzakelijk, dat ^'j er eerst eens met elkander over spreken.

Daartoe nu zou de internationale Calvinistische ^ganisatie zoo uitstekend het initiatief kunnen Hemen.

OP de kongressen en in de pprs zou dat een ''oornaam deel van het programma moeten uitmaken.

Het zou één van de gezegendste vruchten der jjiternationale samenwerking zijn, wanneer over 6el de wereld de Calvinistische beschouwing van *e|eiischap', kunst, staat, maatschapfiij enz. door ^' geformuleerde beginselen kon worden geprofaneerd.

Doch dat is niet zoo dadelijk te verwezenlijken.

Daaraan moeit een vinden van elkander voorafgaan.

En dit is het heerlijke: in den wortel des geloof s zijn we één.

De beginselen, welke ons geloof raken, bleven niet onuitgesproken, maar werden in onderscheiden lormuleeringen, waartusschen in den grond der zaak geen tegenstrijdigheden bestaan, in formuleeringen vastgelegd.

Die hebben wij voor het grijpen.

Daarom blijft ons geen andere keus dan voor een vasten grondslag van een internationale Cal' vinistische organisatie ons "te bepalen tot een geloofsvefklaring.

Dat hondt niet in, dat deswege die organisatie minder hecht zal zijn.

Immers, in onze wereld-en levensbeschouwing is de religie het centrum.

Ons geloof beheerscht al ons denken en doen.

Bestond er nu een belijdenisschrift of een stel belijdenisschriften, dat gemeengoed was v: an alle Gereformeerden, waar ze zich ook o> p' de wereld bevinden, zooi zou dat heel geschikt als basis kunnen dienen.

Want al draagt een belijdenisschrift uiteraard een kerkelijk karakter, dit sluit niet uit, dat het ook tot een niet-kerkelijk do «Juinde kan worden gebruikt.

Feitelijk gebeurt dit nu al.

Hoeveel vereenigingen, welke los van elke kerk staan, hebben ten onzent niet in de statuten opgenomen, dat zij staan j^]i den grondslag van de Dïie Formulieren van Eenigheid!

Een beter gemeenschappelijk uitgangspunt laat zich moeilijk denken.

Daarenboven zijn deze Eenigheidsfoimulieren niet het uitsluitend eigendom van een bepaalde kerkengroep, maar ook andere erkennen die.

In ons land b.v. de Geref. Kerken, vele Hervormden, de Christelijke Gereformeerde Kerk, de Geref. Gemeenten.

Het belemmerende zit dan ook in iets anders.

Er is niet één belijdenisschrift, dat oecumenische geldigheid heeft.

Geen enkele Gerefo^rmeerde koiiifessie wordt over heel de wereld door de Gereformeerden aanvaard.

In de meeste landen hebben de Gereformeerden een eigen konfessie.

Daarin verschillen zij b.v'. van de LuÜierschen.

De Augsburgsche geloofsbelijdenis is voor alle fconfessioneele Lutherschen in alle landen een erkend belijdenisschrift.

Maar ten tijd© van de E, eformatie voelde men onder de Gereformeerden deze aangelegenheidi "heel anders aan.

Al dacht men over de waarheid eenstemmig, de geestesstruktuur van hen, die de waarheid beleden en ook de omstandigheden, waaronder men in elk land leefde, verschilden niet weinig.

Hier had men de waarheid te verdedigen tegen deze, daar tegenover die dwaling.

Dat bracht een heel andere konstruktie van de belijdenis met zich.

"En het is de eere van "het Calvinisme geweest, dat het die verschillen niet nivelleerde', maar eer' biedigde.

Zoo kon in jedere natie het belijden pas tot zijn recht komen.

Zoo bloeide niet een zondige, maar een gewettigde en schoone pluriformiteit op.

En onderstelt de internationale Calvinistische organisatie voor elk land na'tionale organisaties, zoo zijn de oude konfessies voor elk dier organisaties de natuurlijke basis.

Men zal wel doen, daarvan bij de nationaile Calvinistische akties uit te gaan, ofschoon het ge^ wenscht zal zijn met het oog op de behoeften van den tegenwoordigen tijd ze aan te vullen, hetzij door er een nieuw belijdenisschrift aan toe te voegen, hetzij de oude met enkele artikelen ^uit te breiden.

Dat geeft een nationalen band, waarvan de samenbindende kracht niet licht te overschatten is.

Zoo blijft de eenheid met het voorgeslacht bewaard en behoeft niet van voren af aan begormen, maar kan er worden voortgebouwd.

Doch voor de internationale organisatie moet men op andere middelen hedacht zijn.

Men kan toch niet als eisch stellen, dat buitenlandsche Gereformeerden de Drie Formulieren v^n Eenigheid als basis voor samenwerking moeten aannemen.

Dan zou men van hpt begin af al een struikelblok op den weg werpen.

Niets is fnuikender voor een internationale organisatie, dan dat één natie haar formuleering van de waarheid o^ok aan andere wil opdringen.

En zeKs al zou er van opdringen geen sprake zijn, dan nog zou zij er zich. tegen moeten verzetten, dat haar formuleering internationaal zon worden gemaakt.

Want al bedoelt men het b^ den opzet ook goed, nationale gevoeligheden zullen vroeg of laat tooh aan den dag komen.

De internationale organisatie behoort van haar stichting af er op ingesteld te worden, om deza nationale gevoeligheden geen gelegenheid te geven verstoring aan te richten.

Wij beweren niet, dat dit altijd te vooïk'omen zal zijn.

Men mag zich de Gereformeerden niet idealiseeren.

Helaas zullen zulke kwesties weleens opduiken.

Maar daarom bestaat er te meer reden om van meetaf te doen, wat in haar vermogen is, om het te voorkomen.

De blik moet verder reiken dan tot de tegenwoordige generatie.

Eén belijdenisschrift is er, dat eenigszins internationaal zou kunnen worden genoemd, n.l. de Heidelbergsche Catechismus.

Maar werkelijk internationaal is ook dat niet.

Nooh in Engeland en Schotland, noch in Frankrijk, noch in Fransch-sprekend Zwitserland heeft men het aanvaard.

Reeds daarom kan het niet worden aanbevolen. Waarbij dan nog komt, dat, hoe hoog wij onzen Catechismus stellen, ook wij daaraan alleen als grondslag niet genoeg hebben.

Zoo komt er de leer van de Schrift al zeer embryonisch in voor.

Toch is dat tegenwoordig een stuk, waaropi wederzijdsch verstaan onontbeerlijk is.

Onze konfessie biedt op dit ptunt dan ook een noodzakelijke aanvulling.

Zoo is er meer.

Maar wat dan?

Elkanders belijdenisschriften als grondslag te erkennen en zeggen: ieder blijve getronw aan eigen konfessie; dat is voor samenwerking een genoegzame waarborg ?

Op zichzelf lijkt dit heel mooi.

Doch in de praktijk zal dit aanleiding geven tot geen geringe moeilijkheden.

Want dit voorstel zou hierop neerkomen, dat men alle Gereformeerde belijdenisschriften te zamen aan de samenwerking ten grondslag legt.

Houdt men er nu rekening mee, hoe weinig Gereformeerden hun eigen konfessie grondig kennen, zoo zou de last om in de Gereformeerde konfessies van andere fanden goed thuis te zijn, te zwaar worden.

Toch zou men op dit standp^mt met liiet minder kunnen volstaan.

Bij eventueele konflikten moet men zich.' opj de gemeenschappelijke basis kunnen beroepen.

Als die basis dan zóó uitgebreid is, wordt dit VO'OT de meesten een onmogelijkheid.

Zoo iets zou de internationale aktie ten zeerste schaden.

Er blijft od. daa ook niets anders over dan een nieuwen grondslag, alleen voor nationaal gebruik te ontwerpen.

Deze moet het specifiek Gereformeerd karakter goed doen uitkomen.

Vandaar, dat men aan een artikel als: „de organisatie stelt zich op den grondslag van de Heilige Schrift als het onfeilbaar Woord van God" niets heeft.

Want op dat standpunt willen 'de Roomschen en de konfessioneele Luiherschen, de oude Remonstranten en de orthodoxe Baptisten, de Apostolischen en de zoogenaamde Darbisten zich ook stellen.

En nu hebben we nog niet eens de vaagste omschrijving genomen.

Neen, het zal zaak zijn ïn de nieuw te ontwerpen geloofsverklaring alle fundamenteele waarheden, gelijk die allerwege door de Gereformeerden

worden aanvaard, tot uitdrukking te brengen. Maar dan ook weer zóó, dat deze geloofsverkla-: ring niet al te omvangrijk wordt.

Ze moet b.v. niet redeneeren "en betoogen, gelijk in onze Nederlandsche Geloofsbelijdenis en onze Dordtsche Leerregels geschiedt.

Veeleer staat ons voor QOgen de vorm van de Geloofsbelijdenissen van Nioea en Athanasius, al zal men de gewenschte geloofsverklaring filet zóó beknopt kunnen houden.

Wij bedoelen er dit mee, dat alleen de resultaten der geloovige bezinning oVer de Sdiriftopenbaring, van Gereformeerd standpunt gezien, erin worden opgenomen.

Opdat men ons nu niet verwijte, dat het "wel gemakkelijk is de wenschelijkheid hiervan uit te spreken, maar de uitvoerbaarheid door ons niei is aangetoond, verstouten wij ons "de proeve van zulk een geloofsverklaring aan te bieden.

Uit dat gezichtspunt beschouwe men het volgende artikel.

Men legge er toch vooral niets meer in.

De proeve diene alleen als voorbeeld.

Doch heel gaarne ruilen wij haar tegen betere in. een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

PROEVE VAN EEM GRONDSLAG VOOR DE INTER-NATIONALE CALVINISTISCHE ORGANSATIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1925

De Reformatie | 8 Pagina's