GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Paulus, de kerk onder hoogspanning zettende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paulus, de kerk onder hoogspanning zettende

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want ik word nu tot een drankoffer geofferd, en de tijd mijner ontbinding is aanstaande. Ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb den loop geëindigd, ik heb het geloof behouden. Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal, en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben. 2 Timotheus 4 : 6—8.

(lY, slot)

En in dit licht moeten we nu ook het achtste vers lezen, waarin Paulus den blik vooruitricht, sterk gespannen als hij is op de wederkomst van zijn Heer en Heiland. Onder diezelfde spanning wil hij ook Timotheus doen staan. En heel de Kerk. Want hij spreekt niet alleen over zichzelf, maar over „allen, die Christus' verschijning hebben liefgehad". En dat is de verschijning, de epiphanie, van den Zoon des menschen in den Jongsteh Dag — blijkens het verband ^) Met de woordkeus, welke de Apostel bezigt, houdt hij vast aan hetzelfde beeld, dat hij in het vorige vers heeft gegrepen, en ontleend is aan de Oostersche sportwedstrijden :

„Mij is terzijde gelegd de krans der rechtvaardigheid".

Paulus verkeert a.h.w. in dat merkwaardige blijde moment, dat een winnaar in een sportwedstrijd beleeft tusschen de voleinding van zijn prestaties en de prijsuitreiking: hij voelt zich uitgeput en toch gelukkig. O neen, hg doet van die „uitputting" niets af: Paulus is een mensch van gelijke beweging als wij. Hij staat er — naar den mensch gesproken — niet best voor. De herinnering daaraan breekt telkens in het verband weer door. Hij heeft behoefte aan Timotheus' komst: doe er toch al uw best voor, zoo snel mogelijk tot naij te komen — ik ben zoo alleen Kom voor den winter, en breng den warmen, zwaren reismantel mee, dien ik in Troas heb gelaten — als ik nog in dezen kerker zit, zal het straks zoo bitter-koud wezen En in de menschen ben ik ontmoedigend teleurgesteld: „in mijn eerste verantwoording is niemand bij mij geweest, maar zij hebben mij allen verlaten" °). Dan was er nog die kopersmid, Alexander, die „mij zooveel kwaads heeft betoond", „die onze woorden zeer heeft tegengestaan". De Grieksche werkwoordsvorm wijst er op, dat dit bij een bepaalde gebeurtenis heeft plaatsgevonden: waarschijnlijk is hij in de zaak van Paulus als getuige a charge opgetreden s).

En toch is de Apostel, ondanks die „uitputting", een gelukkig man, want hij ziet op zijn Kurios, zijn Heer, Die verschijnen zal „in dien dag"; Die Zich voor 't forum van het gansche heelal betoonen zal „de rechtvaardige Rechter".

Wij moeten hier niet denken aan den juridischen zin van het woord „Rechter", maar (krachtens het verband en de gekozen beeldspraak) aan den Scheidsrechter, Die onbevooroordeeld en strikt-onpartijdig uitspraak doet. Over Paulus, den eenzamen, verlaten strijder onder de Kruisbanier, omgeven van een wolk van vijanden — èn over de Kerk, de Bruid des hemeischen Bruidegoms: „allen die Zijn verschijning hebben liefgehad". Ook in dit vers ligt de tegenstelling op den achtergrond tusschen de getrouwe predikers van het Woord en de kitteJachtigen van gehoor, die de gezonde leer niet kunnen verdragen. Het gaat er voor de Kerk immers om, met de „fides, qua creditur'' vast te houden aan de „fides, quae creditur". Wie dal doet, is — als Paulus — overwinnaar, in den loop en in den goeden strijd. Hun is de krans ter zijde gelegd, onaantastbaar voor elke vijandelijke poging, die afhandig te maken. En die krans is niet de gerechtigheid, in den forensischen zin van het woord —-ook niet het eeuwige leven, de heerlijkheid des HEE-REN — maar de beslissende, scheidsrechterlijke uitspraak van Hem, Die de levenden en de dooden zal oordeelen in Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk.

Ziet u wel, dat de Apostel met zijn geloofsgetuigenis de Kerk onder hoogspanning zet?

Als wij de boosheid van onzen tijd maar recht onderkennen (en die ligt bovenal in de antithese tusschen de belijders der gezonde leer en de kittelachtigen van gehoor, de aanhangers der valsche profetie, die het Woord en zijn volstrekte heerschappij loslaten) — als wij al pijnlijker ervaren gaan, welk lijden, welke verdrukkingen, welk isolement het vasthouden aan de gezonde leer met zich brengen — dan moet niet db uitputting van het moeizaam strijden ons beheerschen, maar de groote blijdschap om de wetenschap, dat de rechtvaardige Rechter onzen loop en onzen kamp gadeslaat — dat de uitreiking van de-ter-zijde-gélegdekrans een kwestie van RECHT is — dat even Dezelfde, Die Zich om onzentwil in het gericht gesteld heeft, als Scheidsrechter is verordineerd — dat onze Heiland in de hemelen hunkert naar het moment, waarop al die uitzinnige tegenstanders publiek beschaamd zullen worden! 4)

Daarom mogen wij in deze booze dagen onder hoogspanning leven, uitziende naar dien dag, op welken alle menschen gedagvaard zullen worden door de stem van den archangel, en het geklank der Goddelijke bazuin^).

Want de gedachtenis aan Christus' laatste verschijning is voor de vromen en uitverkorenen zeer wenschelijk en troostelijk: .

dan wordt immers onze voUe verlossing volbracht; dan ontvangen wij de vruchten van den arbeid en van de moeiten, welke wij zullen gedragen hebben; dan worden wij bekranst met de volmaakt-onpartijdige uitspraak van den hemelschen Scheidsrechter, in Zijn rechtvaardige en zeer genadige vergelding^).

Want onze zaak, nu tegenwoordig als kettersch en goddeloos verdoemd, zal bekend worden de zaak van den Zone Gods te zijn.

En dus verwachten vyij dien dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods, iu Jezus Christus, onzen Heer").

J. SMELIK.


1) Vgl. hfdst. 4 : 1.

2) Vgl. hfdst. 4 : 16.

3) Vgl. hfdst. 4 : 14, 15.

4) Vgl. hfdst. 3:8, 9.

5) Vgl. Art. 37 N.G.B.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 september 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Paulus, de kerk onder hoogspanning zettende

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 september 1950

De Reformatie | 8 Pagina's