GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Humor bij Paulus.

Met Paulus moet men oppassen!

Wij zijn geneigd hem te houden voor een systematicus en zijn uitspraken te boeken: chapiter zooveel, pagina zooveel.

Hij kon echter zeer ondeugend zijn.

Tegen de hoogmoedige Corinthiërs bijv. is hij vaak erg ondeugend, gebruikt hij gedurig het wapen van de ironie

Als hij de gemeente afmanen wil van het procedeeren voor de heidensche rechters en Iiij hoort in gedachten al hun tegenwerping: Ja maar — daar hebben wij geen menschen voor! — dan zegt hij als het ware: Kom, jelui hebt toch wel een of ander sjappie in de gemeente, die de vuile zaakjes kan opknappen!

Als het wegen aan den gang is vaii de gaven der leeraars, zegt Paulus met een effen gezicht: Ja, dal is jammer, maar ik kan heelemaal niet spreken. Ik wéét het wel, maar ik kan niet uit mijn woorden komen! En pal daarna houdt hij een betoog over de liefde, schitterend van welsprekendheid!

Als zij het druk hebben over de gaven, als zij uitmeten gaan: Moet die broeder twee of drie sterretjes op zijn kraag hebben? — dan zegt hij: Ik weet óók nog een gave en dan zingt hij van de Liefde, die li, aar eeuwig jubileum viert in het huis Gods!

Zoo hoogst ernstig, maar in eenigszins ironischen vorm, behandelt Paulus de vragen over het stuk van de christelijke vrijheid, aan hem gedaan.

De afgodstempels dienden tegelijk als stedelijk abattoir en verkoopcentrale van vleeschwaren, mocht een christen onder die omstandigheden vleesch eten? Brachten zij daarmede geen saluut aan de afgoden?

Dat mag niet! zeiden de preciesen.

Dat mag wèl! zeiden de rekkelijken, want een afgod' is niets en kan het vleesch dus niet onrein maken, de aarde is des Heeren, mitsgaders hare

volheid! Maar er was een derde groep, die op deze wijze onder den voet werd geredeneerd. Dat waren de zwakken. Menschen, die jaren lang heiden waren geweest en nu de aanraking met het heidendom even weinig konden hebben als de gewezen dronkaard de aanraking met het glas.

Die zwakken interesseerden den apostel heel wat meer dan de theoretische beschouwingen van de rekkelijken en van de preciesen. Een beetje korzelig roept hij uit: Spijze zal ons niet bij God brengen! En daar gaat het den apostel om, daar lééft hij voor en daar behoort de gemeente voor te leven! Zoo komt hij in den geest in dat disputeerende gezelschap. Ik hoor ze: Principieel beschouwd! Neen, neen, principieel beschouwd!... het woord is aan Broeder Paulus, hier heb ik zijn brief...

In spanning wachten zij af.

Hoor: Een afgod is niets. Er is geen God dan één! D.w.z. heel de wereld zal niet beslissen over mijn recht om te eten of te drinken

Bravo! Dat is echt Paulinisch! Dat is taal! Maar — vervolgt Paulus — ik heb nog een kleine restrictie

Zég het, Broeder Paulus, zeg het! Heel de wereld zal niet beslissen over mijn recht om te eten of te drinken, maar... als ik één broeder schade deed in zijn zieleleven, ik zou üi der eeuwigheid geen vleesch eten.

Want de liefde is goedertieren, Zij verbeeldt zich niets, Zij handelt niet ontactisch. Zij zoekt zichzelve niet. Zij verblijdt zich niet in de zonde van anderen, Maar zij verblijdt zich in de deugd!

Een broeder... och Paulus, het is het broertje wel, het is zoo'n sukkel.

Maar de apostel zegt: Ik mag weer, ik mag weer dragen!

Geloofd zij Jezus Christus, Die mij heeft vrijgemaakt van de dienstbaarheid, toen ik moest maar niet wilde, toen ik wilde maar niet kon!

Paulus spreekt hier van zijn honger naar menschen!

Allen ben ik alles geworden om toch op alle manier enkelen te redden.

Ach, werd deze honger naar menschen bij ons meer gevonden!

De Evangelisatie zou opbloeien.

En ook de stiefkinderen van ons christelijk leven, de Drankbestrijding en de Reclasseering, zouden er de vruchten van plukken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1936

De Reformatie | 8 Pagina's