GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET JAAR 1926.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET JAAR 1926.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

II:

Winst ©n ve^rlies.

Berekenen wij nu over 1926 winst en verlies in ons kerkelijli leven, dan hebben wij ongetwijfeld kwantitatief, naar het getal, schade te boeken.

Door het schisma verloren wij vele leden.

Een juist cijfer kan niet worden opgegeven.

Toch staat dit wel vast, dat het percentage gering is. Bij den haard van het schisma, in Amsterdam-Zuid, is het numeriek van heteekenis. Ook daarvan echter zijn geen nauwkeurige 'getallen bekend. De opgave, welke de kerk van Amsterdam-Zuid vóór de scheuring deed, blijkt slechts een schatting te zijn geweest en dan wel een schatting érg aan den hoiogen k'ant. Ma, ar elders

~ ook in Amsterdam-Centrum — zijn de groepen niet groot. Een tamelijk veilige raming brengt ons tot een kleine drieduizend zielen.

Op de ruim 540.000 zielen, welice oaiz© kerken tellen, is het schismatieke cijfer verdwijnend klein.

En het laat zich aan het eind van het oude jaar geh.ikkig aanzien, dat het niet veel grooter zal worden.

Maar. het kwantitatieve zegt ons zoo weinig. Of'liever wanneer de vraag om antwoord roept aan weUcen kant 'de waarheid is, zegt het getal op zichzelf niets.

Indien het schisma tien, vijftig, honderd maal meer slachtoffers had gemaakt, zouden wij in onze overtuiging, dat de waarheid aan de zijde van Assen v/ordt gevonden, niet zijn geschokt.

Uit ander oogpunt echtex hechten wij aan het getal weer wel eenig gewicht.

Indien Assen ontrouw ware geweest, indien het bet rationalisme in onze kerken had laten. voortwoekeren, zou naar menschelijke gedachte over tien jaar de, breuk veel ernstiger zijn geweest.

Want de breuk moest komen, vroeg of laat.

Maar dan zou het niet bij een kleine drieduizend zijn gebleven. i| ^^*iSplii? IISRi'-

Wij durven bij geen-bèiiadering te besommen hoeveel duizenden een eventueel scliisma dan wel zou hebben verslagen.

Inzoover heeft het getal wel waarde, dat de trouw van schier de grootst mogelijke meerderheid stemt tot dank.

Wat wij in het begin van 1926 schreven, n.l. dat heelo deelen van ons land door de kwestie niet werden beroerd, is door do uitkomst gestaafd.

En zelfs in de centra van de beweging is het bijzonder meegevallen.

Menigeen had dat-niet gedacht.

De Synode overwoog bij hot nemen van maatregelen zelfs de mogelijkheid, dat er tegenclasses gevormd moesten worden.

Dit is gelukkig niet noodig gebleken.

En als wij nu op het kwalitatieve 'letten, dan schakelen wij de gedachte uit, als zoenden aan den kant van Assen alleen oprechte christenen staan en aan geAo zijde slechts christenen van den zelfkant woTden gevonden.

Zoo'n gedachte mag onder ons geen post vatten. - Wij weten" bete3g|^||^'j|**l^#? ^#l'

Maar wanneer wij hef schisina als geheel nemen, dan 'heeft dit kwalitatief gesproken aan onze kerken zuivering gebracht.

Want het rationalisme beteêkent niet alleen een denkfout, maar óok een lev ens fout.

Rationalisme ging immer gepaard met toenadering tot de wereld.

En dat het verschijnsel der wereldgelij'kv o r m i g h e i d in de schismatieke kringen — het zij hier herhaald: niet hoofd voor hoold en ook niet zoo, dat allen, die met Assen aan de belijdenis trouw bleven, er geheel vrij van bleven — zich het opvallendst openbaarde, is voor ons voor geen tegenspraak vatbaar.

Het lust ons niet hier in bijzonderheden te treden. Waarop wij doelen is genoegzaam bekend.

Indien het verslag van een lezing juist is — dit voorbehoud maken wij uitdrukkelijk — dan heeft een schismatiek spreker de wereldgelijkvormigheid zelfs verdedigd. •

Volgens hem zou in de Schrift wel wereldliefde worden verboden, maar wereldgelijkvormigheid niet.

Alsof er niet geschreven stond: n wordt dezer were], d niet gelijkvormig! (Rom. 12:2).

Het is wel merkwaardig, tragisch zoo gij wilt, dat. een predikant, die eens waarschuwde tegen de veruitwendiging onzer kerken, tegen Assen heeft gekozen.

Moge hij, in de schismatieke kerken als hét geweten fungeeren.

En nemen wij nog immer zijn waarschuwing ter harte!

Op de kerkelijke konferentie onzer schismatieke broeders maakte dit een der programpunten uit: bepaling van hun houding ten opzichte van 'de kuituur.

. Er werd te verstaan gegeven, dat onze kerken daarmee niet genoeg ernst maken!

Blijkbaar vergat men, dat kuituur geen eenheidsbegrip. is.

Wij vonden er geen melding van gemaakt, dat ook' door de kültuur de antithese loopt.

Dat klopt ook wel eenigszins opi de feiten.

Wij zagen met leede oo|en hoe juist in die kringen, waaruit later het schisma is voortgeko­ men, een kritieklooze houding tegenover de kuituur werd aangenomen.

Ook wij zijn minnaars van de kuituur.

^laar wij maken onderscheid tusschen c h r i s-t e 1 ij k e en .w e r e 1 d s c h e kuituur.

Tegenover de laatste, wij schamen ons niet dit openlijk te verklaren, staan wij vijandig.

Voor de eerste zijn wij warme propagandisten. Het is waar, 'dat er in onze kerken zijn, die met' de tweede ook de eerste voor een goed deel zouden willen uitwerpen.

Het behoort tot onze reformatorische roeping op de bewustwording in deze bij onze menschen te werken.

Onder onze dooden was er vooral één, die zich telkens weer als kultuurmensch deed kennen.

Het was onze 'ontslapen medewerker Dï'de Moor.

Wij missen in ons blad zijn „muzikale kronieken".

Ook op letterkundig gebied had hij groate verdiensten.. fji^^^SSW.

En al was hij in dit opzicht misschien nog te zeer de litteratuur-opvattingen van een vorige generatie toegeda, an, hij bezat tenminste litteratuur-opvattingen.

Zulke menschen zijn onder ons nog al te schaarsch.

Maar niet alleen als echt Gerefoirmeerd kultuurmensch houden wij zijn gedachtenis in zegening, ook — en nu gebruik ik het wqord eens in een geheel anderen dan den gewonen zin — als kerkvader.

Kerkvader was hij, niet omdat hij. een fundamenteele dogmatische heteekenis voor onze kerken heeft gehad, maar omdat zijn hart vei-vuld was van vaderlijke zorg voor de plaatselijke kerken, welke hij diende en voor onze kerken in het algemeen.

Den man. die q^ onze "kertelijke vergaderingen zijn plaats geheel kan innemen, zien wij' nog niet aangewezen.

Hij was een bij uitstek ordenende geest. Hij bereidde zich opi alle gebeurlijkheden voor. Het scheen wel, dat hij nooit kon worden verrast. Alleen — 'God heeft hem verrast door hem middenuit den synodalen arbeid weg te rukken en op; te nemen in Zijn heerlijkheid., Hij ging naar de kerk, waar geen schisma meer mogelijk is.

Zijn sterven blijft voor allen, die van'de Asser Synode deel uitmaalcten, onvergetelijk.

Gelukkig heeft de Heere onze kerken in dit jaar niet veel van zullce slagen toegebracht.

Het sterftecijfer onder de dienstdoende dienaren des Woords was zeldzaam 'klein.

Het bedroeg niet meer dan vier..

Eén hunner had — aangrijpend! — juist zijn diensttijd vervuld.

Hij, n.l. Ds O. J. Geerling van Zaltbommel, hoopte te gaan rusten van zijn arbeid.

En hij rust ook' van zijn arbeid, maar anders dan hij meende.

Hij ging in de rust, die daar overblijft voor het volk van God.

Ook voor een ander lag Tiet emeritaat in het verschiet. Wij bedoelen Ds P. I. Jongbloed van Deventer.-

Eén stond er nog met Dr de Moor in de kracht an zijn leven, de stoere Ds R'. van de Kamp te Barendrecht.

Van de emeriti-predikanteii werd echter een betrekkelijk groot getal weggenomen. Niet minder dan twaalf. To't hen behoorde ook' Ds Js. van der Linden, door heel het land bekend om zijn sierlijke kanselgaven.

En om nu de statistiek te kompleteeren: behalve de vier predikanten in aktieven dienst, die ons ontvielen, werden er dertien emeritus verklaard, vier afgezet, vier gingen er tot de schismatiek© 'kerken over. Dr Vollenhoven ging 'wegens de aanvaarding van zijn benoeming tot hoogleeraar in d, e Litterarische faculteit tot een anderen staat des levens over, één moest ef worden geschorst en verbrak de gemeenschap met onze kerken, één 'verliet den dienst.

Dit komt onze kerken op een verlies van 28 ' dienstdoende predikanten te staan.

Daartegenover werden 29 candidaten in het ambt bevestigd, terwijl één predikant weer uit de Nederl. Herv. Kerk tot ons terugkeerde.

Jn het geheel alzoo 30.

Toch léido men daaruit niet af, dat de eigen--lijke vacatures met twee werden verminderd.

Immers, op meer dan één plaats werd tot uit-.breiding van het getal predikanten besloten.

Zoodat de behoefte aan predikanten tegen het eind van 1926 nog grooter is dan aan het begin.

Een bewijs, dat men zich over den belangrijken toevloed van theologische studenten niet ongerust behoeft te maten.

• Trouwens, wie werkelijk van God tot den dienst in Zijn kerk geroepen is, zal er ook zeker een plaats vinden.

Aan den anderen kant moet er ook bij nijpenden predikantennood tegen gewaarschuwd, dat een jonge man om de malaise, welke er op ander gebied heerscht, zich voor het predikambt zou voorbereiden.

Wee den herders, die zichzelf weiden!

In de nieuwe kerken, welke dit jaar in gebruik werden genomen, uitte zich over het geheel een heuglijke kultuurdrang.

Men is niet langer tevredeti met onooglijke, massale vergadermagazijnen.

Men verlangt, , dat ook in het huis des gebeds de schoonheid zal dienen.

Het rijmpje over de kerken van goud en de dominees van hout moge nog gaarne misbruikt worden door hen, die de hand op den zak houden, onze menschen hebben zoo niet het on-artistieke dan toch het o-nvrome van die rijmelarij ingezien.

Zelfs dreigde er een konfliktje over het aanbrengen van gestyleerde koppen van Calvijn, Kuyper, Rutgers en Bavinck aan de buitenzijde van •leen kerkgebouw.

Met deze „koppensnellerij" wordt veel gewaagd.

Hier heeft de overdrijving een beslissende stem in het kapittel gehad.

Zoo licht kan daartegen reaktie ontstaan.

Het gevolg zou kunnen zijn, dat de kultuurdrang op dit gebied weer ©enigszins werd onderdrukt en dat men in den kerkbonwmeester weer meer den technikus, dan den kunstenaar ging zoeken. ' , .

Laten we onze architek'ten aanmoedigen en niet afschrikken.

Overigens worden de nieuwste technische vindingen in onze kringen zeer gewaardeerd. Kerktelefoon en radio strekken daarvoor ten bewijze. Terwijl men van Nederlandsch Hervormde zijde zijn 'deel in den omroep, niet kan betalen, blijft men van onzen kant niet in gebreke.

Kon nu worden gemeld, dat onze kerken in dit jaar door aanvaarding van het wijkkerken-stelsel in de groote steden betere verzorging der gemeente waarborgden, wij zouden onze hartelijke ingenomenheid hier geestdriftig hebben uitgesproken. , •

Helaas, er is in dit opzicht een rust, die ons soms benauwen kan.

Men ziet zelfs de randkerken onzer steden tot massale kerken uitgroeien.

En hier kon toch met het wijkkerkenstelsel het gevoeglijkst worden aangevangen.

Hier staat men niet voor historische, maar voor nieuwe toestanden.

MoigB' aan het eind van 1927 ons rapport gunstiger zijn. 1

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

HET JAAR 1926.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's