De Heilige Geest
Hoe heerlijk is 't genadewerk van Christus' geest in Christus' kerk, bij waterbron en beken, bij dauw of stroom, die 't land besproeit, bij regen, die van boven vloeit è en bruischt, met recht geblekenl M
Hoe vruchtbaar wordt de ziel, hoe vroom, S van God gezegend met uw stroom, ' X zoo wild en woest van zeden, als een woestijn en dorre hei, verandert z' in een schoone wei, ^ ) en lusthof zelfs, als Eden. ^
De wereld houdt het overal met goot-en poelnat, bittre gal; /» stinkt vuil van veel gebreken, S drinkt gulzig moordend zieXvergift, en wat haar dorst en domme drift 'S niet lescht, maar helpt ontsteken. ^ )
Wat raadi hoe krijgt de ziel, beklad, ^ benauwd, en dorstig, hemelsch natl & Geen mensch dankt dit zichzélven. § Geen eigen vlijt, noch vroomheid kon /fverdienen deez' genadebron S met spitten of met delven. A
Gebrek en armoe van den mensch ^ zijn beê, zijn zucht, zijn wil en wensch, ^ zijn zielsdorst, mild te laven, g» krijgt watren van Gods paradijs te koop, doch zonder geld en prijs. ^ Zoo veilt hij d'eêlste gaven. /&
O God, o Geest, die overmild Y «iu gaven schenkt, en zielpijn stilt, Zijg neer in lage dalen; daal neer, vloei neer en overstort ) ons hart, dat droog ligt en verdort, ^ met uwe waterstralen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 mei 1948
De Reformatie | 12 Pagina's