GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

De schoolstrijd in Duitschland.

Omtrent den schoolstrijd in Duitschland heeft onze Nederlandsche pers breedvoerige inlicjhtingen gegeven.

Toch bleek ons uit persoonlijk gesprek' meermalen, dat de breedvoerigheid niet immer bevorderlijk was aan de „overzichtelijkheid".

Een beknopt overzicht biedt Z. in „Oude Paden". Wij hopen met het overnemen, daarvan onze

lezers een dienst te bewijzen.

Na een inleidend woord, waarin gezegd wordt, dat Duitschland en andere rijken in betrekking tot de principiëele beschouwing van de overheidstaak inzake het onderwijs bij ons ten achter staat, vervolgt de schrijver:

In Duitschland hebben de christenjen ook wel verstaan, dat men die weteascliap niet mag negeeren in de opvoeding en dat de sohool het christelijik beginjsei •niet mag verloochenen. Maar toen een aanzienlijk deel des volks wegzonk in ongeloof en materialisme, heeft mien niet ingedacht hoe de overheid zich met handhaviUig van reohtsgelijkheid heeft te giadrageni tegenover de achoolopvoeding. Nadat de republiek in Duitschland was' uitgeroepen, heeft de meerderheid in de volksvertegenwoordiging getracht den Bijbel van de sohool te verbannen en de Chris tusbelijders boden geen krachtigen . weerstand. De gevolgen bleven niet uit. Er groeide een geslacht op, dat verleerd had zich te buigen voor het Goddelijk gezag en een gemattelijke prooi werd van socialisme en communisme. Dat heeft veler oogen geopend en zoo' zien wij in Duitschland een begin van den schoolstrijd, die bij ons naJ een tachtigjarige worstsürijg is uitgestreden. De regeering is voor den dag gekomen met een schoolwetontwerp, waarin rekening, wordt gehouden met de behoeften en weinschen van de Duitsche christenen. Het ontwerp kent drieërloi scholen, die alle uitgaan van de overheid. In de eerste plaats noemt het de gemengde school, die bet best is te vergelijken met onze openbare .school. Z© huldigt niet de absolute neutraliteit, maar beeft een zoodanig godsdienstigziedelijken grondslag, dat er wordt geleerd een christendom boven geloofsverdeeldheid. Het godsdienstonderwijs is er wel leervak, maar de onderwijzers moeten zich onthouden een bepaalde confessie ten grondslag te leggen aan hun beschouwingen over den Bijibel. De leerlingen worden tijdens die lessen ge^ splitst naar de kerkgenootschappen, waartoe de ouders behooren, zoodat Luthersche, ftereforineerde en Roomsch© kinderen afzonderlijk godsdienstonderwijs ontvangen. Bij de aanstelling der onderwijzers zal reikeningi worden gehouden mot de kerken, die vertegenwoordigd zijn in de school. Waartoe die splitsing eigenlijk dient, begrijpen \vij niet best, want de basis van het gods-'dienSitondeirwijia is de grootste gemeene deel er der verschillende confessies.

Een tweede soort is dé godsdienstlooze school ten gerieve van kinderen, wier oudeTS tot geen Icerkelijke gezindte behoioren en geen godsdienstonderwijs in welken vorm ook voor hun kinderen verlangen. Het onderwijs heeft er een algemeen aedelijfcen grondslag, die niet nader wordt gedefinieeird.

Een derde soort isl de Belijdenisschool, die wordt ingericht naaa-de confessie', zoodat men verkrijgt Luthersche, Gereformeerde en' Roomsche scholen. Ze zijn alleen toegankelijk voor kinderen, wier ouders een bepaalde confessie hebben of een daarmee verwante igeloofsovertuiging. Ook de onderwijzeirs moeten die belijdenis zijn toegedaan en het godsdienstonderwijs is er verplicht leervak in all© klassen.

Bovendien kunnen nog vereenigingen, die oen bepaalde levensbeschouwing propageereu, eischen, dat aan een godsdienstlooze school onderwijs wordt gegeven in die levensbesohouwing, wanneer de ouders dat wenschen. Zonder den wil der ouders • behoeft - echter geen kind daaraan deel te nemen.

Zooals men ziet is het stelsel tamelijk ingewikkeld en lauig zoo eenvoudig niet als onze schoolindeeling in openbare en bijzondere scholen. In da jroote onderwijzersvereenigingen zijn de onderwijzers — waarsohijinlijk om financieele overwegingen — voor de eerste soort, de gemengde school.

De Tlieologische Weel< te EIberfeld.

In ons vorig nummer loeloofden we iets meer mee te deelen over de Theologische week te EIberfeld.

Dr Hesse, predikant te EIberfeld, zet in een artikel in de „Ref. Kirchenzeitung" uiteen, dat de konferentie aldaar niet beheerscht werd door het „Schriftprobleem", maar door 'het „'WoordpTOibleem". De laatste jaren, zoo. bekent hij, was ons oog er voor opengegaan, dat deoiceaanvanhet Woord Gods niet eenvoudig op één lijn mag stellen met den begrensden vorm van de Schrift. Wij hebben in het woord der "Op'êriMrmg 1: è^1ioeiï"'meï 'èéri ï; om'pid'n'^é; ii t'(saamstellende kracht) der eeuwigheid en met een komponent van den tijd, met een komp'onent van den oneindigen Geest en een komponent van de eindige letter. Uit de spanning tusschen die beide ontstaat het probleem. Legt men den klemtoon eenzijdig opi den komponent van den geest, zoo vervalt men in vrome willekeur. Legt men den klemtoon eenzijdig op-den komponent van de letter, dan vervalt men in een slaafsche gebondenheid aan den bijbel.

Het slot van de konferentie bracht „een gesprek tusschen Karl Barth en Adolf Schlatter". Karl Earth waarschuwde tegen de eenzijdige acicentueering der tijdkomponenten van. het "Woord, hoewel hij niet instemt met een radikalisme, dat wat ons in den bijbel over de volheid des tijds gezegd wordt, eenvoudig ter z ij d e schuift. Adolf Schlatter, de grijze theoloog „onder de Schrift" vermaande te luisteren naar het in den tijd gegeven Schriftwoord, indien wij Gods Woord willen hooren, opdat onze gedachten niet buiten de wereld uitfladderen.

Uit dit alles blijkt, dat de 'Gereformeerde theologie in Duitschland thans in een periode verkeert, welke wij reeds lang achter ons hebben. Dat er onderscheid moet gemaakt worden tusschen hef eeuwige Wooxd Gods en de Schrift, durven wij nauwelijks meer te schrijven, omdat het ons als een gemeenplaats in de ooiren klinkt.

Het artikel van Dr Hesse gaat te weinig opi den inhoud der referaten in, dan dat wij er een bespreking aan kunnen wijden. Misschien worden zij eerlang gebundeld, zoodat de gelegenheid er zich dan beter VOOT opdoet.

ViOior het oogenblik slechts twee opmerkingen.

Ten eerste. Verdere bestudeering zal er hoop ik onzen Duitschen. broederen toe brengen te erkennen, dat zij het „proWeem des Woords" nog veel te simplistisch hebben gesteld.

Ten tweede. Dat Barth het gedeelte der Schrift, dat over de volheid des tijds gaat, niet eenvoudig ter zijde schuift, klinkt ons bijzonder slap.

Gezangen-I< westie in Amerika.

Dr H. 'Beets wijdt in „The Banner" een breed hoofdartikel aan de gezangenkwestie in de Chr. Ger. kerk in Amerika.

Daarait vernemen we, dat de kwestie aldaar reeds bijna 60 jaar oud is. Historicus als Dr Beets is, gaat hij in de geschiedenis het verloopi der zaak na, om te eindigen met de mededeeling, dat thans deze kwestie weer aanhangig gemaakt is doo^r twee kerken op de classis Grand R, apiids West. Deze stelden voor in artikel 69 van de Kerkenorde ruimte te maken voor „geestelijke liederen". De classis benoemde een commissie om dit voorstel in studie te nemen. Dr Beets vermoedt, dat de zaak opi de Synode van 1928 aan de orde zal komen. Hij somt verschillende redenen opi, welke ten gunste van verruiming van het kerkgezang k'unnen worden aangevoerd.

Ook Ds Keegstra behandelt in „De (Am.) Wachter" deze kwestie. Wij citeeren:

Al wordt onder ons geen begeerte openbaar, om' meer geestelijke liederen toe te voegen aan die welk© we reeds achter in onze psalmboeken vinden, anders iStaat het met die zaak in onze Engelsch-sp-rofcende' en - zingende kerken. Reeds zoo voor en. na is de; wensch uitgespro'ken, dat m-en ge-paste gedeelten uit het Nieuwe Testament zou mogeii gebruiken in dan eereidienpst. Men begint zich eenigszins aj-m te gevoelen met onze Oud-Testamentische psalmen. Niet, dat ïnen die in onze kringen veracht, en maar liever zou willen ruilen voor een bundel Evangelische gezangen of h - y m n s, zooals men die in vele Amerikaansche kerken vindt. Gelukkig niet. '\^O'0r afschaffing van de psalmen voor ons kerkgezang is ons volk niet te vinden. Nimmer hoorden we nog een stem, die daar vóór Sprak.

Maar wel gingen er stemmen op, - die een addition, een toevoeging bij wat we hebben, zouden* begeeren. En die stemmen veirmeerderen zich in den laatsten tijd. Men wenscht over den Verlosser, Jezus Christus, in de godsdienstoefening te kunnen zingen, niet slechts uit de 'Oudtestamentische psalmen, die slechts profetisch van Hem melden, maar uit de vervulling, uit het Nieuwe Testament, uit Evangeliën en Brieven en Openbaring, die Zijne namen noemen, idie het vervulde heil door Hem omschrijven, die in de duidelijke taal der vervulling van Zijne geboorte, en lijden en sterven en opstanding en hemelvaart' lons melden en die klaarder dan do psalmen van Zijne heerlijkheid aan de rechterhand des Vaders en van Zijne wederkomst getuigenis afleggen.

Die begeerte is niet onnatuurlij'k. Ze ruw weg - af te wijzen met de opmerking, dat men nieuwigheden zoekt en andere kerken wil na-apen, is niefl billijk. Het verlangen, om den lof des Zaligmakers zoo direct en onbeiiekt mogelijk te kunnen bezingen, in huis en school en ja, ook in de kerk, mag men niet zoo maar uit zondige zucht naar nieuwigheden verklaren. Al zijn er misschien, die het aan warme waardeering voor de nooit te overtreffen psalmen ontbreekt, dat beteekent daarom nog volstrekt niet, dat zij die vermeerdering van Nieuwtestamentische liederen zioeken, daartoe gedreven zouden worden door een geest der oppervlakkigheid of onheilige beweegredenen, die den toets der oprechte godsvrucht niet zouden kunnen verdragen.

In den laatsten tijd vooral wordt de kwestie van het gezang in onze 'Engelsche diensten naar voren geschoven. Reeds komen er voorstellen dienaangaande 'Op de classicale vergaderingen voor en zijn er classicale commissies benoemd, om die zaak ernstig te beëtuaeeren en O'P eene ölgènde vergadering de classis van advies te dienen.

Bovendien wordt in sommige onzer bladen die kwestie ter sprake gebracht. In do „Young Calvinist", het orgaan - der American Federation of Reformed Young Men's Societies, heeft de president der Federation, Rev. H. J. Kuiper, naai-aanleiding van een tweetal vragen, er over geschreven. Hoewel tot voorzichtigheid aanmanende, wil Rev. Kuiper toch invoering van meer geestelijke hederen adviseeron. Zelfs wekt hij op, om er haast mede te maken.

O'ok in de „Banner" is die zaak aan de o-rd© gesteld. Zeker-, ook vroeger is er in dat blad wel 'Ovei' geschreven, moer dan ééns. Maar nu Dr Beets naar aanleiding van bet besluit der Nederlandsche Syn'ode er thans over schrijft, verwachten we, dat er wel m-eer stemmen zich zullen laten hooren.

Het is te vermoeden, dat de kwestie van meer gezangen in onzen eeredienst op de naaste Synode onzer kerken in behandeling zal worden gebracht. En lettende op veel en velerlei in onze kerkengroep, zou het ons niet zooveel verwo-nderen als deze zaak er door ging, zij het niet op de volgende Synode, . .dan toch over verloop van niet al te vele jareoi.

Dat zal waarlijk geen kleinigheid worden. Eeir co'Uranlen-debatje over zulk eene zaak moge weinig beteekenen. Als het verder gaat en voor de 'Synode komt, waar de vraag zal worden beantwoord, of 'we meer gezangen zullen invoeren of niet, 'dan wordt het anders. Dan zal ons volk als geheel meer belangstalling toonen dan dusver.

Jammer, dat de Nederlandsche Synode zich niet breeder over deze kwestie heelt uitgesproken. Niet natuurlijk, dat we ons gebonden moeten achten, om de Gereformeerde kerken in Nederland in alles na te volgen* maar toch is haar voorbeeld met betrekking tot belijdenis en eeredienst en kerkrege'e'ring voor ons van zeer groote beteekenis. Synodale rap{, '0rten en besluiten van Nederlandsche Gereformee-rde Synodes, waarom het te verhelen, hebben nog altijd grooten invloed op den gang van ons kerkelijk leven.

Zonder voorbeeld en voorlichting van dien kant zullen we dus dat vraagstuk moeten behandelen; want ons scliijnt het althans zeker toe, dat het spoedig komt. En wat onze persoonlijke voorkeur aangaat, zagen we liever dit probleem opgelost binnen korten tijd dan over verloop van vele jaren. Liever zagen we de zaak beslist door ons tegenwoordig levend geslacht dan door de volgende generatie.

Misschien kan 'de volgende mededeeling onzen broeders in Amerika nog eenigszins te pas komen.

Natuurlijk hebben zij zelfstandig te beslissen.

Maar willen zij gaarne het advies van de Nederlandsche Kerken, dit zal wel niet lang laten wachten.

Gelijk reeds op de Synode van Groningen werd medegedeeld is het rappiort ov^er de „Uitbreiding derEenige Gezangen" bijna gereed.

Dat dit niet aan de orde kwam, ligt voiornamelijk hieraan, dat het rapport over de „Herziening van de liturgische Formulieren" wel voior het grootste deel, maar nog niet geheel voltooid is.

Waren Deputaten met het laatste gereed gekomen, dan zou het betrekkelijk'weinig moeite gekost hebben, het eerste rapplort in staat van indiening te brengen.

Men kan er in ieder geval opi rek'enen, dat al deze rapporten over twee jaren gedrukt zijn en worden rondgezonden.

Krachtens het besluit der jongste Synode zal daarover ook het oordeel van de Buitenlandsche Kerken, waarmee wij in correspondenti'e staan, moeten worden gevraagd.

Een jaar vóór de volgende Synode, alzoo in 1929 krijgen zij de rapporten, in handen.

Indien dus de Chr. Ger. Kerk nog één Synode wachten kon, zou op dit punt internationale Gereformeerde samenwerking kunnen worden verkregen.

Uit troebele bron.

De „Christian Journal" haalt een stuk uit „De Samenbinder" aan, waarin kritiek geoefend wordt op de „Vrije Universiteit". Het blad van Ds Kersten insinueert, dat op den Universiteitsdag van Arnhem aan den Gereformeerden Grondslag getornd is, dat voor de niet-theologische hooglecraren de eisch van den band aan de Gereformeerde beginse'len is losgelaten, terwille van drie hoogleeraren en een lector. '

De „Christian Journal" voegt er dan aan 'toe:

"Wij nemen dit siuk over, vooral omdat uit de laatste paragraaf blijkt, dat Dr Geelkerken meer steun 'Ondewnd dan wij hadden verwactit.

.Wij zijn belangstellend te vernemen, wat de verdedigers van „De Vrije" hierop hebben te antwoorden.

Indien het gezonde critiek isi kan het geen kwaad!

Men late zich toch in Amerika niet verontrusten.

Men moet er steeds op letten, wie iets zegt.

„De Samenbinder" is niet een blad, dat in déze objektieve inlichtingen kan geven of gezonde kritiek kan oefenen.

Men verwachte uit Nederland dan ook geen verdediging tegenover „De Samenbinder".

Polemiek met dit blad opi 'dit pjunt is een onbegonnen werk.

Voor de moeilijkheden, waarin de Vrije Universiteit verkeert, wordt thans een oplossing gezocht.

En hiervan kan men zeker zijn: de Vrije Universiteit blijft én in haar grondslag en in haar hoogleeraren onverdacht Gereformeerd.

Zou de „Christian Journal" déze verzekering aan haar lezers willen doorgeven?

Corrigendum.

In ons stukske: „Niet meer dan billijk" is na de woorden „want daaraan hebben we wel behoefte" uitgevallen:

De heperking dergenen, die we hier en daar soms op onze platforms toelaten, om ons volk toe te spreken en zelfs het Woo-rd ta bedienen, laat wel te iwenschen. over. We staan ook in dat opzicht natuurlijk ondeir den invloed onzer omgeving en die invloed doet er ons toe neigen, om bet populaire deuntje inee te zingen, dat er riiet veel ondeirscbeid is en dat ze toch adlemaal denzelfden Zaligmaker uit hetzelfde AVoord verkondigen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1927

De Reformatie | 8 Pagina's