GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ziende in het gebod

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ziende in het gebod

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Weinigen zijn met den tegenwoordigen politieken toestand ingenomen.

Ofschoon het zittend Kabinet nuttig werk heeft verricht, kan niet ontkend, dat het als abnormaliteit werd geboren en abnormaal is gebleven.

Hot kon niet principieel zijn.

Alle vraagstuldvon, waarmee een beginsel was gemoeid, moesten onaangoroierd blijven.

Een extra-parlementair Kabinet beteekent immer, dat do politieke wagen in een moeras is gereden.

Het konstitulioneel karakter der regeeriiig kan met zulk een ministerie nooit goed tot zijn recht komen.

Eerste vereischte is daarom, dat we weer tot normale toestanden geraken.

Er moet eon parlementaire meerderheid komen, waarop het ministerie steunen en rekenen kan.

De overweging, dat het parlementarisme ook in andere landen een tijdperk van dekadontie doormaakt, kan ons niet troosten.

Wanneer uw buurman ziek ligt evenals gij, zult gij niet ophouden te wenschen en de middelen te gebruiken om weer gezond te worden.

Nu beweert men wel, , 'dal het parlementarisme op zijn laatste boenen loopt, maar bewezen is dit niet.

Hoewel wij ons zeer zeker mogen bezinnen over de vraag, of er wellicht niet eon andere vorm van regeering is t.e vinden dan die, welke met een parlement heelt te werlvon of ook of geen andere vorm van parlement door den nood der tijden wordt geëischt, aan du beantwoording van die vraag zoo kort vóór de stembus tijd te verspillen geeft geen pas.

Theorieën en bespiegelingen kunnen daarna aan de orde komen.

Thans echter hebben we ons alleen rekenschap ervan te geven, wat ons in de tegenwoordigei oimstandigheden te doen staat.

En dan hebben aUe partijen er toe mede te werken^ dat er in het parlement kome a worlüng majority.

Desnoods is een Kabinet, dat een linksche meerderheid hoeft, ons aangenamer dan een Kabinet, gelijk we nu bo'zitten.

Men kan daartegen inbrengen, dat het tegenwoordige Kabinet in. hoofdzaalc rechts is georiënteerd en dat hot daarom zuiver linksche verlangens kon onderdrukken on beeft onderdrukt.

getuigt zulk een tegenwerping van kort-Evenwel ziclitighaid.

Een linksch Kabinet, dat zijn beginselen doorzet, staalt de rechtsche partijen in haar loyale oppositie.

Het drijft ze als het ware naar elkander toe,

Het doet haar verdeeldheid pijnlijk gevoelen.

Het kan als uitnemend middel dienen om die verdeeldheid te bezweren.

Do kans, dat rechts weer hecht en sterk wordt, is voel grooter bij een linksch dan bij een extraparlementair Kabinet.

Te hopen valt daarom, dat dit Kabinet of een ander van hetzelfde kaliber niet weerkeert.

Do personen van de ministers staan daar natuurlijk buiten.

Er zijn er onder hen, die wij gaarne, maar dan in oen ander regeeringsverband, opnieuw zagen ingehuurd.

Maar dit Kabinet als zoodanig verdwijne!

Wat velen op het oogenblik bezig houdt is dit: zal, als rechts de meerderheid krijgt, do misère van vroeger niet terugkeeren?

Zal dü oneenigheid niet zoo groot blijken, dat het weer goan kleur kan geven aan het Kabinet?

Ofschoon het alleszins natuurlijk lijkt, dat men zulke beschouwingen houdt, kunnen deze niet anders dan defaitistisch werken.

Zij zouden koren kunnen dragen naar den molen van do poliüeke onverschilligheid.

Zö zouden tot gevolg kunnen hebben, dat onze menschcn gingen redeneeren: och, de kans, dat men het mot elkander eens wordt, is toch gering, we zullen öns oni de naderende verkiezingen maar niet warm maken.

Daarom stelle men zulke beschouwingen uit tot de verkiezingen acliter den rug zijn.

Eerst dan kan worden overlegd, of er een program is saam te stellen, waarop de rechtsche partijen zich kunnen vereenigen.

Wij mogen de feiten niet vooruit loopen.

Eu vooral niet door kansberekeningen ons gedrag laten voorschrijven.

Onze houding is immers bepaald.

Niet door ons zelf, maar door het Goddelijk gebod.

En dan blijft yoor ons de anti-rcvolutionairei partij „de partij van den levenden God" bij uitnemendheid.

Dat houdt niet in, dat zij zich niet blootgeeft aan rechtmatige kritiek.

Dat ei' niet veel in haar is, dat wij niet gaarne anders zouden wenschen.

Dal haar taktiek in ©Ik' opzicht onze goedkeuring wegdraagt.

Dat er niet veel aan haar te verbeteren valt, ;

Dat haar geen - zonden van bedrijf aankleven. en nalatigheid

Dal wij zouden moeten berusten in een: alle menschenwerk is nu eenmaal gebrekkig en onvolkonii'ii.

Niettemin echter is het de Anti-revolutionaire paitij, die nog altijd het meest ernst maakt met de vraag: wat gebiedt God voor onzen tijd?

In de kombinatie van het: „wat gebiedt God? " en het „VOO]' onzen tijd" ligt haar kracht.

Er zijn wel andere partijen, die uitgaan van de vraag: wat gebiedt God, maar die vergeten, dat het gebod Gods voor eiken tijd afzonderlijk speciale toepassingen vordert.

Het is voorzeker Gods wil niet, dat menschen verkceren in menschonteerende toestanden als de slavernij.

Toch stond ten tijde der apostelen afschaffing der slavernij niet op den voorgrond.

Gods wil to kennen voor zijn persoonlijk leven, ook vooi" zijn eigen tijd, biedt moeilijkheden, die alleen door onderzoek van - Goids Woord, verlichting van den Heiligen Geest en aanlioudend gebed kunnen overwonnen worden.

God heeft alle ding schoon gemaakt op Zijn tijd.

Maar dan heeft Hij ook voor eiken tijd speciale toepassingen van Zijn gebod.

De Kersten-partij heeft daarvoor weinig oog.

Zij maald; Gods gebod tot op zekere hoogte onpersoonlijk en tijdloos.

Doch andere partijen verdiepen zich weer zoo sterk in de behoeften van den tijd, dat ze vergeten, dat God oak daarvoor een gebod hoeft.

De Antirevolutionaire partij mag hierin nog het meest het evenwiclit bewaren.

En aigcdacht nu van wat de toekomst baren zal, moet dit voor ons den doorslag geven: wat eischt God van ons.

Daarop kan het bescheid niet anders luiden dan; met allo macht te ijveren, dat die partiji de meestei stemmen verwerft, die Gods gebod het meest hooghoudt.

Dat is het gebod voor ons persoonlijk.

In deze dagen, welke ons scheiden van de stembus.

In dat gebod hebben we te zien.

Dat hebben we te volbrengen zelfs al zouden we over het een of ander niet tevreden zijn.

Dat hebben we na te komen in het besef, dat wij da, arvoü: -verantwoording aan 'Hem, door Wien de koningen regeeren, schuldig zijn.

Dat maakt ons den gang naar de stembus gemakks^ lijk.

Als gij het gebod houdt, kunt gij de toekomst overlaten aan Hem, die het gebod gaf.

En wat er dan gebeure, gij hebt een vrije en goede consciöntie.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

Ziende in het gebod

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1929

De Reformatie | 8 Pagina's