UIT DE HISTORIE
Prof, Dr H. H. Kuyper over het karakter en de bevoegdheid der meerdere vergaderingen.
Na die schoone jaren komt inzinkmg. Er zijn dassen en synoden, die hun bevoegdheid te buiten gmgen en zoo kwam er het gevaar van een
aantasten van de vrijheid der plaatselijke Kerk.
Men leest in No. 2352 aldus: De groote en krachtige actie, die in 1886 en de volgende jaren gevoerd werd voor het recht en de zelfstandigheid der plaatselijke Kerk tegenover de hiërarchie der hoogere kerkbesturen, is allengs geluwd en zelfs bij een jonger opkomend geslacht min of meer in het vergeetboek geraakt. Het pleit scheen gewonnen. Men leefde nu in een nieuwe kerkorganisatie, waarvan het uitgangspunt lag niet in een algemeen kerkgenootschap met plaatselijke afdeelingen door lagere en hoogere bestuurscolleges geregeerd, maar in de plaatselijke Kerken, die zich vrijwillig tot een kerkenbond hadden aaneengesloten en waar in plaats van deze bestuurscolleges nu weer de meerdere vergaderingen der Kerken waren getreden, waarin de Kerken zelf vertegenwoordigd waren door deputaten. Zoolang de mannen, die den strijd van 1886 hadden meegemaakt, nog leefden, was er dan ook weinig gevaar, dat de oude hiërarchische zuurdeesem weer in onze Kerken zou binnendringen. Zij waren de trouwe wachters op Sions muren, die terstond bij het minste onraad het alarmsignaal gaven. Men behoeft de acta onzer Generale Synode(s) en vooral de kerkrechtelijke adviezen door Prof. Rutgers gegeven, er maar op na te lezen, om te zien, hoe zij het voor het recht en de vrijheid der plaatselijke Kerk hebben opgenomen. Die vrijheid was het heilig palladium, die ze ten koste van zoo bittere worsteling heroverd hadden en dat ze daarom ongedeerd en ongeschonden wilden bewaren. Indien er gevaar bestond, dan was het veeleer, dat men, om aan die vrijheid in niets te kort te doen, wel eens te weinig rekening hield met de elschen, die het saamleven in één kerkverband stelt. Het meermalen herhaalde verzoek om, waar noch onze Kerkenorde, noch onze liturgie de vragen formuleert, die bij de openbare belijdenis des geloofs gedaan moeten worden, een formuleering dezer vragen te geven, werd afgewezen op grond, dat dit aan de vrijheid der Kerken moest worden overgelaten. Alsof onze Kerken niet én bij den doop èn bij de bevestiging der ambtsdragers èn bij het huwelijk de vragen geformuleerd hadden, die daarbij moesten gedaan worden, en er daarom ook maar eenig bezwaar kon bestaan om dit evenzeer te doen, bij een zoo belangrijke handeling als-de openbare belijdenis des. geloefs. In de practijk is dan ook wel gebleken, hoe het ontbreken van zulke geformuleerde vragen telkens tot moeilijkheid en willekeur aanleiding gaf. En onze jongste Synode te Leeuwarden heeft terecht, toen zij opdracht gaf om de liturgie te herzien, daarbij met name gewezen op het formuleeren der belljdenisvragen.
Bestond er dus aanvankelijk eer gevaar voor een Ietwat eenzijdige op de voorgrondstelling van de vrijheid der plaatselijke Kerk, dan dat de macht der meerdere vergaderingen te veel zou uitgebreid zijn, het kon kwalijk ontkend worden, dat in de periode, die daarop gevolgd Is; de evenaar min of meer naar den anderen kant dreigde door te slaan en enkele dassen en synodes zich wel eens een macht toekenden, die aan de vrijheid der plaatselijke Kerk tekort deed.
Ook openbaarde zich wel eens de independentistische neiging, die even gevaarlijk is. — Prof. Kuyper wijst op het invoeren van het vrouwenkiesrecht door een Kerkeraad, zonder de beslissing van een Generale Synode af te wachten. —
Maar In zulke Independentlstlsche stoutigheden ligt toch voor onze Kerken, althans op dit oogenblik, het gevaar niet. Ze komen slechts sporadisch voor, eigenlijk meer bij de gemeenteleden dan bij degenen, die geroepen zijn om de Kerk te regeeren. En al zal de stuurman aan boord van ons Gereformeerde schip altoos te waken hebben voor belde klippen, het independentisme en de hiërarchie, het gevaar schuilt minder in de independentische dan in de hiërarchische klip, althans wat onze kerkelijke vergaderingen aangaat.
Prof. Kuyper wijst er in het vervolg op, (No. 2355) dat het niet zijn doel is een volledige uiteenzetting te geven, hoever naar de beginselen van het Gereformeerde Kerkrecht de bevoegdheid der meerdere vergadering zich uitstrekt en hoe de vrijheid der plaatselijke kerken, ook waar ze als geoonfedtereerde kerken in één kerkverband leven, moot gehandhaafd worden. Dit onderzoek zou een boekdeel vorderen.
Ook wil hij niet het pleit voeren voor bet goed recht der plaatselijke Kerk om het verband met een van boven af opgelegde onwettige organisatie te verbreken of gehoorzaamheid' te weigeren aan besturen, die besluiten nemen in strijd met Gods Woord. D© • argumenten daarvoor zijn afdoende geleverd en opnieuw den strijd aanbinden met de Hervormde broeders hieromtrent ligt niet in Prof. Kuyper's bedoelen.
Evenmin behoeft besproken het beginsel, dat de onderwerping der plaatselijke Kerken aan de besluiten der meerdere vergaderingen haar grens heeft in de gebondenheid aan Gods Woord. In Art. 31 der Kerkenorde wordt uitdrukkelijk gezegd, dat wat in de meerdere vergaderingen besloten is, voor vast en bondig zal gehouden worden tenzij dathet bewezen worde te strijden tegen Gods Woord. Over die
„gebondenheid aan de besluiten der meldere vergaderingen"
hooren we dit nog:
Gebondenheid aan de besluiten der meerdere vergaderingen is er; de independentlstlsche opvatting, dat de Classen en Synoden geen kerkelijke macht hebben, dat zij daarom alleen „adviezen" kunnen geven en elke Kerk vrij blijft deze adviezen op te volgen of te verwerpen, wordt door onze Kerkenorde terecht veroordeeld; een geordend kerkelijk leven zou ook niet mogelijk wezen, wanneer de vrijheid der plaatselijke Kerk zóó werd opgevat. Onze Gereformeerde Kerkenorde spreekt daarom uitdrukkelijk van een zeggenschap, dat de Classis heeft over den Kerkeraad, evenals van een zeggenschap der Particuliere Synode over de Classis en van de Generale Synode over de Particuliere Synode (Art. 36). Dat dit zeggenschap niet berust op een zelfstandige macht, die in deze meerdere vergaderingen kleeft, of haar rechtstreeks van God geschonken is, maar daarop, dat de Eerken vrijwillig dit Kerkverband hebben aangegaan en haren afgevaardigden last en volmacht hebben gegeven om aan de beslniten dezer vergaderingen mede te werken, is natuurlijk volkomen juist; maar hetgeen In deze meerdere vergaderingen besloten wordt, ook al geschiedt dit door meerderheid van stemmen, is geen advies, niet een raadgeving, maar een besluit, dat door alle Kerken voor vast en bondig gehouden moet worden. Doch de onderwerping aan deze besluiten der meerdere vergaderingen heeft haar onverbiddelijke grens in de gehoorzaamheid en de onderwerping aan Gods Woord.
Dat de grens van de macht der meerdere vergaderingen, ja van alle kerkelijke vergaderingen gelegen is in de gehoorzaamheid aan het Woord Gods en dat wat met dat Woord strijdt de Kerken nooit binden kan, staat voor aUen vast. Hierover gaat het geding niet. Het gaat over de vraag:
is de bevoegdheid en de macht der meerdere vergaderingen om besluiten te nemen, behoudens die gebondenheid aan Gods Woord, onbeperkt?
Of wel: is deze macht en bevoegdheid een beperkte, een gelimiteerde. Is dit laatste het geval, dan mag de meerdere vergadering deze macht niet te buiten gaan. Doet ze dit toch, matigt ze zich een macht aan, die haar niet toekomt, dan bebehoeven de Kerken zich niet daaraan te onderwerpen.
Dit geding nu raakt wat men wel eens de autonomie der plaatselijke Kerk heeft genoemd, maar dat wellicht beter worde omschreven als de vrijheid en zelfstandigheid der plaatselijke Kerk. En hier Is het, dat in ons kerkelijk leven wel een gevaar dreigt. Een gevaar, dat den duur zou kunnen lelden tot een hiërarchische heerschappij der meerdere vergaderingen. En daartegen wilden we waarschuwen.
Over den inhoud dezer waarschuwing volgende week.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1938
De Reformatie | 8 Pagina's