GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een mooie bloemlezing.

Dr W. A. P. Smit: Dichters der Reformatie in de 16e eeuw. — J. B. Wolters' Uitg. Mij., Groningen.

Voor eenige jaren gaf ée dichter-criiticiis Anton van Duinkerken een forsch boekwerk uit onder den üLel: Dicliter.s der Conlra-Reformatie. Daaï-in wees de Roomscixe apologeet op het belangrijke aandeel, dal de Roomsclie diclilers liadden geliad in de literatuur der 16e en vooral der 17e eeuw.

De Gouden Eeuw draagt ongetwijfeld een CalvinisLischen stempel, maar niet zonde'r slag of stoot heeft de Roomsche Kerk haar vroegere terrein losgelaten. Een innerlijlce reformatie, vooral onder leiding der Jezuïeten, heeft getraclit het aanzien der Kerlc te herstellen en bet verloren gegane gebied te heroveren. Van Duinkerken toonde aan, een hoe groote rol de literatuur daarin gespeeld heeft en welke resultaten werden bereilit. Vondel is niet de eenige Protestant die tot de Roomsche Kerk terugkeerde en zijn talent in dienst stelde van zijn nieuwe geloof, verdedigend zoowel als aanvallend.

Hoewel de Calvinist niet met alle uitspraken van den vurigen apologeet accoord lean gaan, is zijn boek toch een goede bijdrage tot juister beoordeeling der zeventiende eeuw.

Onlangs verscheen er van protestantsche zijde een tegenhanger, of zoo men wil, een aanvulling van dit boek. Dr Smit, die zijn studie opdraagt aan Van Duinkerken, verwijst daardoor als het ware naar diens bock. Er bestaan dan ook ver*schillende punten van overeenstemming tusschten beider werk. Beide auteurs liebben zich een naam verworven èn als dicliter èn als essayist. Hun boeken zijn beide bloemlezingen, voorafgegaan door een breede inleiding. Beiden vragen ze aandacht voor een te lang verwaarloosd tijdperk uit de literatuur, van hun geloofsovertuiging uit bezien.

Er bestaan echter ook verschillen tusschen beiden. Wijdt Van Duinkerken terecht het grootste deel van zijn werk aan de Gouden Eeuw, dr Smit vraagt belangstelling ivoor dichters uit de 16e eeuw. Beziet de eerste zijn tijdvak vooral met het oog van den dichter, de tweede is in de eerste plaats litcrair-historicus. Dit laatste komt vooral uit, als beiden een dichter voor liun richting opeischen, wat tweemaal gebeurt. In beide gevallen betreft het een dichter van weinig bcteekenis, over wien niet veel bekend is. Van Duinlierken besluit spoedig uit de woorden van het gedicht of uit een terloopsche aanduiding, dat de dichter Katholiek is of weer geworden is. Dr Smit daarentegen speuirt den geheelen bundel gedichten van den man opi, eens zelfs in onuitgegeven handschrift en besluit pas na nauwkeurige vergelijldng van den geheelen inlioud, dat de dicliter Protestantsch was.

Deze nauwgezette werkwijze typeert den geleerde, die het gevaar trotseert zijn lezers, die hij niet uitsluitend bij vakmenschen zoekt, te vervelen met een grondig onderzoek, dat dezen wellicht overbodig lang zal lijken. Toch heeft deze methode een voordeel. De lezer zal ervaren, hoe moeilijk het soms is^ bij een dichter uit de eerst© jaren der hervorming vast te stellen, of hij een critisch-Katholiek is, dan wel een ondogmatische Protestant.

Doorloopend wijst dr Smit op deze moeilijkheid. Immers de eersten, die zich yan Rome aflteerden, de Sacramenüsten en later de Doopers, ijverden in hun lied meer voor een Godzalig leven, dan voor een rechtzinnig geloof. Enkele martelaarsliederen zelfs, zouden door Roomschen kunnen geschreven zijn, die bewogen door het lijden dat zij aanschouwden, hun overkropt gemoed lucihtten in kreupele verzen, barstend vol van gevoel.

Deze ondogmatische inhoud is de oorzaak geweest, dat dr Smit niet goed geweten heeft, waar hij de liervormingsliteratuur zou laten beginnen. Daardoor gaat hij zoeken naar voorloopers, die reeds rechtstreeks contact hadden gezocht met God en hadden geijverd voor lieiliging des levens, buiten de kerkleer om. Daardoor begint hij bij de Broederschapi des gemeenen levens, de kring waaruit de Navolging van Christus, doorgaans aan Thomas a Rempis toegeschreven, is voortgekomen. Hij heeft nu een begin, en kan de niet meer Roomsche mystieke dichters laten voortkomen uit de nog wel Roomsche conventiculen, waarin het dogma moest wijken voor het persoonlijk heilig leven.

Hoe aannemelijk dit proces ook moge lijken, bij de uitwerking waarvan hij steun ondervindt van bekende geleerden als Kühler, lüiappert en Lmdeboom, het kan mij niet bevredigen. Waarom zou bij de z.g. Moderne Devotie wel van een eigenlijk begm sprake zijn geweest en bij de hervorming niet? Dat klemt te meer, daar andere geleerden uitdrukkelijk ontkennen, dat de Broederschap invloed heeft uitgeoefend op bijbelsch-humanisten als Erasmus, en op de reformatie en contra-reformatie.

Beter had het mij geleken, als dr Smit eenvoudigweg voorbeelden had gegeven van het zeer gevarieerde streven van hen, die zich niet meer in de Roomsche Kerk thuis gevoelden. Hij had dan ook meer kunnen wijzen op de talrijke schakeermgen binnen het Calvinisme. Nu noemt hij Jan van der Noot, Jan van Hout, Marnix en Hooft bij den zelfden Cialvinislischen naam, alsof er geen hemelsbreed verschil in opvatting van leer en leven tusschen hen bestond. Nu noemt hij Revius als overtuigd Calvinist en zegt „de anderen zijn echter dichters der Renaissance in den vollen wereldlijken zin van dit woord — met slechts af en toe voor een oogenblik het duidelijke geluid der Reformatie". Dit is stellig onjuist, vooral voor de 17e eeuw, waarin toch ook Revius leefde. Ik behoef slechts te wijzen op Cats , en Huygens.

• Wij zijn nu echter in de 17e eeuw beland, terwijl het grootste deel van het boek gewijd is aan de 16e eeuw. Het zou er bovendien op gaan: lijlien, dat ik slechts critiek had op dit boek en dit is geenszins het geval. Ik bedoelde slechts te wijzen op een paar vlekken, veroorzaakt wellicht door te veel volgen van een vooropgezette meening.

De groote waarde van 'dit boek ligt in zijn beschouwingen over en zijn bloemlezing uit de poëzie der eerste hervormden. Te weinig is over het algemeen bekend de prachtige poëzie van de martelaren en doopërs, prachtig niet door den vorm, want die was soms uiterst primitief, maar door de volheid van't godsdienstig gevoel, dat er uit spreekt. In verschillende hoofdstukken behandelt de kimdige en zeer versgevoelige schrijver, de poëzie van de Sacranientisten, de eerste martelaren, de Anabaptisten en de Calvinisten. Hij plaatst zijn gekozen gedichten in het raam van den tijd, vertelt wat hij weet over de schrijvers en bespreekt den geest van hun lied. Men krijgt de idee aan die hand van een kundigen gids te gaan door een vrijwel onbekend gebied. Op alle verborgen schoonheden wordt ons gewezen, want anders zouden wij, gewend aan verfijnden vorm, veel schoons onopgemerkt voorbijgaan.

De ongekunstelde eenvoud van het martelarenlied, waaruit ondanks den zeer primitieven vorm een ontroerend gevoel spreekt, zal den meest verwenden literairen smaak blijven bekoren. Hier dringen we door naar het hart der hervorming, hier kunnen we hooren, dat niet geld of goed, maar slechts de innige overtuigirtg de ziel van den opstand is geweest. Het geuzenlied wordt hier slechts üa een paar uitingen naar voren gebracht, misschien heeft de auteur deze bekend genoeg geacht, om er niet meerdere uit aan te halen, maar zij spreken van den geloofsmoed onzer vrome vaderen. Het mannelijk element, de groeiende opstandigheid ontbreekt hier in de bloemlezing, maar het straalt door in de forsche liederen van Fruyüers en anderen.

Een moeilijke taak had dr Smit, om den invloed van de Renaissance, met zijn nieuwe wereldbeeld, op het hervormingsgebied aan te toonen. Hij slaagt er m.i. zeer goed in, als hij laat zien, hoe de Doopers met hun wereldvlucht huiverig of afwijzend stonden tegen de nieuwe richting, maar hoe bet belijnder Calvinisme, dat de geheele wereld voor God opeischt, in staat was dien invloed te absorbeeren en de Renaissance ondergeschikt te maken aan zijn wereldveroverend principe.

Niet het minst interessant is het hoofdstuk, gewijd aan de psalmberijmingen. De gemeente in haar behoefte naar een kerklied, berijmde den bijbel en wilde uitsluitend Gods Woord zingen. Hierin gaan voorgoed de dooperschen met hun stichtelijk lied zich afwenden van de calvinisten. Een prachtige vergelijlüng van de voornaamste psalmberijmingen, die van Utenhove, Datheen en Mamix, besluit dit boek. Na uitvoerig op liun dichterlijke waarde gewezen te hebben, laat de schrijver duidelijk zien, waarom Datheen's berijming, niet eens oorspronkelijk, lang niet de beste naar den vorm, de overhand heeft verkregen en eeuwenlang behouden.

Met dit boek heeft dr Smit een goede daad verricht. Te lang is de protestantsche letterkunde der 16e eeuw onbekend gebleven. De schrijver hoopt dat door zijn bloemlezing een deel der mooie liederen uit dien tijd weer zal gaan behooren tot het geestelijk bezit van ons volk. Men zal bemerken dat deze hoop niet ijdel behoeft te zijn. Niet elk lied spreekt een even diepe sprake, maar er zijn er verschillende bij, die men zal herlezen, totdat zij een blijvende plaats in het hart zullen verltregen hebben.

Deze mooie bundel verdient door allen gelezen te worden, die liefde hebben voor de letterkunde, ook in haar eenvoudigste, maar meest gevoelvolle openbaring. Dr Smit heeft ons een degelijk bewerkte studie geschonken en een prachtige bloemlezing uit de zuiverste voortbrengselen van het geloovige hart.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1939

De Reformatie | 8 Pagina's