GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Grondslag en doel van de Chr. School

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Grondslag en doel van de Chr. School

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

II

Waarom lezen in onzen tijd zoovele menschen, die niet gerekend willen worden tot wat wij noemen het Christelijk volksdeel, zonder bezwaar een of ander 2ich noemend Christelijk dagblad? En waarom zender, zoovelen, die z.g. „nergens aan doen", hiin kinderen naar een Christelijke school?

Er zijn Christelijke scholen, waarvan de bevolking voor een zeer belangrijk deel uit genoemde kringen afkomstig is. Is dit een gelukkig verschijnsel, dus iets, waarover we ons zonder meer mogen verheugen?

Moeten we de deuren van onze scholen wagenwijd openzetten voor kinderen uit ongodsdienstige kringen, of moeten we ons eenige reserve voorbehouden?

Ik krijg den indruk, dat zoo in 't algemeen dergelijke iinderen van harte welkom zijn en zonder meer worden toegelaten.

Is dat juist? Zullen ze geen ernstige gevaren beteekenen voor de kinderen uit geloovige gezinnen? Mogen we dezen aan de schadeüjke invloeden bloot stellen? ' •

Zijn ze nog veilig op de Christelijke school, als een iDelangrijk percentage van de schoolbevolking komt Tiit ongeloovige kringen?

Heeft deze kwestie wel voldoende de aandacht van onze schoolbesturen of laat men ze geheel over aan de Hoofden der scholen? Mij dunkt, deze aangelegenheid is belangrijk genoeg om er onze gedachten eens over te laten gaan.

Zou het geen aanbeveling verdienen, als onbekenden, hun kinderen presenteeren, eerst eens te informeeren of-het werkeUjk de bedoeling is hen Christelijk onderwijs te laten geven? Niet zoo zelden hoort men dan: „Mijn ouders staan er op, dat hun kleinkinderen op een Christelijke school gaan. Wijzelf doen er niet zoo zeer aan". Op de vraag of ze van plan zijn mee te werken als psalmen of Bijbelteksten moeten worden geleerd, antwoorden ze gewoonlijk bevredigend. Ook als hun gezegd wordt, dat vloeken niet geduld, maar gestraft wordt, beloven ze gaarne medewerking, maar als men hen er op attendeert, dat ze groote kans loopen conflicten op te roepen in hun gezin als ze him kinderen toevertrouwen aan een. Christelijke school, omdat deze Kerk-en catechisatiebezoek aanprijst en bioscoop-en kermisbezoek bestrijdt en dat ze wel eens kunnen beleven, dat ze door hun eigen kinderen zullen worden vermaand, omdat ze niet naaide kerk gaan, tenzij ze hun levenshouding wijzigen, dan wordt het anders. Men wil zich dan nog eens bedenken en het resultaat is doorgaans: de Idnderen verschijnen niet. „Jammer", hoor ik zeggen, „en onverantwoord, om zich de kans die men kreeg, zulke kinderen Christelijk onderwijs te geven te laten oz.glippen. Waarom zulke kinderen niet zonder meer toe te laten? J© kunt dan altijd nog eens zien, hoe het gaat". Zou 't zoo zijn? Hebt u zich wel eens ingedacht, welke fimeste invloeden kunnen uitgaan van kinderen uit wereldsche kringen op anderen, die daar krachtens de Doopsbelofte der ouders behooren?

En dan büjft nog de benauwend© vraag: „Hoe komt het toch, dat men zoo gemakkelijk de kinderen, die eigenlijk niet thuis hooren op een Christelijke school er toch heenzendt? "

Of zou er waarheid schuilen in d© scherp© aanklacht van den oud-minister van O., K. en W., prof. Van der Leeuw, die onlangs schreef, dat het Christelijk onderwijs het geloof niet tot uitdrukking brengt?

Hij schreef in „De Groen© Amsterdammer": „Natuurlijk zijn er vele ChristeUjke onderwijzers en leeraren, die dit wel doen. Maar over het geheel, neen'. Omdat Christehjk geloof iets is, dat niet in eenige uren godsdienstonderwijs of in een opening en sluiting met gebed voldoende tot uiting komt, hoe nuttig én noodig deze dingen Ak zijn. Omdat Christehjk geloof iets is, dat het geheele leven doordringt en dus ook dat van een school, omdat een Christelijke school dus een heel ander ding zou moeten zyn dan een niet-Christelijke, met een geheel andere opvatting van „leerstof", van de verhouding tusschen kind en opvoeder. Natuurlijk is dit gewenscht voor elk© school; maar wanneer het Christelijk onderwijs daarmee niet begint, maar in methoden, onderwijs en opvatting, in leerstof en leerplan precies Ujkt op de rest, behalve dat er iets „bij komt" — waartoe dan Christelijk onderwijs? "

Tot zoover Prof. Van der Leeuw.

Hier wordt dus kort en goed de beschuldiging uitgesproken en dat heusch niet door den eerste den beste:

„Op de Chr. school wordt, de uitzonderingen daargelaten, geen Christehjk onderwijs gegeven". Heeft deze aanklager gelijk?

.Als hij gehjk heeft, dan wordt het hoog tijd, dat wij ons bekeeren en alvast ophouden in Unieredevoeringen e.d. de gedachte te suggereeren, dat het met de ChristeUjke school wel in orde is en zoodoende een valsohe gerustheid kweeken, die alleen maar gevaarlijk is.

We zullen ons opnieuw moeten bezinnen over d© vraag, wat eigenUjk Christelijk onderwijs is en hoe wij onze scholen moeten inrichten, opdat ze werkehjk aanspraak kunnen maken oji den naam Christelijke scholen.

Maar daarover een volgenden keer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 mei 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Grondslag en doel van de Chr. School

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 mei 1949

De Reformatie | 8 Pagina's