GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ZENDING EN EVANGELISATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZENDING EN EVANGELISATIE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Christelijke Boodschap in een Niet-Christelijke Wereld. I.¹)

Het meerendeel van de lezers van „De Reformatie" zal uit het opsclirift boven dit artikel wel aanstonds begrepen hebben, dat het in onze bedoehng ligt enkele artikelen te wijden aan de jongste publicatie van Prof. ELraemer. Want dit werk, dat in den loop van dit jaar (uitsluitend in het Engelsch) verscheen, onder den titel „The Christian Message in a non-Christian World", heeft in enkele maanden tijds, ook Ln ons land, reeds groote bekendheid verworven. Terwijl ik dit schrijf, is de tweede druk reeds ter perse.

De profetische uitspraak van den aartsbisschop van York (die een „woord vooraf" schreef in bet boek van Kraemer), dat deze studie wel eens voor vele jaren het standaardwerk („the classical treatment") voor het vraagstuk van de houding der zending tegenover de niet-Christelijke godsdiensten zou kunnen blijken te zijn, begint zich reeds te realiseeren. In heel de Zendingswereld is Kraemer's boek met groot enthousiasme ontvangen. In het jongste nummer van „The International Review of Missions" noemde Pliillips het „a great and wise book", een uitstekend hulpmiddel voor de herbezinning over de eerste beginselen der Zeniding, die op de wereldconferentie te Madras: aan de orde zouden worden gesteld. Prof. Richter, de bekende Berlijnsche Zendingshoogleeraar, die in het Juni-nummer van het „Neue AUgemeine Missionszeitschrift" een uitvoerig overzicht gaf van den inhoud van Kraemer's boek, noemde het een „hervorragendes Buch", dat een intense bestudeering verdiende en drong ten zeerste op een Duitsche vertaling aan. In Indië begon Dr Muller Krüger, Docent aan de Hoogere Theologische School te Batavia, zijn aankondiging van het werk van Kraemer met een betuiging van groote dankbaarheid en hij wekte de lezers van „De Banier" op het in studiekringen geheel of gedeeltelijk door te werken. En, om tenslotte nog één te noemen. Ds A. Pos, Docent aan de Theologische Opleidingsschool te Djokjakai-ta, sprak üi de „Opwekker" van „een evenement in de internationale Zendingswereld". Ook ik zelf aarzel niet het werk van Kraemer, ondanks sommige bezwaren van principiëelen en practischen aard', de beste bijdrage te noemen voor de Zendingsmethodiek, die wij "de laatste decennia ontvangen hebben.

Een bespreking van dit boek is dan ook in de Zendingsrubriek van „De Reformatie" geheel op haar plaats, temeer omdat zij ons in de gelegenheid stelt verschillende actueele Zendingsvragen van dezen tijd in het licht van onze beginselen te bezien.

Vooraf echter enkele opmerkingen over de Wereldzendingsconferentie te Madras, die D.V. in December van dit jaar gehouden zal worden en ter voorbereiding waarvan het werk van Kraemer, op verzoek van den Internationalen Zendingsraad, geschreven is.

Zooals de lezers vaia „De Reformatie" wel weten, is de conferentie te Madras niet de eerste internationale bijeenkomst in de geschiedenis der moderne zending. Reeds de pionier van den Zendingsarbeid in Indië, de bekende schoenlapper-profesisor William Carey, liep met de plannen voor zulk een wereldzendingsconferentie rond, blijkens een brief, die hij in het begin der vorige eeuw aan zijn vrienden in Engeland schreef en waarin hij de wenschelijkheid uitsprak, dat om de tien jaar zulk een bijeenkomst zou gehouden worden. „In twee uren", zeide hij, „zouden de zendelingen (op een dergelijke vergadering) meer kunnen bereiken dan in twee jaren van correspondentie". Hij stelde voor de eerste van zulk een reeks van conferenties te houden in 1810 in Zuid-Afrika, Pas honderd jaar later zou zijn plan echter, althans in den geest als hij zich had voorgesteld, worden verwerkelijkt, n.l. toen in 1910 in Edinburgh de eerste groote wereldzendingsconferentie bijeen kwam. Wel waren er ook reeds eerder internationale vergaderingen van zendelingen geweest, zooals b.v. in 1854 in Amerika, op instigatie van een anderen beroemden Britsch-Indischeu Zendeling, Alexander Duff, en daarna te Liverpool in 1860, te Londen in 1878 (deze laatste werd o. a. bijgewoond door Ds F. Lion Cachet) en in New York in 1900 (afgevaardigde van Nederland was daar Dr J. R. Callenbach), maar, hoe belangrijk deze vergaderingen ook geweest mogen zijn, zij droegen toch alle in zekeren zin een voorbereidend karakter, zoodat men niet ten onrechte zeggen kan, dat de bijeenkomst te Edinburgh in 1910 de eerste wereldzendingsconferentie is geweest.

In het jaar 1910 waren te Bdinburgih meer dan tweeduizend Zendingsarbeiders bijeen gekomen, waaronder twaalfhonderd afgevaardigden uit vele landen, om, onder voorzitterschap van den bekenden Amerikaanschen Zendingsman Dr John Mott, te spreken over de belangrijkste vraagstukken der wereldzending. In een standaardwerk van negen deelen werden de resultaten der besprekingen samengevat.

Van de acht hoofdthema's, die op deze conferentie in discussie werden gebracht, noem ik hier, in verband met het werk van Kraemer, alleen het eerste en het vierde. Reeds de formuleering van deze thema's n.l. „Carrying the Gospel to' all the non-Christian World" en „The Missionary Message in relation to non-Christian Religions", wijst op den nauwen samenhang met het door Prof. Kraemer behandelde onderwerp.

Het eerste rapport (vol. I. van de geheele serie) bestaat grootendeels uit een overzicht van de „non- Christian World" maar bevat ook een hoofdstuk van meer dan zeventig pagina's (Part..III) over die wijze waarop het Evangelie in deze landen werd gebracht. Toch draagt ook dit gedeelte meer een oriënteerend dan een principieel karakter. Dr Gairdner noemde het üi zijn boek over de conferentie van Edinburgh dan ook niet ten onrechte „a veritable Blue book of the Civitas Dei".

Van veel meer beteekenis voor ons onderwerp is daarom het vierde rapport over „de boodschap der zending in haar verhouding tot de niet-Christcjlijke godsdiensten". Het was samengesteld opgrond van meer dan tweehonderd antwoorden van Zendingsarbeiders (o.a. van Dr Warneck, Dr A. C. Kruyt, Dr S. M. Zwemer en Ds B. M. Alkemn) op vragen, die door de desbetreffende commissie waren opgesteld. Na een inleidend hoofdstuk warden achtereenvolgens het animisme, de Chineesche godsdiensten, ^ de religies van Japan, de Islam en het Hindoeïsme besproken. In een slothoofdstuk van ruim 60 • pagina's volgen dan de conclusies van het rapport, zooals ze door de conferentie worden aanvaard. Twee hoofdkenmerken dringen zich bij lezing van dit rapport telkens weer naar voren, allereerst de erkenning van de behoefte aan een diepergaande „sympathiseerende" bestudeering der niet-Christelijke godsdiensten en ten tweede de beschouwing van de „waardevolle elementen" der niet-Christelijke godsdiensten als een „praeparatio evangelica", als „steps to' higher things". Ook al houdt het rapport vast aan de absoluutheid van het Christendom, het veroordeelt de „merely iconoclastic attitude" toch als „radically unwise and injust" (cf. Report, vol. IV, p. 267 V.). Het Christendom, de godsdienst van het „Licht der Wereld", behoort ook de lichtstralen van do niet-Christelijke godsdiensten, hoe gebroken ook, in zich op te nemen, temeer omdat ook m de Christelijke kerk zelf het licht niet ongebroken schijnt. Besludeerüag van de pseudo-religie kan leiden tot de ontdekking van vergeten of half-vergeten waarheden van het Chi-istendom (cf. W. H. T. Gairdner, „Edinburgh 1910", p. 137v.),

De conferentie van Jeruzalem in 1928 borduurde op ditzelfde stramien voort. Daarover echter in een volgend artikel.


1) Deze artikelen wachtten reeds geruimen tijd op plaatsing. (Uitg.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

ZENDING EN EVANGELISATIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 1939

De Reformatie | 8 Pagina's