GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Distinctieven.

De onderscheidingsteekenen bij de Vaderlandsche 'Weermaclit zijn vele. Daar zijn rooide en blauwe, zilveren en gouden biezen; er zijn knoopen en sterren, strepen en balken. Daarmede zijn de distinctieven op verre na niet uitgeput, er zijn militairen, die een heel stuk op hun kraag hebben. M©n kan er een posthoorn of gekruiste granaten, een telefoonapparaat of eeji aesculaapstaf op aantreffen, ja zelfs een hoef ijzer of een paar schroefsieutels. Met dé kraag wedijvert de mouw, die weer andere onderscheidingen aangeeft. Dit is slechts een greep uit de rijke variatie, welke toont, ho« ons leger gespecialiseerd is, welke onderscheiden kennis en vaardigheid in één legerverband aanwezig behooren te zijn. Het komt mij voor dat wij in de burgermaatschappij, dat wij ook in „de kerk als organisme" van deze diffet^entiëering wel iets kunnen opsteken. In de maatschappij beeft de vermaarde - „algemeene ontwikkeling" 'dikwijls de hoognoodzakelijke vakkennis verdrongen. Wat onzen christelijken en kerkelijken arbeid betreft, wij gewagen gaarne van „het volle, rijke leven". Dat is een prachtzin voor een opi- Wiekkend woord, doch het is voor mij zeer da vraag of ons publieke leven wel die rijke verscheidenheid vertoont welke door den Heiligen Geest is gewild en bedoeld. Zeker, er is veel meer differentiëering dan Vroeger, toen het zwart van den dominee, het wit van den zendeling en het grijs katoen van de diacones bijna de eenigste uniformen waren, waarin de Strijdende Kerk op aarde zichtbaar werd. Met erkenning van de breedere ontplooiing van het leven, rijst bij mij de vraag of het leven nog niet veel rijker gevarieerd moest zijn dan het is. Ik veroorloof mij slechts enkele grepen. Er zijn broeders, die bijna alle distinctieven tegelijk op hun kraag en alle biezen te samen op hun mouw hebben. Dat is wel een aardig gezicht, maar ik heb het daar niet op! Zijn zij allen apostelen, spreken zij allen in menigerlei talen, zijn zij allen uitleggers, zijn zij allen la-achten: ? Ja zij, van ganscher harte! Och, vriendje, valt mij een broeder met ©en volle kraag en een veelkleurige mouw in de rede: de nood is mij opgelegd. In sommige gevallen is dat inderdaad waar. Maai' ik acht dat zoo iemand ook de nood opgelegd is, krachten te kweeken, op wie hij zoo spoedig mogelijk een sfèr van zijn kraag eji een bies van zijn mouw kan overplanten. Hij kan niet wachten, geen dag en geen nacht, om zijns zelfs wil en om des werks wil. Ik ontken niet, dat de gaven en krachten niet slechts onderscheiden zijn naar hun aard, doch eveneens naar maat en intensiviteit. De één weet meer en kan meer dan dq ander. Daarnaast handhaaf ik de stelling dat per saldo elk maar een klein beetje kan doen, dat ook de glans van onze sterren maar bepertit is. Zoo is het ook op kleiner terl-itoir. Er rijden matrozen te paard, er kUmmen cavaleiristen in den mast, maar dat kan op den duur niet goed gaan. Arm© dominee, tot u in het bijzonder gaat mijn medegevoel uit. "Wat moet gij toch een veelzijdig m©nsch zijn! Niet slechts roept uw ambt u tot de m.eest onderscheiden werkzaamheden, waartoe de bekwaamheid maar moeilijk in één persoon vereenigd kan zijn, maar gij moet bovendien nog wetenschappelijk bij zijn, literair op de hoogte, sociaal aangelegd, spreker op allerlei bijeenkomsten en bestuurslid van een onuitputtelijk aantal lorganisaties. Ik geef gaarne een gulden voor het standbeeld van den ronden vent, die eerlijk zegt: dat kan ik allemaal niet! Terar dum pfosim! (dat ik vertere, zoo ik maar nuttig ben!) is een schoone spreuk. Als ik echter mijn kraclaten in den arbeid moet vei-teren (schoon ik graag nog wat wensch te leven en het goede genieten), het zij, als ik dan maar waarachtig nuttig ben en niet gedwongen mijn krachten te versnipperen.

Ik grijp nog eens ergens anders in „het volle rijke leven". Daar bestaat ongetwijfeld zooiets als een gereformeerde stijl, hij kenmerkt zich ongetwijfeld door kloekheid van bouw en gedegenlieid van woorden. Maar ook heeft hij onmiskenbaar iels monotoons. Dan krijg ik soms het onbedwingbare verlangen eens een blauwe bies te zien en een zilveren sterj om eens een marinier te hooren pijpen en den hoefslag der Gele Rijdets te hooren. Rijker verscheidenlieid is hier zeker wenschelijk; de fourier moet niet met handgiranaten gooien, de tamboer-majoor niet aan het ziekbed zitten. Elk op zijn plaats, hem door God aangewezen, naar de gave hem door den Geest toebedeeld. En in deze rijke verscheidenheid det gaven onverbrekelijk verbonden in het ééne leger der Strijdende Kerk van Jezus Christus op aarde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1939

De Reformatie | 8 Pagina's