GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

E)e God Abrahams en Izaaks en Jacobs, de God onzer vaderen, heeft Zijn kind Jezus verheerlijkt, Welken gij overgeleverd hebt, en hebt Hem verloochend.... Hand. 3:13.

God heeft zyn Eind Jezus verbeerlykt.

„En de geheele menigte van hen stond op en leidde Hem lot Pilatus" (Luc. 23:1). Dat was iels ontzettends! Ontzettend voor Jezus Christus, Die door Zijn eigen volk werd uitgeslooten, uitgeleverd aan den onderdrukker. Versclmkkelijk ook.voor de menschen, die dat doden. Die waren toch het verloste volk van God? Bevrijd van de onderdrukking? Maar nu buigen ze zich weer gewillig onder den onderdrukker, als ze zicli daarmee maar kunnen ontdoen van den gehalen Jezus. Als dat maar gelukt, dan hebben zo het er voor over, om niet meer het verlosle volk Gods te zijn. En in den grond is het een pogen, om zich van God te ontdoen, voorgoed...

Dat zijn ze zich toen niet bewust geweest. Maar nü moeten zij het weten, en Petrus zegt het hun wel heel scherp: God heeft Zijn Kind' Jezus verheerlijkt. Dien gij overgeleverd hebt.

't Gaat nu met Jezus van heerlijkheid tot heerlijkheid!

Eerst heeft God Hem opgericht uit Zijn smaadhcid en met heerlijldieid bekleed', zóó, dat alleen de engelen in den hemel en de menschen, 'die in Hem geloofden, hel wisten. Maar óók ten aanzien van Zijn vijanden, die Hem hoonden en bespotten, moet Hij gerehabiliteerd worden, moet Hij glorie ontvangen. En in de wonderlijke genezing van den kreupele, die geschiedde door Z ij n Naam en door het geloof in Zijn Naam, bewerkt God dit: Zijn glorie wordt al openbaar nu. Wat Christus in sterk geloof, midden in Zijn ellende, geprofeteerd had, 't gaal nu in vervulling: .. van nu aan zult gij (Mijn vijanden) zien den Zoon des menschen zittende ter rechterhand' der kracht Gods (Mallh. 26:64). En daai-in is Zijn triumf over Zijn vijanden!

Maar niet alleen Zijn triumf, in die heerlijkheid is ook Zijn barmhartigheid tegenover Zijn vijanden.

't Moest hen haken in de ziel. Zij noemden zich kinderen van Abraham en Izaak en Jacob; 't bleek nu, dat ze tegen den God van Abraham, Izaak en Jacob, tegen den God der verlossingen, gestreden hadden, dat ze zicli van God Zelf hadden willen ontdoen. En nu moeten ze zich daarover verootmoedigen! Dat is dan vrucht van de heerlijkheid van Jezus Christus en 'tis opnieuw tot Zijn glorie.

Zoo buigen zich ook vandaag Goids kinderen in schaamte neer, in verootmoediging, telkens als zij door hun ongerechtigheid de heerlijkheid van Christus hebben bedekt gehouden, terwijl God wil, dat 't met Hem gaat van heerlijkheid tot heerlijkheid.

Maar die heerlijkheid, uitkomend ook tegenover de wereld, is tevens hun vreugde. Petrus jubelt het uit: God heeft Zijn Kind Jezus verheerlijkt. Zou het toevallig zijn, dat hij twee maal het woord verloochenen gebruikt? Heeft hij dat zélf niet gedaan, tot drie maal toe? Maar God hoeft den smaad, dien ook hij op Zijn Heiland geladen had, afgewenteld, volkomen. Dat is om te juichen!

Zoo juicht Gods Kerk, dat God vandaag nog de heerlijkheid van Zijn Zoon laat uitkomen en laat voortgaan van liracht tot kracht. Ook nu. Christus zei het toch Zelf: van nu aan zult gij het zien? En i s het niet de heerlijlcheid van Jezus Christus, die zichtbaar wordt in deze wereld, als in het „derde rijk" alle mogelijke richtingen zijn weggevaagd of gelijkgeschakeld, omdat ze geen kracht van verweer bleken te hebben, maar alleen de Kerk moedig stand houdt, trots alle vijanden? Dan is daarin ook thans Christus' triumf over Zijn vijanden, en tegelijk Zijn barmhartigheid nog.

Zoo i s er ook nu de heerlijkheid van Jezus Christus, als onze werkloozen temidden van een verpeste sfeer van kankeraars hun kruis vroolijk dragen, ziende op Hem; als onze arbeiders, temidden van een niet minder verpeste sfeer van vijandschap tegen God en Zijn dienst, hun Heiland moedig belijden.

Zoo moet aan de Kerk altijd te zien zijn de glorie van Jezus Christus. Want het moet met Hem gaan van heerlijkheid tot heerlijkheid! Ook door ons leven. En het zal zoo met Hem gaan, immers God verheerlijkt Zijn Kind Jezus. Dat is onze

troost en onze kracht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juli 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juli 1938

De Reformatie | 8 Pagina's