GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Christus’ bloed aangedurfd.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus’ bloed aangedurfd.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn bloed koma o\rer ons en oaze kinderen. Matth. 27 : 25.

Er zijn altijd schrijvers ©n sprekers geweest, die er behoefte aan hadden, het tafereel van de Joden, die de wraak van Jezus' bloed over zich durfden inroepen, voor de verbeelding van den lezer rondom af te zetten met kruisen. Met huivering in de stem vertellen ze van de kruisen, waaraan later, toen Jeruzalem verwoest is, de Joden zijn gehangen. En — zoo roepen zij dan uit: Zijn bloed i s (Ms gekomen over hen, en hunne kinderen!

Maar moet men daarmee het verhaal van Christus' doem nu eindigen?

Zeker, zeker, daar zijn later kruisen geplant in menigte om Jeruzalem heen, en aan die kruisen hingen inderdaad de kinderen van deze menschen. Zeker, zeker, de Jood is een wandelaar, een zwerver. Maar zullen wij het plein van het praetofium afzetten met kruisen van Joden? En de verhandeling over den bloedkreet van 'dit verloren volk opsieren met een vignet van de lompen, de versleten sandalen, den krommen stok van den wandelenden Jood?

Laat ons wat beters zien.

Hier is Christus. Hij is al aan het kruis geslagen, Hij is verloochend naar de idéé. En weet ge, wie daaraan meedoen? Weet ge, wie ook Zijn bloed over zich en hunne kinderen inroepen? Ea over wie het zoo ook komt? Dat zijn zij, die meenen, dat het bloed van Christus en het recht van God speelgoed zijn, een kleinigheid, een ding, dat men negeeren. kan. Dat zijn m.a.w. zij, die zich van de bergrede ontdoen. Die zich, evenals hier de Joden, bedwelmen door de inventie van. het begrip „kleinigheid". Want de Joden durfden Jezus' bloed wel aan: het was een „kleinigheid", een onschadelijk, een „middelmatig ding". En wie zijn het dus, die met de Joden meedoen, al hangen ze nooit aan... een kruis ? Die zich troosten in het opsporen van een „middelmatig ding". D i e allen mogen toezien. Want zij zeggen tot God: zijn bloed kome over mij en over mijne kinderen.

Laat hen de bergrede lezen, en vreezen voor den Profeet, die, om Zijn bergrede te handhaven, en vruchtbaar te stellen, den j)riesterlijken dood ervoor over heeft gehad.

Laat hen begrijpen, dat Christus' bloed in de wereld altijd komt. Het komt, — ja, daar valt al weer iemand in de rede. Ik hoor hem zeggen: het komt in de kruisen van de leelijke Joden, bij de verwoesting van Jeruzalem. Maar wij kunnen dichter bij huis blijven: het komt over dien man, die vrouw, die misschien zou flauw jevallen zijn op Gabbatha, en tenminste vóór Golgotha, doch die voorts, o zoo „humaan", den Christus, zelfs naar de idéé, negeert. Zóó iemand bagatelliseert den Christus. En in Hem God.

Hij heeft dan ook gestreden tegen den hemel.

Als wij die Joden hooren roepen, dat Jezus' bloed een bagatel is in de wereld, dan denken wij aan Christus in Gethsémané. Daar werd Hij versterkt door een engel. Hij had dien engel daar gezien, en begreep toen, dat Zijn bloed door den HEMEL niet werd gebagatelliseerd. Het bleef daarboven in gedachtenis; het zou de gansche wereld bewegen. God handhaafde de bergrede over haar eigen Auteur. Hij was een worm; en iemand 1) zei: dus was Hij een bagatel; wie zich tot worm maakt, moet niet boos worden, als een ander op hem trapt: zijn bloed „komt niet" — wat is een worm? — Maar God sprak in Gethsémané den Christus aan, en zeide door dien engel: zijt Gij een worm — nochtans gaat gij met uw geplaagde, uitgedreven bloed, de gansche wereld aan. Uw bloed is nooit het bloed van eenen exlex. ^) De gansche wet, die is in ied'ren druppel openbaar.

Ik denk aan dien engel, en 'ik zeg: ze spre'ken dan engel tegen. Ze kunnen ook nooit tot dien engel zeggen: ik heb me vergist, en daarmee uit.')

Ze weerspreken den engel! Wie? De aanstaande kruiselingen van Jeruzalem? Mensoh, houd op: gij, ik.

O, Jezus, als uw bloed dan altijd komt, komt, komt, laat het dan komen in genade, en — om haar te behouden — in wrake tevens. Wij loven U, o Heere, omdat Uw bloed nabij is. Men verzwijgt zijn wonderen. Neen, wij willen uw bloed, het bloed, dat spreekt, niet van ons weg-bidden, *) doch het over ons afbidden. Kain, wees niet dwaas, tuimel niet over uzelf heen in den dollen roes, die zegt: Abels bloed — , ik hoor het niet meer roepen, goddank, 'tis stom, 'tis eindelijk stom geworden. Het bloed van Abel-Christus spreekt; Kain, hoor toe. Het spreekt van recht en van genade. Het spreekt over de uiterste kinderen. Het wreekt zich allerchristelijkst: het wreekt zich, door zich weg te schenken in liefde, en door weg te stormen, wie de liefde niet verdragen wil. Luistert goed, verloren Jodenzonen: niemand zal door het bloed achtervolgd worden tot den dood, alleen maar, omdat het is uitgedreven, doch tenslotte oradat het niet mocht komen over u en yw kinderen tot vrede.

Kain, hoor toe: gij hebt uw Kainsteeken gekregen, niet om Abels bloed te vergeten, doch om hèt bloed, dat betere dingen spreekt dan Abel, nog te kunnen inroepen tot zaligheid. Gij moet eerst bij Abels Meerdere definitief beslissen: of jij den moord zult overdoen, dan wel de stem des bloeds zult hooren roepen ïot uw vrede.

Deez' aarde dronk eens bloed en riep om wrake, En Abels bloed, vier duizend jaar, had wrake, Deez' aarde dronk weer bloed en riep om wrake. Doch Christus' bloed, dat is en blijft: genade. •^)

Hoor: hij leeft altijd om voor ons te 'bidden. Want zóó komt Zijn bloed over ons en onza kinderen, mits wij den naam das Heeren en het bloed des Heeren niet „opheffen tot ijdelheid".


1) Hietzsche.

2) Een exlex = iemand, die buiten de iWiet geplaatst is.

3) Vgl. Prediker 5 : 6.

4) Par-ait.eisthai, Hebr. 12 : 25.

4) Naar Guido Gezelle,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Christus’ bloed aangedurfd.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1930

De Reformatie | 8 Pagina's