GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zij zeiden: Heere! ziehier twee zwaarden. En Hij zeide tot hen: Het is genoeg. Luk. 22:38.

Twee zwaarden.

Naar deze woorden verwees de bekend gewordfen bul Unam Sanctam (1302) van Bonifacius VIII, die de pauselijke macht ontvouwde: twee zwaarden zijn haar toevertrouwd, een geestelijk en een tijdelijk. „Want toen de apostelen zeiden: ziehier twee zwaarden, n.l. in de kerk, wijl de apostelen spraken, toen heeft de Heere niet geantwoord, dat dit te veel was, maar dat het genoeg was. Voorzeker verstaat hij', die ontkent, dat de pauselijfee macht ook een tijdelijk zwaard voert, het woord des Heeren slecht, dat Hij sprak: keer uw zwaard weer in zijn scheede. Beide zijn dus in de macht der kerk: een geestelijk en een stoffelijk zwaard. Maar wel is waar zoO', dat het laatste vóór-, het eerste echter dóór de kerk moet worden gehanteerd. Het geestelijke door de priesters; het stoffelijke door de hand van koningen en krijgvoer- • ders, maar dan toch naar den wil van den paus, en zoolang hij het duldt." De bul gaat zelfs zoo ver, dat het geloof aan de absolute macht van den paus voor alle schepselen noodzakelij'k tot zaligheid wordt genoemd. Het is zieker wel de diepzinnige ironie der historie, dat met dezen paus de pauselijk© macht haar toppxmt bereikt had, en de Avignonsche ballingschap, straks het pauselijk schisma, volgden, met alle daarmee gepaard gaande verbastering van het pausdom. Toch bracht zelfs de jongste keuze van een nieuwen paus de leer der twee zwaarden weer in herinnering. Nog steeds is Rome niet slechts geestelijk, maar ook wereldlijk georiënteerd; en bij zijn kroming is het ook dezen nieuwen paus weer toegeroepen: „Weet het wel, dat gijl zijt de vader van koningen en keizers, de gebdeder der volkeren, de stedehouder van onzen Heer en Heiland Jezus Christus op aarde!" Nog in 1886 werd uitgesproken: „De paus is de ©enige, zelfstandige autoriteit, alle anderen zijn slechts afgeleide majesteiten." Dit alles ligt diep ra de Roomsche kerkleer verankerd, en heeft beteekenis voor de tegenstelling van Rome en dte Reformatie, al schenken we daar tegenwoordig helaas niet zooveel aandacht meer aan.

Het dnnkt ons voor Rome een pijnlijke zaak, dat rustige overdenking van de woorden der discipelen over de twee zwaarden toont, dat ze in onverstand gesproken werden. Hoe menigmaal Jezus ook reeds over Zijn lijden en sterven gesproken had, en daarbij steeds ook weer in het liclht gesteld had, dat zij, de discipelen, achter Hem zouden komen op den kruisweg, en den drinkbeker zouden drinken, dien Hij nu dronk, en met den doop gedoopt worden, waarmee Hij' thans gedoopt werd, nog steeds verstonden zij Zijn woorden niet, noch den ernst der tijden. Ze wüden strijden voor Jezus; met Hem in de gevangenis, en in den dood gaan; en ze verstonden niet, dat Jezus moest overgeleverd worden in de handen der zondaren, en gedood worden; en nog veel minder, dat het hun straks evenzoo zou vergaan. Ze moesten dat echter toch weten. De tijid voor dit alles was reeds zeer nabij: De ure was gekomen, en de macht der duisternis; niet slechts voor Jezus, maar ook voor de Zijnen. Ze zouden het nu heel spoedig ondervinden. Daarom zei Jezus het him nogmaals, in eindeloos geduld; nu' met een tegenstelling, om het ondersdieid van vroeger en thans goed te doen uitkomen. Vroeger konden ze op reis gaan zonder geld en allerlei reisbenoodigdheden; de menschen ontvmgen hen gaarne en hartelijk, gul en gastvrij, juist als discipelen van Jezus, den grooten leeraar en wonderdoener. Maar nu staat bet volk gansch anders tegenover Hem. Hij heeft de massa teleurgesteld, Oimdat Hij geen aardsch koninkrijk bracht; geen macht en geluk hier op aarde; geen verloissing van de vijlanden; maar alleen zaligheid en zondevergeving, en een geestelijk koninkrijk. Teleurgesteld zal het volk van nu aan geen Hosanna meer roepen, maar kruis Hem schreeuwen, en wie bij' Hem behooren zullen van nu aan dezelfde vijandschap ontmoeten. Daarom moeten de discipelen er op bedacht zijh, van nu aan voor zichzelf te zorgen, niet alleen voor hun voedsel en onderhoud, maar zelfs voor het behoud van hun leven. Bij' de onweersttandelijk opkomende vijandschap tegen Jezus en de Zijnen, gaat zelfs hun leven gevaar loopen. Ze zullen dit nu eerst aan Jezus zien.

Treuren de discipelen over deze veranderde verhoudingen? Zijn ze er verbaasd over? Begrijpen ze maar niet, waarom alles nu zoo- loopt? Gaat het zoo dwars tegen him verwachtingen, in? Laten ze er dan toch, oog voor krijgen, dat het reeds vanouds alzoó voorzegd was door Gods Woord, en dat dit alles niets anders is dan de vervulMng van de Schriften tot het einde toe. Alles moet volbracht worden tot het eiade wat Gods Woord voorzegde. Ook Jezus' leven moet zóó ten einde toe verloopen. Dit is de eenige maatstaf voor Zijn leven. Maar als Hij heengaat als een misdadiger, dan zullen zij' in Zijn lot deelen. De tijden worden nu zeer ernstig. En dat is naar Gods wil en welbehagen, naar Zijn raad en plan, in de Schriften geopenbaard.

Maar de discipelen realiseeren zich dit alles niet, en, waar Jezus over een zwaard sprak, dat ze zouden moeten koopen, antwoorden ze volijverig, als trouwhartige kinderen, in onverstand: „Heere! ziehier twee zwaarden!" Ze vinden het prachtig, Jezus te kunnen toonen, dat ze niet geheel onvoorbereid zijn; en ze bemerken zelf niet, dat ze hier weer even kinderlijk over zwaarden praten, als eens over broeden, toen Jezus hen gewaar^ schuwd had voor den zuurdeesem der Parizeen. Matüi. 16:5-12.

Jezus antwoordde kort: „Het is genoieg". Ze behoeven zich daar nu verder geen zorgen over te maken. Zooi is het wel goed. Zioo is htet voldoende. Ze behoeven niet naar méér wapenen uit te zien. Ze zullen het heel spoedig wel om dervin den wat er nu geschieden gaat, en dat zal hen leeren. Dan zullen ze Jezus' woorden beter verstaan. Er was nog zoovéél, dat ze nu nog niet verstonden, maar later uit de feiten leeren zouden, Joh. 13:7; Jezus moest in dezen tijd nog wel meer maar kort afdoen, waarover hun later het licht zou opgaan. Joh. 16:12v. Daarom maakt Jezus hier thans ook, met enkele woorden, epn einde aan het gesprek. Hij haast niet, en overhaast nooit. Hij hééft het hun gezegd; straks ziülen ze 't gaan ervaren, dat Hij, en zij met Hem, met de misdadigen gerekend worden. Zijn leven was lijden tot het diepste punt toe, om der zonden wU. De discipel is niet boven den meester, noch de dienstknecht boven zijn heer; het zij den discipel genoeg, dat hij worde gelijk zijn meester, en de dienstkneciht gelijk zijn heer. Indien zij den Heer des huizes Beëlzebul hebben geheeten, hoeveel te meer Zijtae huisgenooten, Matth. 10:24v. Daar heeft Jezus de Zijtien bij' het afscheid nog telkens weer aan herinnerd; hier en ook Joh. 15:20.

Het blijkt moeUijk te leeren voor de menschen, dat dit leven lijden mo^t zijn vanwege de zonde, naar Gods wil. Wij allen grijpen naar heerlijkheid en heerschappij'; en het dienen en zichzelf overgeven ligt ver van ons af. Het is niet alleen Rome, dat nog altijd twee zwaarden voeren wil, maar ook wij laten ons gaarne gelden. Het eschatologisch leven in spanning en verdrukking, als gasten ^ vreemdelingen op de aarde^ nult elk meiisc'h van nature gaarne in voor een leven, waarin wiji hei (reeds gegrépen hebben, en waarin we er ree^s zijln! Het blijft de groote verzoeldng, of we in geringheid en dienst, in lijden en strijden kunnen wachten op onzen Heer, totdat Hij' ons tot koningen en priesters Gode en den Vader maakt. \Vij kunnen het vaak niet. Jezus kon het wel. Tot het einde. En Gode zij' dank: Zijn leven in lijden en sterven tot het einde bedekt onze tekortkomingen hierin.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 1939

De Reformatie | 8 Pagina's