Voorbijganger
Ik ken haar niet, Zij ging voorbij, 's Morgens in de regen. , Zij ging voorbij. En keek naar mij, ' Maar zag mij niet; En in haar ogen las 'k verdriet.
De hele straat Was vol geruis. 't Ruisen van de regen. Had zij geen thuis? Zij was alleen. En m, et de regen om zich heen, Die haar omhulde als een kleed, Liep zij verzonken in haar leed.
Zij was voorbij. De huizenrij Stond triestig in de regen. Wie kent de smart Van ieders hart?
Zij liep wat licht gebogen En 'k zie nog steeds die ogen . . .
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 juni 1952
De Reformatie | 8 Pagina's