GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De plaats van den Ghristen in dezen tijd.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De plaats van den Ghristen in dezen tijd.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Geen gepraat eischt nu het fascisme, maar de (laad! Tegenover het relativisme geen absolute waarheid, neen, de m y t li e, waar de massa in gelooft. Of deze objectieve waarheid bevat, doet er feitenlijk niet toe; de mjihe van het zuiver ras, van het integraal nationalisme wordt dus hefboom tot krachtsontwikkeling, - s)

De natie, in de krachtfiguur van den Duce of| den Führer vertegenwoordigd; den dictator, die| zijn bruin-of zwarthemden aanvoert; die met ge-' weid de knoopen doorhakt, die men tevoren vergeefs poogde te ontwarren; om via den corporatieven staat een betere toekomst te bereiken!.

Zoo ontstond bij onze Oosterburen het „Derdej Rijk" met de Hakenkreuz-vlag: nationaal-s oei a-i I i s t i s c h, zeker ook het laatste, want het staabsleven wordt niet door politieke beguiselen doch door deneconomisch-socialen toestand beheerscht.^*) Aan den staat worde alles geofferd; feitelijk leeft de burger bij zijn gratie (vergelijlk Rousseau). ^, . , , , , „ , .

, .GleichschaItung auerwege Zeker, ongcloofelijkc dingen zijn gepresteerd; rjien maakt in Duitschlaud snel geschiedenis; óók kerkgeschiedenis. Ook op kerkelijk terrein, eenheidsbeweging, ' met als ideaal: één kerk voor het Duitsche volk, en deze kerk parallel aan den staat, lï.w.z. de kerk ónder den staat.

De bestrijding, die de Icerk van sociaal-democralie en communisme te verduren had, was hevig, doch nu is hel de vraag, of er nog geen besclieriiüng is, die gevaarlijker kan blijken.

De „geloofsbeweging" der „Duitsche Christenen" met hun rasvergoding, hun liakenkreuz naast, — zoo niet boven Christus' kruis geeft te denken en niet het beste te verwachten! ;

Men moge in bepaalde omstandigheden den nu-' nerus clausus tegenover de Joden billijk achten iik zelf neig sterk daartoe), een „Arische" kerk is ionschriftuurlijk en het moet voor de „Duitsche (Christenen" wel een doorn in het oog zijn, dat de zaligheid uit de Joden" is.

Deze waarheid is door geen „mythe" krachteloos te maken en met angst vragen wij ons af: komt er een modern heiden-Christendom op?

Ik denk aan het gesprek tusschen den mysticus Maximos en Caesar Julianus (als keizer Julianus .\postata) bij Ibsen in zijn „Kaiser und Galiliier".

Max.: Es giebt drei Reiche. [

.Jul.: Drei? '

Max.: Zuerst jenes Reich, das auf den Baum der Erkennlnis gegründet ist; dann jenes Reich, das auf den Slamm des Kreuzes gegründet wurde.

Jul.: Und das dritte?

Max.: Dias dritte ist das grosse Reich des Geheimnisses, das Reich, das auf den Baum der Erkenntnis und auf den Slamm des Kreuzes zusammen gegründet werden soil, weil es beide hasst rnid liebt und weil es seine Lebeixsquellen im Haine Adams und auf Golgotha hat.

Jul.: Und das Reich soil kommen?

Max.: Es steht vor der Thüre. Ich habe gerechnet und gerechnet. , —

Ook hier wordt het van dèn mensch verwacht; van de sterke vuist. Is ook hier geen humanisme zij het ook in hj'per-modernen vorm? Naast de vereering van sport-en filmhelden (zie onze z.g. neutrale pers dagelijks in woord en beeld) komt die van den Leider, die weet de roeping der natie - ^); aan wien men gehoorzaamheid verplicht is; aan wiens gezag meu zich blindelings onderwerpt.

Dit kan de mensch, die de vrijheid in 1789 beloofd in ontgoocheling doorleefde, doch die de ware vrijheid niet kent!

De plaats van den Christen in dezen tijd; dezen tijd van verwarring en ruïne, van ontwrichting en onmacht, waarin blijkt, hoe de fundamenten ondergraven zijn en alles wankelt — economisch vastgeloopen; politiek verward; zedelijk ontworteld — — —

Wij hebben lang over „dezen tijd" gesproken, want liet was niet eenvoudig, doch nu komt eigenlijk het zwaarste nog: de Christen temidden van dit alles.

Geplaatst van (ïodswege i n dezen tijd met een roeping, een laak, die alleen vervuld kan worden als men waai-lijk Christen is; en dan nog zeer gebrekkig.

Christen z ij n: iervan een definitie te geven is hier niet moeilijk. Als Gereformeerde belijders luisteren wij naar onzen Heidelberger Catechismus, die (vraag en antwoord 32) op de vraag: Maar waarom wordt gij een Christen genaamd? '' antwoordt: .Omdat ik door het geloof een lidmaat van Christus en alzoo Zijner zalving deelachtig ben, opdat lic Zijnen Naam belijde, en mij'zelven tot een levend dankoffer Hem offere, en met een vrije en goede consciëntie in dit leven tegen de zonde en den duivel strijde, en hiernamaals in eeuwigheid met Hem over alle schepselen regeere". Het drievoudig ambt alzoo; zooals het van den beginne was. Antwoord 32 staat in verband met antwoord 6 (zooals herschepping en schepping): God heeft den mensch goed en naar Zijn evenbeeld geschapen, dat is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid, opdat hij God, Zijn Schepper, recht kennen. Hem van harte liefhebben, en met Hem in de eeuwige zaligheid leven zoude, om Hem te loven en te prijzen". Geschapen dus als ambtsdrager, met een rijke cultuurtaak — het bebouwen en bewaren van den hof — of algemeener nog in Genesis 1:28: Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt, en vervult de aarde en onderwerpt ze, en hebt heerschappij —"

Zoo schiep God den mensch, „maar de mensch heeft zichzelven, en al zijn nakomelingen, door het ingeven des duivels en door moedwillige ongehoorzaamheid, van deze gaven beroofd." Zoodat dus geen zuivere cultuur gebouwd is^ omdat er geen zuivere mensch meer was. Die zonde ontbindt!

Dr K. Schilderde) zegt het aldus: „'sMenschen leven werd verbrokkeld. De wereld ook: Geheel en deelen werkten niet meer naar elkander toe".

Men ging religie en cultuur specialiseeren: „de voorhoede van het geslacht van Kaïn koos „de cultuur" en gaf de „religie" als een ander ding cadeau; de achterhoede van het geslacht van Seth vond die verdeeling best in orde. Maar van den beginne was het alzoo niet geweest". De specialiseering gaat verder; want de zondekanker vreet door: „Persoonlijke aanleg omtvdkbelt zich tot eenzijdigheid. Het ééne „type" wordt straks de tegenstelling van het andere, waarvan het oorspronkelijk toch slechts de aanvulling was geweest.

Differenties worden overal tot antithesen. De cultuur, als in systeem gebracht historisch arbeidstotaal van het zich ontplooiend menschheidstotaal, is daarmede dus reeds formeel ontbonden. En materieel heeft zij zich losgemaakt van God, d.w.z. zij is gedoemd, in ontbinding op te gaan, niet alleen, doch ook te ontbinden. De eenheid i s er niet meer in, en wordt ook niet meer erin gezocht, omdat uit God alleen de eenheid wordt gevonden, en God als vijand geldt. De oorspronkelijke levensstijl wordt niet langer gevolgd, want God, die door de wet den stijl aan het leven gaf, is verloochend. Zijnerzijds heeft de mensch geen levens-en cultuurstijl meer; slechts in zooverre God... de geschapen wereld nog om Zijns Zelfs wil, binnen de kosmische oerverbanden besloten houdt in Zijn „gemeene gratie", zal de mensch door deze beschikking Gods zijn leven tot op zekere hoogte weer kunnen „stileeren", en cultiveeren.

Maar het rapport tusschen de wereld om Hem en .Hemzelf blijft, als God niet als Redder optreedt, in 'bijzondere genade, verbroken. De stijl der wereld, de vastheid van Gods wetten, ze zijn voor den mensch dwingend geworden, iets vreemds, iets opgelegds".

Doch God treedt als Redder op — in Christus, Wiens ambtstaak is het voeren van een r e c h t s s t r ij d en een k r a c h t s s t r ij d. ^')

„De rechtsstrijd, dien Hij uitstreed voor het oog van God en Satan, stond in het hart der wereld en zette daar haar fundamenten weder vast. En ook de dynamische worsteling, die Hij principieel voor ecuwig won, gaf aan Gods nieuw-gekochte werk-gemeenschap, aan die nieuwe menschheid, die de oude was, weer rijke krachten van Geestesuitstorting, krachten van heiligmaking, van kerkverovering, van wereldrijping. van cultuurdaad".

In Christus verschijnt de ware, de normale (aan den norm beantwoordende) menschelijke natuur weder — zulks contra alle Humanisme, dat mei den zondeval geen rekening houdt. Christus i s de gave mensch; doch door Zijn Geest schept Hij ook weder ware menschen; wier lust het is naar al de geboden Gods (d.i. naar den norm) te wandelen en te handelen, ^s)

Christenen — door het geloof Zijn lidmaten; Zijner zalving deelachtig; ranken, die in den wijnstok hun levens-en krachtbron vinden, „menschen Gods, tot alle goed werk volmaakt toegerust".

En toch is er geen aparte Christelijke cultuur opgebouwd, want

a) in deze wereld houdt Christus de Zijnen niet apart; in het breede wereldleven zijn Christen en niet-Christen dooreengemengd;

b) wat waarlijk Christen is heeft in 'dit leven slechts een klein beginsel der gehoorzaamheid;

c) de Antichrist wordt nog weerhouden, doch ook Christus houdt de volle openbaring Zijner heerlijkheid eveneens in. ^s)

„Dat is het geheim van de gemeene gratie (naast het gemeene „oordeel") in het vraagstuk der cultuur. Het leven is nog niet in hel-en hemelvormen uiteengegaan. so)

Zoo blijft er juist bij hen, die den plicht tot wat waarlijk cultuur is leerden verstaan, plaats voor de Christelijke hoop, d.i. het eschatologisch verlangen naar den nieuwen hemel en de nieuwe aarde (Jesaja 65:17; 66:22); de voleinding, als Christus uit Gods schepping zal blijken alles gehaald te hebben, en tot ontplooiing gebracht, wat er bij de schepping in kiem was ingelegd. Immers van het nieuwe Jeruzalem geldt, dat „de koningen der aarde hunne heerlijkheid en eer in dezelve zullen brengen" Openb. 21:24; „de eer

en de heerlijkheid der volkeren" (Openb. 21:26). De Christen is dus door de herscheppende werking des Heiligen Geestes in Christus mensch Gods; menscli naar Gods bedoelen; weet zich verantwoordelijk aan God en gebonden aan Zijn ordinantiën — als aan Zijn eigen levenswet.

Hier is dus geen sprake meer van heteronomie: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven, en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn" (Jer. 31:33). Noch heteronomie dus, noch autonomie, maar theonomie.

Met Christus gestorven; in Zijn dood gerechtvaardigd, doch door Zijn kracht ook opgewekt tot een nieuw leven. , .Uw Woord is mij een licht op mijn pad". ,

(Wiordt vervolgd.)


") Verg. behalve Janse 15 en v. ook Prof. Mr A. Anema, „Een nieuwe tijd en een nieuwe taak" blz. 9—12. Ds Prins (Deverter) merkt in de discussie, op, dat op deze wijze de zaak z.i. niet geheel billijk belicht werd. Het woord „mythe" gevoelen ^; j jg Hollandsch aan; mythe is voor den Duitscher veeleer' i^aarheid, die ons bezielt; ons: ideaal. Ds Prins verwees naar! , Alfred Rosenberg „Der Mythos im 20sten Jahrhundert".

Ik heb mijn geachten collega de mogelijkheid van een onjuist aanvoelen toegegeven, doch gesteld al dat mythe hier beteekenti „waarheid, die den fascist bezielt", dan blijft de groote vraag] of deze fascistische waarheid (de mythe) bovenal den toets van de critiek der Waarheid naar de Schriften kan doorstaan.

1) Janse, blz. 59. ]

2) Janse, blz. 39. [

3) In „Jezus Christus en het cultuurleven" (onderdeel van het meergenoemde „Jezus Ohristus en het menschenleven") blz. 257 e.v.

4) Schilder, op cit. blz. 250.

5) Verg. ook Schilder, blz. 251 e.v.

6) Zie voor deze questie Schilder op cit. blz. 264—284

7) Schilder, blz. 265.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

De plaats van den Ghristen in dezen tijd.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1933

De Reformatie | 8 Pagina's