GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

geen „eigen” epilyse

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

geen „eigen” epilyse

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geen profetie der Schrift wordt (een zaak) van eigen uitlegging. 2 Petr. 1 : 20.

Wie de Schrift leest, en haar uitspraken doorgeeft, wachte zich voor een „eigen" epilyse — zooals Petrus het uitdrukt.

Dit is zoozeer een eisch van den Auteur der Schrift, dat ook de Heiland voor den rechter heeft getoond, er voor te bukken. Voor den kerkdijken rechter toch heeft men Hem ondervraagd naar zijn discipelen en zijn leer; en Hij heeft in antwoord daarop toen niet „zich beroepen" op zijn geheimzinnigen omgang met God, doch verwezen naar zijn publieken omgang onder Gods volk.

Had Hij dan geen bizonderen omgang met God? Voorzeker (Joh. 3 : 27, 31, 32). En de Joden hebben bij herhaling tot op een honderdste procent'— ze hadden verstand van zoo iets — aangegeven aan hoeveel condities, en aan hoe sterke condities de „sterke verhalen" van sollicitanten naar den naam en de eere van een profeet moesten beantwoorden, om aan zulke sollicitanten dien naam en die eere te kunnen geven: ie „sterke verhalen" moesten dan loopen over hun zeer particulieren omgang met God, hun „enthousiasme" („agitatie"), hun „inspiratie", hun gesprekken met God of engelen, hun extase, hun opgetrokken zijn tot in een zeer hoogen hemel enzoovoort. Maimonides b.V. weet elf graden van profetie aan te geven. Het beroep op de bevinding! Nu, men kan daar altijd heel wat van maken.....

Maar zie nu den Christus. ZIJN profetie is geheel eenig. Hij ontving ze van den Vader. Met Dezen gaat niemand zóó om als Hij. Indien er iemand is, die zich zou mogen beroepen op private bevinding, dan Hij op die van Hem zelf, want die is allerprlvaatst.

Maar wat zegt Hij in antwoord op de vraag naar zijn profetische papieren? Wat antwoordt Hij den hoogepriester-van-Levi, die Hem in qualiteit van zijn beweerd profetenambt opvordert, zijn „Ausweis" te toonen? Hij zegt: ook als prediker ben ik Publiek Persoon. Dat moet Ik zijn: een kind gaat toch met vaders brief-aan-het-gezin niet in privé-conferentie ? Los van de andere gezinsleden? De Christus spreekt geen woord over de geheel éénige wijze van zijn van God^iwege „ontvangen" van de door Hem gesproken woorden, — doch integendeel — alle discussie over wat verborgen is en geheim, snijdt Hij nu af. Hij zegt: vraag 't maar aan 't kerkvolk; Ik sprak publiek.

En hier gaat Hij staan in de gewone rij van alle profeten. Hij is bereid te sterven voor de erkenning van den schriftuurlijken regel aangaande de profetische „epilyse".

„Epilyse", dat bijbelsche woord beteekent eerst zoo iets als: en geschilpunt afhandelen; en zelfs de heidenen (Hand. 18 : 39) weten, dat dit gebeuren moet ^ in een officieele handeling, ook in een aanklacht wegens blasphemie (!). Zoo beschouwd is een „epilyse" zooiets als wanneer aan het eind van een debat conclusie genomen wordt: óó is 't, — punt. Wie dan ook de vraag te beantwoorden krijgt: at is dat? en dan van wat „duister" heet een „epilyse" geeft, die „legt iets uit". Epilyse wordt zoo: uitlegging". Zoo sprak de Heere Christus in gelijkenissen tot de schare, en Kij maakte daardoor onder het volk een schifting, wat trouwens de bedoeling was. •^) De ongeloovigen liepen dan van Hem weg; degenen die wilden leeren van Hem bleven bij Hem, vroegen Hém de verklaring, en dan gaf Hij hun stuk voor stuk de daarbij behoorende epilyse, de afzonderlijke verklaring (Mare, 4:34).

Maar hier in het reohthuis staat Christus niet tegenover een om de epilyse vragenden leerling. Juist omgekeerd: ier is de kerkelijke rechtbank: n op deze plaats zwijgt Christus over zijn verborgen afkomst, en over de wonderbare „ontvangst" van zijn woorden. Hij geeft ook geen „subjectieve" „epilyse". Hij weigert zelfs een keus te doen uit 't vele dat Hij ooit gesproken heeft. Hij zegt alleen maar: ijn depositum ligt daar nu eenmaal op de kerkelijke tafel, en — wat mijzelf betreft, behandel mij dan toch als ieder ander der profeten: ant van alle profetie geldt: e is niet van eigen epilyse (2 Petr. 1 : 20).

Geen „eigen" epilyse —• dat woordje „eigen" slaat hier niet op de profetie, doch op den interpreet, en zelfs op den profeet in eigen persoon. Ja, zelfs op den Hoogsten Profeet en Leeraar. in eigen Persoon. Hij zegt: vraag Abrahams volk — en laatrnijzelf er buiten, als gij wilt komen tot een kerkelijk oordeel. Mijn woorden moogt gij toetsen aan de Schriften; dat is de kerkehjke regel; ook Ik erken hem. Zélfs Ik. Ik sta hier onder u als mensch, en Knecht des Heeren. Hij heeft zich teruggetrokken, zélfs als de Exegeet van eigen woorden. Vraag toch de anderen: Mijn gelijkenis van den zaaier reeds heeft alles van het zaad en niets van den zaaier gezegd (Matth. 13). Hier blinkt de glorie van de profetie, die geen „e i g e n" epilyse verdragen wil; hier blinkt de nederigheid van den Profeet, die ze niet geven wil; zelfs deze Spreker is aan het geschreven Woord te meten. Wat noemt gij Mij goed? Niemand is goed, dan God. Wat noem.t iemand Mij wijs? Niemand is wijs, dan God.

Zoo zij het ook onder ons. Niemand vluchte ter apologie van een disputabel gestelde profetie in het asyl van een eigen epilyse. De epilyse, de uitlegging en toepassing van het Woord, het Testament, van Vader, blijve de zaak der kerk, waarl^rj ieder zich wachte voor het doodelijk gevaar van eigenwilligheid of isolationisme. Want de Schrift geeft zelf haar exegese: meu' noemt dat: Schrift met Schrift verklaren. De liefde van 1 Cor. 13 moet daaruit blijken, blijkens 1 Cor. 14, dat wij profeteer en „met verstand", onzen geest onder controle houdende, onze voorkeursleuzen en - begrippen steeds weer toetsende aan de Schriften, inplaats van omgekeerd, de Schriften te zetten in het licht van onze voorkeurs-begrippen.


1) Matth. 13 : 13—15, vgl. Jes. 6 : 9, 10, Matth. 13 : 34, 35, Marcus 4 : 11, 12, 34, Lucas 8 : 10, Joh. 16 : 25—29.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 december 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

geen „eigen” epilyse

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 december 1949

De Reformatie | 8 Pagina's