GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een „Grereformeerd" Weekblad en een „Gereformeerd" congres.

De redactie van het weekblad „Woord en Geest" deelt in het laatste nummer mede, dat in de redactie zijn benoemd Dr R. B. Evenhuis, Ned. Herv. predikant van Scheveningen, en Dr K. H. Miskotte, Ned. Herv. predikant te Haarlem. Binnenkort hopen zij him arbeid als redacteuren te beginnen.

Ongetwijfeld zal' met name de benoeming van Dr Miskotte de aandacht trekken. Hij is immers de man, die in Nederland als evenknie van Prof. Haitjema opgetreden is, die, radikaal als weinigen, kritiek oefent op wat tot nu tpe onder Gereformeerden algemeene opinie geweest is. Met name Dr Miskotte heeft op de twee bijdragen, waarin Dr H. Colijn voor het staatkundige, en ik voor het cultureele leven de méening der Gereformeerden trachtten weer te geven, zijn bekende felle kritiek geleverd. Een kritiek die, indien Barth gelijk had, zelf ook volkomen gelijk hebben zou.

Zoo heefl dan in Nederland eerst een z.g. gere'formeerd congres Dr Haitjema gerekend tot de gereformeerden-in-ruimeren-zin, en komt thans een orgaan, dat in zijn kop den titel voert van .„gereformeerd weekblad" de daad bij het woord voegen en haalt Dr Miskotte in de redactie. Waarom ook niet? Wie dit congres met zijn sociale daad van publieke qualificatie aanvaard heeft, moet óók den ondertitel van „Woord en Geest": „gereformeerd weekblad", aanvaarden; zelfs nu de ongereformeerdheid bezegeld is door de jongste benoeming.

En intusschen worden de menschen klaargestoomd voor C. D. U. en N. S. Bu

O ja, er is nóg een intusschen: deze week schrijft de redacteur van „De Wiekker" nog weer de dwaasheid neer, dat die kritiek op het congres, bovenbedoeld, eigenlijk net deed alsof het congres ©etn Gereformeerde Kerk was; die kritiek krijgt dan vervolgens al de adjectieven, die deze redacteur uit zijn pen vloeien laat, zoo vaak hij zijn borstkas ietwat te veel lucht toevoert. Dat hij over die kritiek onwaai-heid spreekt, is tot daar aan toe. Erger is, dat hij onware titel-verleening jammer acht in de kerk, maar niet in een congres, in ©en slaapkamer, in de Sahara.

Laat ons geen illusies maken: het gereformeerde en kerkelijke leven in Nederland holt met nam« door zulke probleemverwarring achteruit. De Standaard van deze week schudt het hoofd — terecht — over bisschop Söderblom, en verwijt hem beginselloosheid. Want hij maakte met hetzelfde genoegen de toen nog kleine Astrid klaar, eerst voor de 'luthersche, daarna voor de roomsche kerk. Maar de geest van Söderblom en van de z.g. „evangelische katholiciteit" werkt al lang ook in onze kringen. En d ie geest geeft applaus, als Den Haag- West zich vergist inzake de polemieli. Zou het niet tijd worden, dat men zich bezint over den ernst van den toestand? En zou Den Hiaag-West niet eens openlijk erkennen, dat zijn bekende oekase meer en meer door de daarna aan den dag tredende acute afbrokkeling van ons leven is veroordeeld? Want naar mijn meenin» kan geen enkele congrcssist van toen het weekblad „Woord en Geest" zijn jongste benoeming verwijten, als zijnde in strijd met zijn gereformeerden naam.

Terwijl de redacteur van het ééne gereformeerde blad („De Reformatie") zich laat vinden voor den eerst ook onder zijn volle verantwoordelijkheid veroordeelden Calvinistenbond (annex congres), gaat de redactie van het andere zich eveneens gereformeerd noemende orgaan („Woord en Geest") zich een volbloed barthiaan assumeeren. Waarom ook niet? „Von höchster Stelle" rekent men hem immers tot de nuances van het gereformeerde leven? En intusschen maakt men een derde blad. En dat is zoet. Het zal niet polemiseeren naar binnen.... Is Barth soms binnen? Intusschen schrijft men 1935: alles polemiseert.

De situatie krijgt lee kening; en dat is het eenige lichtpunt.

En dan zijn er werkeüjk óók nog Kuyperiaansche menschen, die zeggen: scheid toch uit met de polemiek Ze moeten blijkbaar nog erger schrikken onder de acute afbraak van het „Kuyperhuis", niet het steenen, doch het geestelijke, zooals u begrijpt.

K. S.

Nationaal-socialisten en Joden.

Toen de duitsche nationaal-socialisten nog de macht veroveren moesten, kondigden zij op, groote verkiezings-biljetten aan, toch vooral een Christel ij k e n staat te willen.

Dat „christendom" hebben we intusschen leeren kennen.

Ook in zijn verhouding tegenover de Joden. Eenige weken geleden meldde ik ©enige opschriften, die in ©en duitsche stad bij een nationaalsocialistische massa-betooging waren te lezen gegeven; zij waren fèl tegen de Joden, èn tegen het evangelie, dat den vleeschelijken zoon van Abraham gaarne weer „thuis" brengt in den kring van Abrahams geestelijk zaad.

Thans reproduceeren we hier enkele foto's, die de heer G. Meyering te Kampen op ons verzoek zoo vriendelijk was voor „De Reformatie" af te staan. Zo zijn door hem genomen in WiUingen (Waldeck). De ©ene foto verbaast ons door de schandelijke wijze^ waarop de joodsche „koppen" „spi-ekend" gemaakt zijn, de andere

niet minder. Deze en dergelijke opschriflen treft men langs de spoorbaan of bij den stations-uitgang. En er zijn veel ergere, ook grove waarschuwingen van vrouwen en meisjes ~ juist tegen joden.

Kijk die koppen nog eens aan, en denk dan aan de treffende opmerking van één der sprekers op de jongste protestvergadering tegen de Jodenvervolging; hij zei, dat misschien wel in het graf van den onbekenden soldaat te Berlijn — ge ziet er altijd een paar ariërs de wacht houden — een... jood lag.

K. S.

De kerk onder staatstirannie.

Zij, die nog altijd gelooven, dat het nogal schikt met de duitsche kerkvervolging, worden door de feiten toch wel in het ongelijk gesteld.

In Trebbin (Kreis Teltow) is onlangs een noodkapel volledig verwoest, nadat ©en demonstratie voorafgegaan was. De „belijdenis-christenen" vergaderden daarna in een particuliere werkplaats. De burgemeester berichtte toen, dat deze plaats overeenkomstig de bepalingen moest gelden als „profaan" 1) en dat het daarom verboden was_, aldaar godsdienstige samenkomsten te houden. Zijn Edelachtbare was zoo vriendelijk, dit te schrijven op Maandag 12 Augustus, en dan meteen te berichten, dat het verbod al gold voor den volgenden Zondag.

In Westfalen ontvingen ©enigen tijd geleden vijf predikanten ©en verbod zoowel van spreken als van verblijf. Een der predikanten werd in verhoor genomen uit oorzaak van zijn prediking, maar drie dagen vóór het verhoor was al het bevel tot zijn uitwijzing gedateerd. Ettelijke predikanten worden voor een tijd door ©en verbod van spreken getroffen of ontslagen. Men betaalt weer duizenden Marken boete.

Er is trouwens meer, dat ons herinnert aan de dagen van de Afscheiding in Nederland. In Langd had de gemeente een „belijdenispredikant" gekregen, door bemiddeling van den z.g. broederraad. De landsbisschop, die er van hoorde^ benoemde een tweeden predikant. Deze heeft twéé Zondagen gepreekt onder geleide van twee collega's, ©n met behulp van den koster. Hij belegde ©en tegendienst met eerst 10, daarna 4 hoorders. De gemeente zelf bleef met haar „belijdenis-predikant" na den morgendienst en na den daarop volgenden kinderdienst in de kerk zitten voor een daarbij aansluitenden dienst, en bleef zóó lang met den „belijdenis-predikant" in het gebouw^ totdat de heeren van buiten vertrokken waren. Intusschen verscheen een berichtje in de pers, dat de zooeven bedoelde, door den bisschop benoemde predikant, in zijn intreepreek had uiteengezet, hoe de arbeid van predikant en van elk gemeentelid zich moest gronden op den bijbel en... de belijdenis.

Wat het hooger onderwijs betreft: Prof. Emil Wicber is verplaatst van Bonn naar Munster. In zijn plaats treedt nu Lic. H. W. Schmidt. Deze behoort lot de „Duitsche Christenen". Door deze benoeming is de faculteit van Bonn zóó grondig omgebouwd, dat zij niet meer in aanmerking komen kan voor rechtzinnige studenten. Ook al onder invloed van zulke feiten is de behoefte ontstaan om de Theol. Hoogeschool te Elberfeld om te bouwen, uit te breiden.

Dit is nog maar een klein gedeelte van wat zoo te melden viel. Wij hopen nog wel eens meer van deze berichten door te geven.

K. S.

Van kwaad tot erger met de N. S.B.

Nog steeds is bet noodig tei lettea op wat er gebeurt in de N. S. B. Wij hebbea reeds eir op gewezen, dat zij zich inspant, om haar invloed in het kerkelijk leven te kunnen behouden. Hiet zon haar kwaad doen, indien de tucht der kerk doortastte; dat tracht zij in elk geval te voorkomen. Men kan soms zelfs vernemen, dat N. S. B^.-ers zich direct in verbinding stellen met kerkeraadsleden om tuchtmaatregelen op mede-leden der N. S. B. te helpen verhinderen.

Nu schijnt het bovendien langzamerhand door te dringen tot de leiders, dat hun staatsleer (neergelegd in de officie©Ie brochure III) inderdaad met hiftt christendom in onverzoenlijken strijd leeft. Tot nu toe is daarvan naar buiten niets gebleken, en hebben de beeren zich vergenoegd met bet smalen op hen, di© deze ernstige waarheid hun aan het verstand brachten. Onder deze bedrijven door schijnt men echter toch wel in te zien, dat de gehoonde critici in dezen) volkomen gelijk hebben. Volgens o.i. betrouwbare mededeelingen — die juist van N. S. B.-zijde komen, en de bedoeling hebben, haar van kritiek te helpen zuiveren — ds. men thans bezig, een andere beginselverklaring voor te bereiden. Men wil dan aan de belijdende christenen in de beweging het blijven gemakkelijker maken. Zoo zijn er — alweer volgens deze berichten — drie raden gevormd. Een gereformeerde', een hervormde en een" roomsch-katholieke. De gerefo'rmeerde raad zou van een met name genoemd predikant van de Gereformeerde Kerken, hoewel zelf geen lid der N. S. B'., ter zake adviezen krijgen. Deze raad heeft dan voorts contact met de twee andere raden, den roomschen en den hervormden, om te komen tot een andere beginsel-verklaring. Want men ziet in, dat brochure III vat geeft op de kritiek van hen, die zeggen: zie daar Hegel.

Indien deze berichten waar zijn, zijn zij ernstig genoeg. Want dan zijn twee dingen mogelijk.

In de eerste plaats, dat de N. S. B. geen heusche leiding heeft. Wat is dat voor mannen-werk, dat men eerst verklaart: zie hier „in laatster instantie" onze principieele „verantwoording", en deze officieel publiceert, terwijl dan later de zaak weer radicaal gewijzigd worden zou? Heet het thans in N. S. B.-kringen, dat de befaamde brochure III (Staatsleer) slechts een proeve was, dan is dit niets anders dan een onwaardige noodsprong: men herinnere zich maar weer de uitdrukking: „verantwoording in laatster instantie". En dat nu gereformeerde, hervormde en roomsche N. S. B.-ers, hoewel ze eigenlijk toegeven móeten, dat de leiding in de N. S. B. absoluut ontbreekt, en dat zij tot nog toe feitelijk acliter een zichzelf uit utiliteitsredenen thans maskeerend heidendom aangedraafd hebben, thans, in plaats van zich van dit gedraai af te wenden, nóg trachtenj het achteraf te dekken, en den langs dezen draaiweg verkregen toestand te bestendigen, dat is wel het eerste droeve ding.

Het tweede is, dat men thans de confessioneelle beginselloosheid officieel tracht in te halen. Wordt immers een politieke beginselverklaring opgesteld, welke confessioneel geen wrijfvlakken beeft, dan is daarmee geen winst, maar verlies behaald. Beter toch is de ruw-openhartige ketterij van brochure III, die althans de situatie teefcent, dan een weloverwogen formuleering, die met behulp van zulk een „neutrale" beginselverklaring (zelf een, fictie!) aan de N. S. B. de kans geeft, nog meöjs argelooze zielen te vangen.

De wereld gaat er niet op vooruit.

Men kan in vroegere brochures van den kant der V r ij m e t s e 1 a r ij nog de uitspraak lezen, dat in de loge voor iedereen plaats is, behalvo juist voor de principieel „onverdraagzamen": aanhangers van „Roine" en ook van „D'ordt". Maar het schijnt, dat de N. S. B. met behulp ook van de bovenbedoelde „raden", het nog verder brengen wil: ook de aanhangers van Rome en Dordt kunnen in deze quasi-neutrale, tusscben de mazen van alle confessies dóór sluipend© politieke beweg'ng zich straks wel vinden. Natuurlijk is zulk een N. S. B. nóg gevaarlijker dan de tegenwoordige.

En omdat de gedachte zelf, dat men politiek kan bedrijven op confessioneel-neutrale basis, nog erger dwaling is, dan de eerste, is het te betreuren, dat ook gereformeerden zich laten benoemen in zulke raden, en is het wenschelijk, dat er klaarheid kome inzake de vraag, of inderdaad een gereformeerd predikant op goede gronden gezegd wordt aan dit pogen steun te verleenen. Zou deze uit N. S. Bi.kringen komende apologetisch bedoelde mededeeling waar zijn, dan beteekent dat m.i. schade voor kerk en koninkrijk Gods.

K. S.

Het antwoord van Ds A. C. Heij.

Wij hebben Ds Heij, gelijk onze lezers weten, gevraagd, zijn insinuatie i), dat in „De Reformatie"redactie een bestaande concentratie verbroken zou zijn door het zetten van al te veel puntjes op de i, öf te bewijzen öf terug te nemen. Ds

Heij vraagt nu, of het dan niet geoorloofd is, te vragen, wa't er gebeurd is.

Maar Ds Heij had niets gevraagd, en moet nu niet zijn positie weer veranderen. Wde beweert, moet bewijzen, oï terugnemen. Nu nog.

Intusschen, Ds Heij blijkt thans dan toch iets te wiUen gevraagd hebben: hij wilde eigenlijk vragen, hoe het zoo gekomen is, dat „De Reformatie"-redactie ontbonden is.

Wie wat in 't publiek vraagt, m é é n t zijn vraag natuurlijk. Welnu, laat Ds Heij publiek aan zijn redacteuren, de H.H. Waterink en Tazelaar, verzoeken, verlof te geven tot publicatie van wat geschied is. Wat mij betreft, ik ben bereid, Ds Heij's weetgierigheid te bevredigen (maar waarom vroeg hij eigenlijk niet eerder? ).

Voorts, ik liet mij niet uit over dingen van Zeeuwscbe Kierkbode, maar heb alleen gezegd, wat de consequenties zijn van Ds Heij's eigenaardige opmerkingen aan ons adres.

Tenslotte, Ds Heij blijkt ook niet in staat, eenigen zin te geven aan zijn opmerking over fascistische wijze van redigeer en. Wij zullen het zoeken naar zulken zin dan ook maar staken. Wel wachten we at, wat Ds Heij voor bescheid krijgen zal inzake zijn „v r a a g" om een antwoord.

K. S.

Kerksplitsing een „geloofsstnk" en geen „waagstnk". Geen „praat" langer, maar „daad".

Aan allen, die hun instemming betuigden met mijn artikelen en afdrukken bestelden^ melden we, dat de Uitgevers Oosterbaan en Le Cointre bereid gevonden zijn, die uit te geven tegen den luttelen prijs van f 0.25.

Stelle de Heere dezen arbeid tot zegen van Zijn Zion!

W. F. C. VAN HELSDINGEN.

Naschrift. De artikelen van Ds van Helsdingen trokken zeer de aandacht; Ds Vonk schreef er uitvoerig over; een provinciale kerkbode uit het Noorden nam ze zelfs in hun geheel over. En ook van andere zijde werd er de aandacht op gevestigd. Naar mijn meening terecht; ook al, omdat precies werd aangegeven, hoe de schrijver zich de kwesties van de practijk voor wat de hoofdhjnen aangaat, indacht. Het spreekt vanzelf, dat we de uitgave als brochure ten zeerste toejuichen en de lezing ook aan onze vele nieuwe abonné's

met aandrang aanbevelen.

Redactie.


1) In IJmuiden en elders hebben de N. S. B.-ers ook verkondigd, dat men politieke zaken (zelfs in beginseltoetsing) niét mocht bespreken in een kerkgebouw; zulke „profane" dingen moesten in een „profane" ruimte gebeuren.

1) Ds Heij vindt dat te veel gezegd; ik niet: hij „vroeg" niet. En het verbreken van een bestaande concentratie door het zetten van al te veel puntjes öp de i vind ik een ernstig kwaad onder de zon.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKELIJK LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1935

De Reformatie | 8 Pagina's