GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bij de Jaarwisseling.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij de Jaarwisseling.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En de HEERE sloot achter hem toe. Gen. 7:16.

Eindelijk is de ark gereed. Na de laage jaren van voorbereiding staat ze daar nu, en kan nu in haar geweldige ruimten bergen, wat naar Gods bevel daarin schuilplaats vinden mag. Dat alles stroomt er binnen, tot ook het laatst© van alle levende ziel er in is opgenomen. Nu zijn all© dingen gereed, en kunnen de wateren worden afgewacht.

Of neen, nog één ding ontbreekt er aan: de deur is nog niet gesloten. Niet door Noachs verzuim — neen, daar is iets wonderlijks met die deur; ze moet ongesloten blijven, tot de HEERE zelf het doet. Goddelijke vingeren schuiven de grendelen er voor; nu is de deur gesloten, door Gods eigen hand, en nu, waag het j& aar, op d' ongevnsse baren van d'oceaan; waag het maar, het is veilig, want de Eeuwige zelf sloot immers de. deur toe.

Dat had Noach zelf evengoed kunnen doen. Wat voor moeite is daar nu in? En toch doet de Heere het. Dat zal voor Noach en de zijnen een teeken zijn: het is veilig, want de Heere zelf heeft de deur gesloten. Laat nu de watervloeden maar slaan en de storm maar gieren in de onafzienbare eenzaamheid van de wereldzee, het deert niet, veilig is het, waar de Heere zelf de deur gesloten heeft.

De ark van Noach heeft typische beteekenis. Beeld van de Kerk van Jezus Christus, en van den Middelaar zelf, en van de verkiezing der genade.

Daarom heeft dat simpele gebeuren met de deur in Noachs ark zoo diepe beduidenis voor den •geloovige temidden van den wereldstorm. De Heere sluit achter de Gemeente toe, en achter den e^nkelen geloovige — en dan is het veilig.

De Heere heeft niet alleen om Noachs wil zelf de deur gesloten, maar ook om allen, die in later eeuw in het scheepjen onder Jezus' hoede geborgen zullen zijn. In die daad Gods is een stem: dat het veilig is voor de Kerk, omdat de Heere de deur achter haar sluit.

Bij de wisseling der tijden roept ons dat zijn heerlijke prediking toe van veiligheid bij Jezus Christus en bij de trouw des HEEREN.

Reeds verstierf bijna het jaar 1933. We hebben op de wijde wereldzee het razen gehoord van den storm. De golven namen het scheepje op en wierpen het neer in diepe afgronden. En nu, aan het eind, zitten we neer en overdenken en zien terug.

Hoeveel herinneringen gaan door ons hoofd. Heugenis van snerpende smart. En van bewarende genade. Van angst, die werd beschaamd, en van hulp, die werd genoten. Van troost zelfs, die Gods eigen hand voorzichtig en verzachtend druppelde in diepe wonden die geslagen werden.

En nu, aan "het einde, hebben we reden, te aanbidden, en te zien, dankend, dat het veilig was in den storm bij Hem; want de Heere had zelf de deur toegesloten.

Even hebben we tijd om te poozen, om ons te bezinnen over het jaar, dat ging. Bij het hooren van den klokslag is het alweer voorbij, en het nieuwe jaar schrijft zijn nooit gezieai cijfer aan den opdoemenden horizont.

1934.

Nieuwe perspectieven. Nieuwe mogelijkheden. Nieuwe zorgen. Nieuwe vragen. Wat zal dat jaar ons brengen? Hoe zal het worden met de volken? Zal de wereld een toenadering zien, die noodzakelijk is, als ze niet naar den afgrond glijden zal, en vergaan?

Zal de verdwazing der volken nog geen einde nemen ?

Zullen de conflicten nog niet worden opgelost?

Zal het verwarde kluwen der maatschappelijke en sociale en staatkundige problemen nog verder in elkaar worden gescheurd?

D'uizend zorgen; duizend vragen

Maar, als de Nieuwjaai'smorgen rijst aan den donkeren horizont, dan moge wie geen God heeft angstig vragen en bitter klagen; dan moge wie als eenig geloofsartikel het après nous Ie deluge heeft met een nieuwen roes het nieuwe jaar begroeten — de gemeente des Heeren heeft een vasten grond onder de voeten. Zij heeft de prediking van de ark ontvangen: de HEERE sloot achter haar toe.

Het is zoo veilig, achter die gesloten deur. Zelfs al zou in 1934 de storm nog feller gaan razen en het scheepjen beuken en dreigen te doen vergaan — het is veilig achter de gesloten deur.

Veilig, voor wie bij Jezus den Heere schuilend het nieuwe jaar begint.

Dan laiielt aan boord de schepeling in storm op den NieuwjaarsmoTgen en bidt": den

Daar velen twijfelmoedig klagen:

„Wie zal ons 't goede toch doen zien? " Doe Gij o Heer, na 't angstig klagen, Ons 't lieflijk licht Uws aanschijns dagen En wil Uw rijke gunst ons biên.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 december 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Bij de Jaarwisseling.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 december 1933

De Reformatie | 8 Pagina's