GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En van Hem werd gezien een engel uit den hemel, die Hem versterkte. En in zwaren strijd zijnde, bad Hij te ernstiger. Lukas 22:43, 44a.

Grenssituatie en Grensverkeer.

Een filosoof van den laatsten tijd heeft met opmerkelijke voorliefde het begrip der grenssituatie ingevoerd. Wat hij daarmee bedoelt, doet hier niet ter zake. Genoeg zij- voor ons, dat het woord, naar algemeen gebruik, bezwarende situatie aanduidt; bezwarend, in dien zin, dat onze vrije beslissing als v r ij e wordt aangetast, en de spanning smartelijk gaat worden; de vrijheidsdrang ontmoet een kracht, die tegenwerkt.

Grenssituaties zijn die, waarin we aan het uiterste van ons kunnen, van ons vermogen, van onze vrijheid en van onze zelfbepaling komen. Zoolang we in het algepaalde gebied, dat het „onze" is, nog in het centrum verkeeren, bepalen we (naar orize maat) onszelf, beleven we onze vrijheid, zijn we onszelf. Maar aan de grens van dat gebied stuiten we dan op machten, die anders willen, die óók een gezagswoord mee willen spreken, en die het dan ook metterdaad dóen. Vaak tegen onzen wil in. Altijd buiten onzen wU om. Vaak tegen onze verwachting en onze berekening in. Altijd daar buiten om. Aan de andere zijde van onze grens staan machten, die ons willen „aangorden, en brengen, waarheen we niet wilden".

Zoo heeft de grenssituatie altijd haar bezwaren. Twee „werelden" ontmoeten elkaar daar, twee machten, twee willen, twee krachten-velden. Zoolang de ééne van die grootheden zich kan handïiaven naast de andere, of er tegenover, zonder dat de andere daardoor tot wijken gedrongen wordt, is er i n de grens situatie ook grens verkeer. Wordt daarentegen de eene de andere te sterk, dan houdt het grensverkeer op; de grens situatie is dan deze, dat de macht van den éénen speler de paraatheid van den tegenspeler op non-actief gezet heeft.

De filosoof, dien we op het oog hebben, noemde meer dan één van die grenssituaties. Lijden, dood, schuld, „toe-val", strijd („agoon").

In den nacht van Gethsemané zien we ze alle optreden.

L ij d e n — „Mijn ziel is geheel bedroefd".

Geheel — de grens is bereikt.

Dood — „Mijn ziel is bedroefd tot den dood toe" — ik ben aan de grens van mijn krachten.

Schuld — die drinkbeker van zooeven was liet nieuwe testament in mijn bloed; mijn offergang wordt dra de uiterste, die in den dood gaal eindigen, don zoen dood. lic ben tot zonde gemaakt —, de grens is bereikt; terstond zal zich de Vader definitief in mijn betalings-1 dood verheerlijken (Joh. 13).

„Toe-val", dat wil hier zeggen; liet optreden van machten-van-buitenaf, waaraaia niet valt te ontkomen. „Nu is het de ure en de macht der duisternis". Zij is onder Gods toelating „bevoegd", lop mijn bestaan in te dringen met de brutale feiten van wat mij vreemd toch is naar mijnen aard. De grens is bereikt, de vijand komt er overheen.

Mijn vrijheid is niet meer erkend, al mijn grenzen worden in dit uur geschonden.

Strijd — „agoon". „In zwaren strijd („agonie") zijnde, bad Hij te ernstiger. En Zijn zweet werd gelijk grootcj droppelen bloeds". De grens is bereikt.

In deze zeer gecompliceerde grenssituatie dreigt nu het grens v e r k e e r van den Menschenzoon ontijdig te worden afgebroken. Zie, hoe Hij is gebracht tot het uiterste van Zijn krachten. Hij is mensch, van gelijke beweging als wij; en daarom dreigen Zijn krachten Hem to begeven. De spanning van de grenssituatie heeft dan haar climax bereikt; ze slaat dan over in de „ontspanning" der bezwijming. Wie bezwijmd is, verloont den ernst der grenssituatie in zijn machteloosheid. Maar hij is meteen van het gTensverkeer uitgesloten. Hij bewijst den ernst der grenssituatie passief. Niet langer actief.

Dit laatste nu, indien het in den Christus werkelijK geworden wezen zou, ware voor ons een ramp geweest —, een verlies der zaligheid —, wij spreken „naar den mensch".

Want bij' Jezus Christus moet de grenssituatie zoowel in actieven als in passieven zin haar ernst aan Hem bewijzen. In passieven zin — Hij is het of f er lam; op Hem rust de phcht tot 1 ij d e 1 ij k e gehoorzaamheid. In actieven zin — Hij is, behalve offcrlam, ook offerpries Ier. Zijn eigen priester, die zichzelf heeft op te offeren, opdat Hij sterve, niet door „toe-val", doch door eigen v/il, als die het offer brengt. Hetgeen Hem „toe-komt", Hem „toe-valt". Hem „óver-valt", on „ovcr-valt", dat mag geen zoodanige pressie lüp riem oefenen, dat ze Hem te zwaar zou worden, en Hij daartegenover zelf niets zou kunnen stellen Zijnerzijds, geen eigen beslissing, en geen eigen daad.

En dus hangt alles daarvan af, dat bij Christus, Jezus de grenssituatie nimmer omslaat in beëindiging van het grens v e r k e e r. Is dat voor Hem verbroken, is Hij u i t-geschakeld gedurende die jieriode, waarin Hij zicli^elf nog steeds moet in-schakelen in den loop der gebeurtenissen, is Zijn dood geen daad, maar een lot, en alleen maar dat, dan hoeft de kracht van den Priester het afgelegd tegenover de zwakheid van het Lam; dan is zijn ambtelijke activiteit verslonden door den zwaren druk van de overzijde. Dan is zij verteerd vóór hare ure gekomen zou zijn. Dan is meteen God als Rechter uitgeschakeld in het gesprek van den Middelaar met den Vader; dan wordt er niet meer mèt en dóór den Zoon gehandeld, doch alleen óver Hem beschikt.

En dus hoeft Gods voorzienigheid, die almachtige en alomtegenwoordige kracht, tijdig ingegrepen op de zwakke menschelijke natuur van den Heiland, opdat het grens verkeer van den Zoon met God niet zou worden afgebroken onder de verterende pressie der grenssituatie, die over Hem gekomen was. God zendt een engel, die den Borg opnieuw „uithoudingsvermogen" schenkt. Zijn tijd wordt Hem verlengd, opdat Hij onder het oordeel door zou kunnen gaan, totdat de eindstreep was hereikt. De hoogepriestor beklom de trappen van liet altaar, maar toen Zijn knieën knikten, en Zijn hand begon te beven, toen werden Zijn knieën gesterkt en gestrekt, en Zijn hand is weer verste-^igd, opdat die hand het Lam zou kunnen leggen op het altaar, en het mes zou kunnen hanteeren, dat Zijn eigen leven af zou snijden. Zijn levenstijd is Hem verlengd, want anders zou het oordeel zich niet kunnen koeren tegen Hem.

Zijn verdere tijd is voor Hem dan ook geen genade, doch mogelijkheid van oordeel. Doch Zijn getrouw gebritiken van de spanne levenstijd, die Hem gelaten wordt, die opent ons de poorten der genade, gelijk zij ook voor wie den Zoon daarin verwerpt, verzwaring van het oordeel aan zal brengen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 februari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 februari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's