GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

I. Naar aanleiding van het onderwijs-debat in de Kamer. - pagina 107

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

I. Naar aanleiding van het onderwijs-debat in de Kamer. - pagina 107

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

19 2. Is het eisch der liefde, dat ik in anderer bijzijn, geen misbruik maak van hun toevallige tegenwoordigheid, en derhalve óf van hetgeen tusschen hun godsdienstige begrippen en de mgne strydig is, zwijge, óf, zou dit zwijgen een leugenachtige positie in het leven roepen, den eerbied onverlet late, dien ik aan hun persoonlijke tegenwoordigheid en hun persoonlijk gevoel verschuldigd ben. Vooral bij kinderen klemt dit. G-odsdienstig redetwisten vermoordt in het kinderhart den vromen

ain.

Hieruit volgt, dat van dezen eerbied geen sprake kan wezen waar geen andersdenkenden tegenwoordig zyn. Dat dit zwijgen dus^ niet als eisch kan gesteld worden aan scholen, waar alleen kinderen ééns geestes samen zijn. Maar dat aan dien eisch zeer gestrengetegenwoordig lijk de hand is te" houden, waar » andersdenkenden" zijn en verkeerd begrepen geloofs- of ongeloofsijver tot miskenning van den aard van den godsdienst en de dispositie van het kinderhart zou vérleiden. Artikel 23 onzer Schoolwet, deze beide verwarrend, weerspreekt zichzelf, en is, al naar men wil, onuitvoerbaar of onzedelijk. Dezen misstand weg te nemen is ook op het standpunt onzer

Schoolwetmannen

plicht.

Waar voor

zijn

Men dicht ons de ongerijmde gedachte toe, dat de natie zich de opoffering van millioenen schats voor het onderwijs zou hebben dat ze voor te getroosten, zonder eenigen waarborg te bezitten, die millioenen degelyk onderwijs kreeg. Tot die onderstelling had men geen recht. Vooreerst wijl men zonder noodzaak zyn tegenstander geen ongerijmdheden in den mond mag leggen, en »waar voor zijn geld" een te deugdelijk Hollandsch spreekwoord is, dan dat bewering van het tegendeel in ons goede Nederland denkbaar zou wezen, zonder dat het verwijt van ongerijmdheid u ten laste komt. Maar oo# ten andere, wijl noch de houding der Antirevolutionaire partij in het algemeen, noch die van de^tandaard in het bijzonder, den minsten twijfel gedoogt omtrent onze warme deugdelijk onprgsstelling op afdoend, waarlijk ontwikkelend, derwijs. Stelt men, in afwachting van Grondwetsherziening, en dus zich voorshands, wat de quaestie van beginsel aangaat, op het standpunt van ons positief Staatsrecht plaatsend, plicht en recht van de Overheid tegenover elkander, dan geraakt men tot deze uit-

komst: 1. te waken, dat het volksonderwijs Tlicht van de Overheid is ten onzent niet dale beneden het peil van andere natiën ; 2. nu de kosten van het onderwgs in steeds ongunstiger verhouding :

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1875

Abraham Kuyper Collection | 176 Pagina's

I. Naar aanleiding van het onderwijs-debat in de Kamer. - pagina 107

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1875

Abraham Kuyper Collection | 176 Pagina's