GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Paaschkracht over Christus' broeder in den hleede.

II.

Daarna is Hij gezien van Jakobus 1 Korinthe 15: 7a.

Gezien door Jakobus, Jezus' broeder naar het vleesch.

Welke bizondere beteekenis heeft deze verschijning gehad? Een beteekenis, alleen voor Jakobus? Neen, neen, voor heel de Kerk des Heeren! Dat wülen wij nu nader zien.

De openbaring van Christus' Paaschkracht over Jakobus heeft een heerlijke vrucht gehad. De mogelijkheid is groot, dat, doordat de krachtigste van Jezus' broeders in den bloede Hem als den Christus der Schriften heeft leeren zien, ook diens andere broeders door Jakobus overtuigd

zijn geworden, en zich vaii liun Oudsten Broeder hebben laten grijpen.

Bovendien: wellc een beteekenis-volle plaats heeft juist Jakobus, de broeder des Heei'en, ingenomen in de jonge Christelijke Kerk, vooral in de gemeente van Jeruzalem — noemt Paiilus hem niet in zijn brief aan de Galatiërs, met Cephas en Johannes, een der pilaren van de gemeente des Heeren?

Maar de rijkste vrucht dezer verschijning mogen we zien in den zendbrief, welken Jakobus geschreven heeft — then prachügen brief met zijn praktischen inslag!

Het blijkt uit dien brief, dat hij is geweest een man van stoer doorzetten, als hij zich eenmaal ergens aan geeft!

Hoe openbaart de levende Christus Zich in Zijn broedev-naar-het-vleescli met al de krachten Zijner opstanding!

„Dio den wil Mijns Vaders doet, die is Mijn moeder, broeder, zuster!" — ja, dat heeft Jakobus nu wel heel goed begi-epen.

Heel de brief is er immers op gericht, de jonge Christenen uit de Joden, aan wie hij geadresseerd is, er op te wijzen, dat ze de geboden Gods moeten onderhouden — dat ze niet moeten twijfelen, maar van God wijsheid en volhardmg begeeren te midden van verzoekingen — dat ze oen waarachtig-Christelijk leven moeten leiden, ccn leven, hetwelk de kracht van Christus! opstanding kent — dat ze niet slechts hoorders, doch daders des Woords moeten zijn.

Heel de brief ademt één frissche, levende, praktische boodschap:

„Niet een iegelijk, die zegt, „Heere, Heere!", maar die daar DOET den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is!"

Is dat niet i-ijk? Gaat achter die sobere mededeeling: „en is van Jakobus gezien", nu niet het licht der veelvuldige wijsheid van den Opgestane gloeien?

Dat zulk een man omgezet is tot een dienstknecht van den Levensvorst! de vleeschelijke broeder, eerst zoo kritisch het werk van zijn broer Jozua verooi'deelend, nu een geestelijke slaaf (zie 't begin: „Jakobus, een dienstknecht (slaaf) van God en den Heere Jezus Christus ...."!), een slaaf, die in aanbidding en ootmoed heel zijn hart, gansch zijn leven, al zijn talenten aan den dienst van zijn Zaligmaker, DEN Jozua, toewijdt!

En dat nu de Heilige Geest hem gebruikt om óns te leeren!

Om ons tot praktisch Christendom aan te sporen.

Om ons op te wekken, mensdien-van-de-DAAD lo zijn.

Menschen-van-de-DAAD — dat worden onwilligen, die zich van Christus laten grijpen. Hem leeren kennen en de kracht Zijner opstanding —, onwilligen, wier hartelust het wordt, den wil van Jezus' hemelschen Vader te doen!

Ja, in daders des Woords vindt Christus gestalte — Hij, Die DE Dienstknecht wilde zijn, hoewel Hij de Vorst was.

Christus vernieuwt zulke zondaars naar Zijn evenbeeld, want alles is voor hen volbracht, en Hij schenkt hun niet alleen gerechtigheid, maar ook heiligheid — niet alleen gelóóf, doch ook wérken — niet slechts het hóóren, maar ook het dóen! Zóó is nu onze Levensvorst — en zóó is Zijn Paasch kracht.

Zóó maakt Hij het leven der Zijnen tot één heilige Paaschvreugde, één opstandingsleven: daders des Woords te zijn — leesbare brieven van Christus.

Menschen, zondaars — wat is 't heerlijk, een broeder of zuster of moeder van Christus te wezen — tot Zijn groot gezin te mogen behooren — te dóen den wil van Zijn hemelschen Vader, door Zijn offer- en zegegang ook de onze!

En dan nóg die zegenende hand van den Verrezene, nu als Heere der heerlijkheid in den hemel troonende — die hand uitgestrekt boven ons hoofd — en die stem uit de heerlijkheid, vol beloften van een schat van zegeningen:

„Zalig zijn zij, die het Woord hooren en hetzelve bewaren!"

Zalig Jakobus, wat is het rijk, zóó van uw lamilie

te mogen zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1938

De Reformatie | 8 Pagina's