GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Tets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXIX,

Ds. Stroobant onder censuur.

Den 7den October 1694, toen de classis weer bijeen was, om over Stroobants zaak verder te handelen, werd eerst het rekest van van den dwalenden leeraar voorgelezen, waarna bleek, dat hij het concept der classis niet kon of wilde onderteekenen. Daarentegen had hij daaruit een eigen concept getrokken, dat hij wel bereid was met zijn handteekening te bekrachtigen. Op dit geschrift nu hadden de gedeputeerden voor deze zaak hunne bezwaren:

1. dat het niet aanging, dat Stroobant zelf de orthodoxe leer zou bepalen;

2. dat het vreemd was, dat Stroobant tegen het geschrift der classis inbracht, hoe hij daar verscheidene ingrediënten in gevonden had, die hij met een goede conscientie niet kon onderteekenen, ofschoon hij weigert ze aan te wijzen;

3. dat hij het concept zoo bekort en veranderd had, dat hij er nauwlijks het lode gedeelte van overgehouden had; daar hij-alles had weggelaten wat hem van de ^•erdenking van huichelarij moest losmaken;

4. dat hij het concept der classis had verminkt;

5. dat hij er de fondamenteele Schriftuurteksten, die het meeste steunsel aan de gezonde leer geven, als over de boetvaardigheid, 2 Cor. 7 : 10, 11; over het geloof, Rom. 9 : 18—21; over het bidden om lichamelijke dingen, Jac. 4 : 23; over de weinigen, die zalig worden Matth. 7 : 13, 14; uit weggelaten had;

6. dat Stroobant's eigen uitspraken dubbelzinnig waren;

7. dat hij wel zeide, dat hij den vorm, waarin de classis zijne antinomiaansche stellingen samengevat had, verwierp, maar de zaak zelf onbesproken liet;

8. dat hij niet erkende, dat hij vroeger valsche stellingen had geleerd.

De classis oordeelde deze bezwaren harer afgevaardigden juist en verlangde dus, dat Stroobant over 8 dagen haar concept van orthodoxie zou onderteekenen, of zijn grieven indienen. Kwam hij niet, de classis zou doorgaan en zien tot een beslissing te komen.

Den i4den October was Stroobant )|iet ter vergadering, maar in zijn plaats een schrijven, waarin hij verzocht om 14 dagen uitstel Hij stond gereed in het huwelijk te treden. Hierdoor werd zijn geest natuurlijk bezig gehouden, zoodat hij aan zijn strijd met de classis niet denken kon; Stroobant toonde hierdoor wel, dat hem de geestelijke zaken niet diep ter harte gingen. Anders had.hij zich liever eerst met zijn medebroeders verzoend, voordat hij aan een huwelijk was gaan denken.

De classis nam echter Stroobants excuse aan en wachtte hem den 28sten October af.

Daar was echter toen nog niet de minste sprake van toenadering. Hij bleef weigerachtig omtrent de onderteekening der theses en antitheses van de classis. Hierin alleen waren de broeders gevorderd, dat hij nu uitdrukkelijk had verklaard, waarom hij bezwaar tegen die onderteekening had.

i. Omdat er in de voorrede stond, dat Stroobant met de antinomianen, vooral P. vanHattem gelijk was. Dit toch was onwaar. »Alleen wat Jac. Verschoor aanging, dien oordeel ik, voor-zooveel mij bekend is, rechtzinnig in het stuk van de rechtvaardigmaking. Edoch, indien er in zijn conduite en praktijk iets van doen moest wezen, dat daartegen streed en rechtvaardigen aanstoot gaf, zoo verklare ik daaraan noch deel, noch gemeenschap te willen hebben."

2, Qmdat er expressiën, deduction, spreekwijzen it^

waren, die hij niet onderteekenen kon, evenmin als andere leden der vergadering.

3. Omdat hij ketterijen en dwalingen publiek moest afzweren, bijgevolg stilzwijgend zich daaraan schuldig belijden.

4. Omdat de afgevaardigden onderteekening eischten, dat »ik volkomenlijk de antinomiaansche gevoelens heb geloofd, geleerd en gepraktiseerd, maar nu daarvan teruggekomen ben."

De vergadering liet zich door deze opmerkingen niet

van den weg voeren. Ds. Sti'oobant moest zijn grieven noemen tegen het geschrift der classis. Daar hij dit weigerde, omdat hij in den laatsten tijd weinig gelegenheid gehad had om te studeeren, werd hem 14 dagen tijds gegeven, om zich voor te bereiden op de verantwoording, die van hem gëeischt werd. Mondeling zou dan de voorzitter der classis aan Stroobant eenige vragen doen en deze had zonder omwegen te antwoorden, wat hij gevoelde en geloofde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 augustus 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Tets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 augustus 1887

De Heraut | 4 Pagina's