GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHODW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHODW.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

: i».*f^jt-*-D e taal der synode; nieuw of oud?

Iftïit'ïfDe Hervorming'" schrijft S. het volgende:

„Het zal aan de lezers van „De Hervorming" bekend zijn, - dat er naast het Nederlandsch'ien het Duitsch , oog een derde taal bestaat, .een soort misbaksel, dat men het „Germaansch" zou kunnen noemen. Tot dit .„Germaansch", dat in ons land nogal geliefd is en dat een eigen verzameling van woorden, heeft, beliooren woorden als: ongeacht, omlouw, nieuwbouw, verzendkosten, richtig' '(een leeMjk eendje idoor het Ministerie van Financiën uitgebroed). De Synode te Assen doet ook een duit in het zakje. Ze heeft aan een der predikanten, wiens zaak in het geding kwam, geschreven wat z.e van hem verwacht en o.a. als voorwaarde gesteld: met o nderlatin g voorshands van de bediening des Woords enz., enz. Dat „onderlating" is zintuigelijk waarneembaar geen Nederlandscb maar , „Germaansch".

Naar ieder, die de gereformeerde kerkelijke taal eenigszins kent, weten kan, is het niet waar, dat de synode 'van Assen een speciaal Assensch duitje in het neo-misbakselenzakje deed. Hoogstens kan men haax verwijten, dat ze de taal der vaderen bewaard heeft, en dat ze oude termen, die vroege gemeengoed waren, laat voortbestaan. Maar dat het niet nieuw is, en ook niet „Assensch", te spreken van „ond er lat i ng", blijke uit het feit, dat reeds door de synode van Middelburg in 1581 gesproken is van „die gheene, die synen dienst onderlaten heeft" (part. vragen, 6); dat evenzoo het woord voorkomt in art. 12 van de kerkorde van Den Haag 1586, en injdie , , van Dordrecht, 1618—1619, art. 14 en 15. . "•1^^: '

Woordenboeken bewijzen trouwens^"'dat het woord in het vroeger nederlandscb gangbaar was. Het is wel oud, maar niet een nieuw Asser mis-baksel.

Laat De Hervorming, en ook het Handelsblad, dat dit „belangrijk" nieuws overnam, eens opslaan het wdbk, van De Vries en Verwijs. Men zal zien, dat „onderlaten" 3 eeuwen geleden gebruikt is door de , statenvertalers (een theoloog had daar wel op' mogen letten) in Habakuk 1:4, en voorts door Hooft, Brandt, Camphuyzen, de Brune. Maar tegenwoordig maakt men zelfs van oud-hollandsche woorden een nieuw germanisme om toch maar zonder „onderlaten" op Assen critiek te oefenen; het zou ook jammer zijn, als men iets van dieicrjtiek „onder zich zou laten".. .

• ''"""' Het kopje thee.

Verschenen is een geschrift van Lucien Brulez: Hollandisohe Philosophie. (Ferdinand Hirt in Breslau, 1926.) Daar trof me op bl. 111 deze zin: '

A. Kuyper, der in den Anfangsgründen seiner groszen (calvinistischen) Theologie erstaunlich rich-

tige und tiefe erkenntnistheoretische Ansichten entwickelte

• Op gevaar at, dat een christelijk-gereformeerde kerkbode dit zinnetje mishandelt (gelijk onlangs het boek van dr Wielenga te beurt viel: In de School der Wijsbegeerte) om te bewijzen, dat de Afscheiding toch veel beter was dan de Doleantie, en dat de laatste de filosofie heeft gebracht in de kerk (wat natuurlijk net zoo min waar is, als b.v. de bewering; dat dr Kuyper wel eens in een sportpafc de bergen beklom, andens dan De Cock, bewijzen zou dat de Doleantie, anders dan de Afscheiding, de „cultuur" liet overwoekeren het erf der theolo, gie); en op gevaar af, dat iemand meenen mocht, dat ik liet met het boekje van Brulez eens ben (wat niet het geval is) wil ik toch op deze uitlatiqg wijzen. Want zij heeft haar waarde. Veleai zeggen tegenwoordig: wij moeten in de Geref. kerken de kennistheorie gaan uitwerken in den opbouw der confessie en de kennistheoretische vraagstukken gaan ter hand nemen, wantwehebben daar no^^g niets voor gekregen tot nu toe. Maar een buitenlander constateert, dat dr A. Kuyper ons voorloopig werk genoeg gegeven heeft, en dat de bewering, dat wij nog niets hebben, en zonder verloochening van de historici met blanco mandaat zouden kunnen beginnen, onjuist is.

Brulez drukt Kuypers portret genoeglijk naast dat van Bolland af; de Wekker hoore. Maar velen zeggeki: ik ben bezwaard vanwege Assen; want — ik citeer uit het hoofd — de groote mannen ontbreken tegenwoordig, die ons het verlossende woord kunnen spreken; we hebben ze niet meer. Wei ja; alsof Kuyper en Bavinck niet eiken dag nog onder ons te raadplegen zijn in hun boeken. Hebben we ze niet? Missichiön woixlen ze door de klagers niet gelezen.

Brulez zegt, bl. 114:

Es dauert Jahre, hevor man von hoUandischen Bekannten zu einem „kopje Thee" eingeladen wird... Hollanders zijn zoo stijf m.a.w.; ze moeten u eerst eens goed bekijken, voordat ge op een kopje thee ge\Taagd wordt.

Ik geloof, dat het aan de invitatie op een kopje thee niet ontbreekt. Barth komt op de thee, en Kant, en waarlijk Kuyper en Bavinck lo-ijgen soms ook een ver, 6'erende uitnoodiging. Maar het was te. wenschen, dat men wat minder thee praatjes liield en hen meenam ('\y, ant ze zijn er nog) naar de studeer kamer. Wie da, n, een paar jaar na de begrafenis van Kuyper en Bavinck, over Assen heen kweej.t: wij hebben geen groote mannen meer, o Zwitsers, komit over en helpt ons, ..... die bedenke, dat hier een duitscher naast elkaar en achter elkaar behandelt: D. Wyttenbach, Van Heusde, Opzoomer, Allard Pierson, Multatuli, Bolland, Heymans, A. Kuyper. Als nu de heer Brulez door vele bezwaarden eens op de thee gevraagd wordt, dan krijgt waarlijk dr A. Kuyper ook nog eens een beurt. Wie weet, of men al tea-end niet ontdekt, dat hij toch ook wel wat nieuws gezeigd heeft, dat men eerst kennen moet, wil men g; aan uitbouwen. ,

'• O o s t e r e n d.

In de pers circuleert onderstaand bericht:

i In de bladen werd meldinig gemaa, kt van een telqgram van protest aan de Synode, ondsrteefcehd door 6 leden van den Raad der Geref. Kerk te Opsterend Texel. Het protest van deze broeders richtte zich tegen de woorden van den Voorzitter, dat bebalve twee Kerken, alle Kerken hartelijk instemden met de besluiten der Synode.

Bedoelde broeders vatten het woord harteUjk op als: -met bhjdsjjhap. En waar zij wel van harte in. stemden met de genoanen besluiten, doch met weemoed in het harte, meenden zij te moeten protesteeren.

Waar in hun protest schijnbaar door sommige bladen gelezen werd een stelling nemen tegen de Synodebesluiten, deelen zij bij dezen mede, dat ze van harte instemmen m^et genoemde besluiten.

De Onderteekenaars.

Het is goed, hiervan kennis te nemen. Al weer een legende minder.

Prof. Obbink over een gravamen.

Prof. Obbink schijnt den goeden invloed te wülen breken van zijn woord, dat men ten gunste van de Asser Synode kon uitleggen en ook heeft uitgelegd. Onlangs kwam hij althans weer eens met iets anders voor den dag. Hij sclirijft in het „Alg. Weekbl. V. Chr.dom en Cultuur" over het gravamep dat Dr V. Leeuwen heeft ingediend' bij de Gen. Synode van Assen. Dat Prof. Obbink oordeelt, - dat Dr v. Leeuwen de kwestie niet zuiver stelt, zou een gereformeierdie kunnen' doen vermoeden, dat eventueede afwijzing; van bet gravamen strate. door de Synode Prof. Obbinfc's instemming zou kumien verweiwen. Maar het zal niet gelukken.. Immers, als Pi-of. Obbinlc Dr v. Leeuwen afwij'st, is het wel doordacht; maar als de Synode het .straks doen zal, staat van te voren vast, dat het niet doordacht (zal wezen. Men leze:

Het verwondert mij, dat dr v. L., die in de Oostersche wereld thuis is, het onjuiste dilemma stelt: óf een werkelijke slang óf de duivel. Hij moest weten dat die tegensteHing niet deugt. Maar voor zijn verdediging teigenover de Synode is het van weinig belang, hoe hij zich uitdrulrt: zijn standpunt wordt tóch veroordeeld — zonder weerlegging. iDaarom maakt deze verdèdigingsbrochure zoo'n tragische indrulc; de Synode neemt niet eens de moeite van naar zijne argumenten te luisteren, en nog minder van ze te weerleggen.

Van Prof. Obbink zijn we veel onvriendelijks gewoon tegen de Gereformeerden. Maar dat hij het zoo bont zou piaken, had üc niet diirven denken. Iedereen heeft kunnen lezen, dat voor het onderzoek en de beantwoording van het , gra.A^amen: van Dr v. Leeuwen juist de'Synode verdaagd-is, en dat aan zijn bezwaarschrift de volle aandacht geschonken wordt. Maar terwijl het in alle bladen te lezen sitaat, weet Prof. O. dat het heelemaal onzin is.

W:6l ja.

Het is. een troost, dat achter op de advertentie^ pagina van zijn krant onder het hoofd „Moderne fabelen" volgende wijsheid te lezen is: (

De snoek sprak met verachting over den karper lien oogenblik later evenwel had hij hem verslonden. , „Ik zou niet willen leven, van wat ik veracht", merkte de baars op.

„O, dat is imeesmuilend. wat anders", antwoordde de snoek

En hij ginig op zijn zij liggen, ter der goede spijsvertering. bevordering

Er zijn vele nieit-gereformeerde snoeken, die zelf geen KERKgeschiedenis kurmen 'maken, en die den gereformeerden karper, die het. wel doet, verachten, doch inmiddels op zijn belangrijkheid teren.

Want hoeveel jcrantenschrijvers e'U referenten zijn er niet, die als ze in 1926 nog iets actueels willein zeggen, dat ligt op hot terrein van de geestelijke beweging DEZER dagen, het hebben mo-oten van den 'gereformeerden synodalen karper? Hun eigen snoekengiezelschap heeft geen stof te bieden. Het verhaal van snoek en karper is wel modern, maar, helaas, g; een fabel. Behalve dan: de verslinding van den karper door den kaper-snoek.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHODW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1926

De Reformatie | 8 Pagina's