GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Maar één stam zal hij hebben, om Mijns knechts Davids wil, en om Jeruzalems wil, de stad, die Ik verkoren heb uit alle stammen van Israël". , maar Ik stel hem tot een vorst al de dagen zijns levens, om Mijns knechts Davids wil, dien Ik verkoren heb, ...." 1 Koningen U : 32, 34 b.

De triomf van den „benvel der liefde" over den „berg der ergernis".

In dit woord gloeit ons het licht der genade tegen, brekend door den rook van bet oordeel heen. Ja, hier triomfeert de heuvel der liefde

over den berg der ergernis. Hier triomfeert Gods werk over eu ondanks het bederf en het geknoei der menschelijke zonde. Hier openbaart zich de kracht van het Verbond. Dus zwijgen we, en hopen...

Zwijgen?

Hop en ?

Indien wij als menschen, natuurlijke menschen, die niet onderscheiden kunnen de dingen, welke des Geestes Gods zijn, treden tot de geschiedenis, in 1 Koningen 11 ons vermeld — ach, , i^ dan ons oordeel niet spoedig gereed?

De berg der ergernis — in dezen naam vinden we de saamvatting van Salomo's zondige offerpraktijken, zijn defekt-raken van zijn gang achter den HEERE, zijn afgoderij, — hoe wordt daarin het Verbond gesmaad!

„Berg der ergernis", zoo heet in de ti^aditie één der toppen ten Oosten van Jeruzalem, waar Salomo offerhoogten heeft gebouwd voor de drie vreemde goden, de Fenicische As tart e, de Moabietische ~K. a m o s, de Ammonietische M i 1 k o m — 'dit onder den invloed van zijn vrouwen, en (waarschijnlijk ook) van zijn talrijke handelsrelaties, bij „het klimmen van zijn finantiëele ster" — dus van het zoeken eener ongeoorloofde syn­

these. 1) Om deze afdwaling van het Verbond, en deze uitglijding uit het spoor der gerechtigheid, wordt nu de drager van het geestelijk koningschap in Israël (het symbool van het Messiaansche) zwaar gestraft: tien stammen zullen zich voegen gaan onder het juk van een vleesche- 1 ij k koningschap, dat van Jerobeam, den nazaat van het huis Jozefs, den Efraïmiet, door God niet verkoren — want Jeruzalem is de stad, van den "HEERE zeer begeerd (zie Psalm 78 vs 67 en 6& ). -

Berg der ergernis ... ach, hoe diep is Salomo gevallen, en hoe is de glans van zijn geestelijk koningschap, het theocratisch koningschap, verbleekt)

Toch zwijigen we, en hopen.

Waarom ? Omdat God de HEERE is de trouwe Verbonds- God.

En dat merken we op in die uitdrukkelijke uitspraak, welke Salomo niet alleen één stam laat, maar ook hem het koningschap persoonlijk doet behouden, over gansch het rijk: „Ik stel hem tot een vorst al de dagen zijns levens".

Waarom ?

Om Mijns knechts Davids wil !

Is dan David zoo veel? Is hij minder zondaar dan Salomo? Heeft hij grootere verdienste in het koninkrijk der hemelen?

Neen, neen. Het gaat hier niet om den mensch. Het gaat om God. Om Zijn Naam. Om Zijn Verbond. Om Zijn genade. Om Zijn liefde. Dus zwijgen we, en hopen.

Dus speuren we een klank van vergeving in deze pertinente beperking van het oordeel Gods over de afdwaling van Salomo.

Om Davids, Mijns knechts wil, — dat is: om Mijns Ver honds wil, 'ja hier openbaart zich de kracht van het Verbond. Dat Verbond der genade, met Abraham gesloten, en vernieuwd met David (zie 2 Samuel 7), o, hoe licht in de beloften aan David de glans van den komenden Messias door!

Salomo! van vergeving, rechtstreeks geschonken, lezen we niet — de „berg der ergernis" waarschuwt ons ernstig — maar dit weten we wel: aan den anderen kant van Jeruzalem dan de bergd er ergernis ligt, waar gij wierook branden deed ter eer van vreemde goden, ligt de heuvel der liefde. En daar deed onze HeereJezus Christus het reukwerk van Zijn eenige en volmaakte offerande branden, ter verzoening van de zonden der Zijnen, en ter bevestiging, besluiüng en fundeering van het Verbond. En wanneer wij de profetie des HEEREN door den mond van Ahia nu herhalen, ziende op Christus en den heuvel der liefde... o God, trouwe Verbonds- God, Wiens barmhartigheden groot zijn! hoe kunnen we dan met een hard oordeel over Salomo en den berg der ergernis klaar staan? Vellen we niet met zulk een hard vonnis ons eigen oordeel? Zijn er niet in ons eigen leven talrijke bergen der ergernis? O God, Gods des Verbonds en des eeds, hoor toch naar onze smeeking, nu wij vluchten tot den heuvel der liefde, tot de uitgebreide Middelaarsarmen, die rust beloven, hoor toah, en vergeef. ..

Doe ons zwijgen en hopen.

Voor Salomo.

Voor m ij, armen zondaar, grootsten der zondaren,


1) Zie voor dit alles de verklaring op 1 Koningen 11, van Prof. Dr C. van Gelderen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1935

De Reformatie | 8 Pagina's