GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Prof. Haitjema's egaal kerkbegrip.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prof. Haitjema's egaal kerkbegrip.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Na de breede uiteenzetting van Prof. Haitj'ema's bezwaren t^egen de isynode van Assen volge nu in afzonderlijke korte artikelenreeksen „onze kritiek.

Voorop ga 'dan het eigenaardig kerkbegrip', tot Prof. Haitjema er op ha blijkt te houden.

Zijn , , autos epha" (hij heeft het gezegd en daarmee ..uit) is Junius. Calvijn staat op het tweedle plan.

Nu willen wij het er ditmaal niet over hebben O'f het juist is Junius' autoriteit zoo hoog aan te slaan.

Ook niet, of zijn vertaling van het volgende citaat niet voor verbetering vatbaar is.

Hij haalt dan van dezen godgeleerde aan: , „0'p geen enkele wijze is het noodzakelijk, noch, dat de autoriteit der Kerk O'US het Schriftgezag bevestige, noch dat de decreten van kerkvergaderingen het stevigen: de roeping "van beide is veel meer, om het gezag, waarmede God zelf de ijchrift bekleed heeft, door te geven en verder te verbreiden".

Hier polemiseert Junius natuurlijk tegen üome, gelijk Prof. Haitjema zelf erkent.

Ma.ar volgens hem bedreigt het Koo'msche gevaar ook het Gereformeerde leven der 20ste eeuw.

Daarom heeft 'de belijdende kerk „ter dege toe te zien, dat zij niet de rol op, zich neemt van God' te helpen in de steviging van 't gezag van Zijn Woord: door besluiten te nemen op hare '"wettige hoogste vergadering, die bedoelen het Woord te beveiligen, maar met dat al weleens staketselen konden beteekenen, waardoor de levende doorwerking van de autoriteit der sprake Gods in het Woord wordt belemmerd!" ' i Hoewel „handhaving" van het Schriftgezag, mits goed verstaan, er mee door kan, geeft hij toch de voorkeur aan Junius' woorden „dóórgeven" en

„verder verbreiden".

Daarin ziet hij de roe^ping der kerk inzake het Schriftgezag.

Men zal al bemerkt hebben, dat Prof. Haitjema zich graag zwevend uitdrukt.

Mogen wij het citaat van Junius den tekst noemen en Prof. Haitjema's bescho'uwing de preek, dan slaat die preek op den tekst als een tang op een varken.

Junius veroordeelt het, dat ide kerk het Schriftgezag met haar gezag zou bevestigen en versterken. Dat doet Rome. Omdat het het kerkelijk gezag stelt boven het Schriftgezag.

Nu zou men verwachten, dat Prof. Haitjema eens konkreet had aangetoond, dat Assen, zij het dan zonder te bedoelen, de Schrift afhankelijk gemaakt heeft van het kerkelijk gezag.

Dat heeft Prof. Haitjema niet gedaan.

Dat kon hij ook niet doen.

Daartoe heeft Assen niet de minste aanleiding gegeven.

Nergens kan hij in al de rapporten dezer Synode ook maar één uitdrukking vinden, waaruit blijkt, dat •de Synode de houding aannam: het, Schriftgezag is op zichzelf onvoldoende, nu zal ik. Synode het ^.ens stevigen.

Prof. Haitjema heeft dat gevo'eld.

Daarom gaat hij er omheen praten.

Ja, ziet gij, de besluiten van de „wettige hoogste vergadering" konden met dat al weleens staketselen beteekenen, waardoor enz.

Maar de vraag is niet wat k o n, ma, ar wat i s. Daarenboven springt hij van het „stevigen" ineens over op, het „staketselen oprichten" om de doorwerking van het Woord Gods te belemmeren.

Dat zijn echter twee heterogene, geheel ande'rsoo'rtige begripp'cn.

Wie zal, als hij meent, dat zijn huis bedenkelijk zakt en het gestevigd moet worden, staketselen gaaii oprichten op'dat de gemeenschap tusschen de bewoners van 'dat huis en de buitenwereld worde bemoeilijkt.

Neen, dan zal hij dat huis door flinke steunpalen schoren en de fundamenten, waar noodig, laten betonneeren.

Met die staketselen zou hij niet anders bereiken, dan dat het huis op een goeden dag voorovervalt en misschien ettelijke voorbijgangers onder zijn puin levend begraaft.

Men bemerkt hieruit, hoe onlogisch het betoog , van Prof. Haitjema is.

En overkwam hem dat alleen op dit punt, we zouden het gaarne als een kleine uitglijding be-, schouwen.

Maar, gelijk we nader hopen te bewijzen, gebeurt hem dit herhaaldelijk.

Daarmee willen we niet beweren, dat Prof. Haitjema geen logisch denker is.

Wij weten wel beter. ,

Doch dit verraadt, dat hij een zwak punt wil verdedigen.

Wie op' een ijsschol wegdrijft, maakt rare évenwichtstoeren om niet te verdrinken.

Hij moge overige^ns in het dagelijksch leven de bedaardheid en bezadigdheid zelf zijn!

Dat Prof. Haitjema zulke sprO'Ugen maakt, komt niet het minst door zijn kerkbegrip.

Wij laten nu daar, dat hij, de reorganisatieman, blijk geeft nog altijd het genootschapipelij k kerkbegrip aan te kleven.

Hij spreekt van „de kerk" (niet van: de kerkieai) , , op hare wettige hoogste (niet „meerdere") vergadering".

De hiërarchische Synodale idee speelt hem nog immer parten.

Dat zullen we echter nu maar stilzwijgend voorbijgaan.

Van meer belang is het in deze zaak, dat Prof. Haitjema's kerkbegrip zoO' egaal is.

Om dit te bewijzen, willen we Prof. Haitjema zoover mogelijk tegemoettreden.

Wij voor ons gelooven niet, dat Junius de roeping van 'de kerk ten opzichte van het Schriftgezag ia het bedoelde citaat volledig heeft omschreven, nocli ook naar volledigheid gestrpefd heeft.

Maar goed, wij stappen vo'or een oogenblik op Prof. Haitjema's standpunt over en houden ons aan het „dóórgeven" en „verbreiden".

Nu is echter 'dit zijn fout, dat hij vergeet, dat de kerk verschillende functies en organen heeft.

De heele kerk en alle kerken moeten wel „doorgeven" en „verbreiden", maar alle functies en organen 'doen dit niet op' 'dezelfde wijze.

Op den kansel geschiedt dit anders dan door het huisbezoek, op' de kerkeraadsvergadering weer anders 'dan op de catechisatie.

Zoo nu ook heeft een Synode een e'igen wijze van „'doorgeven" en „verbreiden".

Daar heeft Prof. Haitjema echter geen oog voor. Het is hem „alles eins". Om dit met een beeld toe te lichten.

Het lichaam heeft o.m. tof taak om wat er ia de ziel leeft „dóór te.geven".

Maar nu kan men toch niet aan oog, mond, hand, voet eenzelfde wijze Van „dóórgeven" O'pleggen. f

Men kan niet allen b.v. den eisch stellen: "geei

pratend dóór. Of geef zingend dóór. Of geef wandelend dóór.

Als de voet moest gaan praten, dan zou hij misschien minder welluidend stampen. Als de mond moest gaan wandelen, dan zou hij in het zand moeten bijten.

Dit onredelijke nu vordert Prof. Haitjema van de kerk.

De heele kerktmoet volgens hem „ , jpreeken" ". Hij ziet geen geledingen in de kerk. Zij is hem ee-n relieflooze massa. Hij vraagt zich niet af: wat is speciaal de roeping van een S/node? Hoe moet zij krachtens haar karakter „doorgeven" en „verbreiden"?

En toch: zóó had hij de kwestie moeten stellen. Het ging immers over Assen!

Over een Synode!

Maar dat liet hij na.

Zijn egaal kerkbegrip „kon" voor hem maar niet een „staketsel" beteekenen, maar beteekende een „staketsel".

Assentje spelen.

De „onwettige", „schandelijke", „verfoeilijke" wijze van procesvoering, te Assen in praktijk gebracht, heeft navolging gevonden.

En wel bij' de Redaktie van „WooTd en > Greest".

Eén barer leden. Ds Brussaard, had door zijn verklaring op de classis Haarlem „ernstige reden tot nadenken" gegeven.

En ofschoon hij jvaarschijnlijk tevoren niet door eenig „onderteekeningsformulier" ten opzichte van dat weekblad gebonden was, had hij zich toch te verantwooiden.

Hij deed dit in een lang artikel.

Maar het werd niet geplaatst vóór men wist of hij bereid was een „verklaring" af te leggen, welke de Redaktie bevredigde.

Nu ging het met Ds Brussaard als op de Synode, zijn stukken kwamen niet op tijd.

Hij werd in „comité-genexaal" gehoord. Men stelde een verklaring voor hem op. Men had uit zijn artikel het een en ander uitgelicht en het tot een verklaring opgesmolten.

Hij had slechts te „teekenen".

Hij moest zich „conformeeren" aan de Redaktioneele denkbeelden.

Dan was alles in orde.

In dezen gang van zaken heeft de historie weer haar kostelijke ironie laten tintelen.

De overeenkomst met wat te Assen is geschied is bepaald treffend.

De Synode werd als het ware gekopieerd.

Hier werd Assentje gespeeld.

'Gespeeld!

W, ant natuurlijk is het gezag van een E.edaktie niet te vergelijken met het gezag van een Synode.

Het tragisch-komische schuilt niet hierin, dat een Redaktie als voorwaarde stelt, dat er onder, haar leden homogeneïteit zal bestaan. ÜfPJÊ'

Zulk een homogeneïteit is zelfs onmisbaar.

Maar dit maakt het tragisch-komische uit, dat zij voor de homogeneïteit waakt op gelijke wijze als Assen gedaan heeft.

En vooral: dat zij nog altijd rnoord en brand schreeuwt, omdat Assen de wacht heeft betrokken bij de homogeneïteit tusschen de "belijders van de Gereformeerde Kerken. /

En nOig het meest: dat zij', wat Assen veroordeeld heeft, tot sjibboleth van laomogeneïteit stelt vo)Or haar leden. i^^ïi

EenzUflIge verklarinB.

In het schismatieke kamp waren de gevoelens over Ds Brussaard verdeeld.

Sommigen waren van oordeel, dat hij' opi de vergadering der Classis Haarlem aan Assen „het volle pond" had gegeven, anderen, dat hij '„nog steeds" op het schismatieke standpunt stond.

Het artikel, dat Ds Brussaard „Wooirdi en Geest" toezond, liet hen even wijs.

De „commissie-vergadering" gaf ook al niet meer licht.

Ds Brussaard weigerde een „gemeenschappelijke, redactioneéle verklaring" mede te onderteekenen.

Wat nu?

Toen hebben de schismatieke heeren de onderlinge verdeeldheid bezworen door zelf een verklaring af te leggeai van wat Ds Brussaard gelooft.

Zwijgt Ds'Brussaard daarop, dan is dit een bewijs, dat hij de verklaring van wat hij' gelooft, door an'deren opgesteld, aanvaaidt.

Men legt dus een verklaring ai in zijn plaats.

Tenzij hij ontkent — neen, dat is nog niet genoeg — tenzij hij pertinent ontkent, dat dit zijn gevoelen is, blijft het alzoo vastgesteld. Deze merkwaardige verklaring luidt:

Liever 'dan zich te verdiepen in de vraag, hoe deze uitlatingen van ds B. ie vereenigen zijn met zijn verklaring ter classicale vergadering van. Haarlem en onderscheiden andere beschouwingen en uitspraken in zijn in dit blad opgenomen artikel, wil de redactie — mede in het 'licht van ds B.'s mondelinge uitlatingen ter redactie-vergadering van 20 Deo. j.l., die het bevestigen — tot tijd en wijle ds B. zelf dit pertinent ontkent, er uit concludeeren, dat ds B., 'trots zijn betreurenswaardige houding en verklaring op de Decembervergadering der Classis Haarlem, principieel nog staat op het staüdpunt van ons blad.

Stel, dat Assen zoo eens te werk ware gegaan! Dat dp Synode eens in dezer voege een verklaring had opgesteld:

„Hoewel betreurende de bedenkelijke uitlatingen, welke zco'wel de „preekcoupure" en de geschriften van Dr 'G. als ook zijn mondelinge verantwoo'rding bevatten, concludeert de Synode, dat Dr G. ten eenenmale de mogelijkheid van een andere opvatting omtrent de vier bekende bijzonderheden uit Gen. 2 en 3 , dan de zintuiglijk-waarneembare verwerpt en de toelaatbaarheid van zulk een andere opvatting in onze kerken ten volle wraakt... tot tijd en wijle Dr G. zelf dit pertinent ontkent."

Is er nu van schismatieke zijde reeds een storm losgebroken, dan zou er een orkaan zijn opgestoken.

Hoe zou de Synode het hebben moeten ontgelden! , ,

Op z'n minst zou zij hebben moeten hooren, dat zij Dr G. voor den mal hield.

Maar wat doet de Red'aktie dan nu met Ds Brussaard?

Er is al heel wat gC'Schreven over een eenzijdige verklaring, welke enkelen, predikanten is voorgelegd.

Doch hoe te denken over deze eenzijdige verklaring, welke Ds Brussaard wordt opgelegd?

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

Prof. Haitjema's egaal kerkbegrip.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's