GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Drijfzand.

Bert Bakker: Drijfzand. — H. A. van Bottenburg, N. V., Amsterdam.

Dat ©en dichter zijn eerste liefde gaat opgeven, en van de lyrische kunst overgaat tot de epische, met meer of minder lyrischen inslag, is tegenwoordig lang geen uitzondering. Dat deze overgang zijn moeilijkheden geeft voor den schrijver is heel begrijpelijk, als men let op de verschillende gerichtheid van dichter en prozaïst. Ruwweg kan men zeggen, dat de eerste subjectief, de tweede objectief georiënteerd is. Bij sommigen is het eerste boek een soort van overgang, waarin ze het objectieve gegeven dichterlijk bezinnen en uitwerken; de fantasie speelt er ©en groote rol in, b.v. Rembrandt van Theun de Vries. •

Ook Bert Bakker is als dichter begonnen, maar gaat zich nu werpen op den roman. En hij wil het radicaal doen blijkbaar. Als het niet te veel in strijd kwam met zijn titel: „Drijfzand", zou men kunnen zeggen: hij wil zich met beide voeten plaatsen op den harden grond der werkelijkheid. Het probleem der moderne jongeren heeft hem te pakken gekregen. Dit is stellig een actueel onderwerp. Welke houding neemt de moderne rijpere jeugd aan tegenover de machtige zuigkracht van de wereld? Hij vernauwt zijn lering, door speciaal jongeren te gaan behandelen, die een bepaalde, en wel gereformeerde levensopvatting, van huis uit mee gekregen hebben, en maakt den kring nqg kleiner door vooral het kunstenaars-milieu te behandelen.

Maar binnen dezen cirkel hoopt hij dan alle mogelijke problemen op, zoodat het er wel wat vol wordt. De houding van den kunstenaar ten opzichte van het geloof, van het huwelijk, de echtbreuk, de driehoeksverhouding; de moeilijkheid voor de kunstzinnige vrouw om te kiezen tusschen kunst en huwelijk, en voor de nietkunstzinnige om in haar man den kunstenaar te oeren, dat alles wordt^ onder meer^ den lezer getoond. Het is, alsof de schrijver met één maar alle problemen tegelijk onder het oog wil zien en oplossen.

Het spreekt vanzelf dat dit alles de compositie niet ten goede komt. Daar komtl nog bij, dat de handeling verloopt op twee ver van elkaar gelegen punten: een dorp in Friesland.^ en Amsterdam. De verbinding daartusschen geven de auto en de motorboot.

In het Friesche dorp zijn weer twee oentra: het doktersgezin, waaruit de hoofdpersoon, Sander, voortkomt en het domineesgezin, waaruit zijn meisje, Sita, stamt. In beide gezinnen is een duister iets: de huwelijken waren er niet zooals die moesten zijn in gereformeerde kringen. Wiat er precies aan haperde blijft grootendeels verborgen, hoewel dit juist van igroot belang is voor de jongeren. Want óm dat verleden laat de dokter zijn zoon, hoewel met tegenzin, de kunstenaarsioopbaan volgen en houdt de dominee zijn dochter, zeer tegen haar zin, af van een verloving.

In Amsterdam komt de jonge musicus in aanraking met oudere kunstenaars, waarvan de meesben blijken gereformeerid te zijn. Maar ook hier weer deugt de huwelijksverhouding niet. Buitengewoon lichtzinnig wordt er gesproken over de heihgheid van het huwelijk. Zij, die geheel opgaan in hun artisticiteit verliezen het geloof en hun huwelijk eindigt met scheiding. Hij, die at en toe zijn geweien hoort spreken, negeert alleen zijn vrouw, zoodat haar liefde verdwijnt, hoewel ze bij elkaar blijven. Met de vrouw van dezen scTiilder knoopt Sander zijn driehoeksverhouding aan. Zij geeft haai- geheele liefde aan hem, maar wil toch niet scheiden, om de „kerk". Hij neemt daarvan zooveel hij kan, maar dringt niet verder aan, omdat hij weet dat zijn „geloof" hem dat verbiedt, en hij toch ook van zijn verloofde houdt. Deze dubbelzinnige houding biedt hem ruimschoots gelegenheid tot aesthetische, sociale en .godsdienstig< 3 bespiegelingen, die hem niet verder bren, gen, omdat hij in het droeve bezit is van een zeer wankelbaar karakter.

Daar deze vreemde en trieste toestand niet eindeloos kan duren, zoekt de schrijver een uitweg. Hij vindt die in de woorden van zijn motto: Niet de vraag: „heb ik Christus genoeg lief? ", maar het weten, dat Christus ons liefheeft, is waarborg voor behoud.

Niet dus door eindelooze zelf-analyse moeten de verschillende personen hun houding ten op^ zichte van Christus bepalen, maar door Jezus in het geloof te aanvaarden als Heiland, moeten ze het drijfzand verlaten en wandelen op den rotsgrond van het geloof.

De verandering ten goede begint nu echter niet van binnen uit, maar neemt haar oorsprong uit het Friesche doktershuis. Een dochter des huizes, begaafde kunstenares, is „uitgebloeid" uit München teruggekomen en wacht nu op haar dood. Op haar ziekbed heeft ze haar geloof hervonden, en daaraan moeten de anderen zich vastklampen. Haar vader hervindt zijn geloof bij haar sterfbed; Sita, de eenige die niet afdwaalde, wordt er in versterkt, Leo, de schilder, vindt zijn oude vriendin terug, met wie hij het gevaarlijke "kunstenaarsleven gekend heeft, en wordt door haar op den goeden weg gestooten. In Amsterdam teruggekomen ti-acht hij zijn vrouw weer voor zich te winnen en Sander te helpen in zijn strijd. Dit gelukt hem echter niet. Sander, die veel voor Buchman voelt, kan maar niet komen tot schuldbelijdenis tegenover de menschen. Hij heeft een sterker prikkel noodig, die hij gelukkig vindt in een nieuwingevoerd persoon, een hoogstaand student, eveneens gereformeerd. Als deze hem geducht de les leest, vertelt Sander hem zijn geschiedenis, waarop hij zelf verrast uitroept: „Dat is Buchman: belijden voor de menschen!" Zijn hart staat nu open voor hel geloof en teruggekeerd naar Sita komt ook hij tot geloof en tot een zuivere verhouding tegenover haar.

Opzettelijk gaf ik een uitvoerig verslag van wat er in den roman zoo al gebeurt, om te laten zien, dat de schrijver te veel hooi op zijn vork nam,

Stof voor vele romans perst hij in een betrekkelijt kort bestek samen, om daarmee dieper in de problemen weg te zinken, dan zijn persoden in ii^j drijfzand. Vele gereformeerden ontmoeten we in het boek, doch één ding ontbreekt er in — h^t echte gereformeerd-zijn. En dat is heel jammer Vooral omdat de schrijver toont talent te bezitten. Ondanks de vele tekortkomingen èn in opzet èn in compositie, blijft men doorlezen, omdat men telkens getroffen wordt door goede trekjes. H«t boek is vlot geschreven, maar te ondoordacht.

Als Bert Bakker zich rustig gaat bezinnen en zeli geheel klaar is gekomen met de hier beschreven problemen, kunnen we ongetwijfeld later een goed boek van hem verwachten. Maar dat hij zich. daarmee niet haaste.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1936

De Reformatie | 8 Pagina's