GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk. Een ethische geloofsleer.

Bij den uitgever van Protestantsche werken, Fischbacher, zal weldra een nieuw boek van de hand van César Malan verschijnen, onder den titel van: »Z> ^ God der camcientie geo'^exibaard in de Heilige Schrift. Handboek voor godsdienstonderwijs "

Dit boek trekt niet alleen de aandacht om den naam des schrijvers, die ons aan de beste dagen van het réveil herinnert, maar ook omdat er, helaas, uit blijkt, hoe de ethische denkbeelden ook onder Frankrijks Gerefornieerden steeds meer de overhand krijgen.

Een César Malan, ten onzent als leeraar en dichter van stichtelijke liederen bekend, werd in 1820, omdat hij te Geneve voojr de Gereformeerde leer streed, als predikant afgezet, terwijl de regeering de ongeloofspredikers handhaafde. Uit de beweging, die door het optreden der predikanten Empayhaz en Malan den eersten stoot ontving, werd de Vrije Zwitsersche kerk geboren, onder den naam van »Société Evangélique.

César Malan's naamgenoot en waarschijnlijk ook zijn afstammeling, heeft evenwel de lijn, door dezen getrokken, niet voortgezet. In het prospectus voor zijn handboek lezen wij het volgende : »Het handboek voor godsdienstonderwijs, dat wij aan het publiek aan: bieden, verschilt hierin van alle andere handboeken van hetzelfde genre, dat men als uit-_ gangspunt en als eerste autoriteit het feit der conscientie genomen heeft."

»Na eerst te hebben aangetoond, dat de waarheid van het bestaan van God bewezen wordt door het feit, dat de conscientie het absoluut gezag van den plicht eert, en vervolgens, dat de werkelijkheid van de zonde eveneens voortvloeit uit de conscientie (of een medeweten), dat er een eigen wil is, die zich tegen het gezag van den plicht stelt, besluit de schrijver uit deze ervaring, die elk mensch opdoet, tot de noodzakelijkheid van het heil, maar van zulk een heil, zooals het alleen door den Bijbel aangeboden wordt, meer in het bijzonder door het Evangelie.

Het boek is geschreven in den vorm van vragen en antwoorden, omdat het voor catechisanten bestemd is; schoon het in de eerste plaats dienen moet voor den onderwijzer, kan men de lezing aan de leerHngen zelf aanbevelen.

Wat de methode betreft, heeft de schrijver, de historische ontwikkeling volgende, , zich tot taak gesteld, minder om de overgeleverde leer te lechtvaardigen dan wel om de geschiedenis des heils duidelijk uiteen te zetten."

In plaats, dat nu in de Fransche Protestantsche pers een kreet opgaat om op te komen tegen een dergelijke poging tot ondermijning van de grondslagen der Gereformeerde leer, neemt men de zaak recht kalm op. De Eglise libre zegt ervan: »Men ziet, dat het boek van den heer César Malan de reeds gebaande wegen verlaat; wij kunnen er dit alleen van zeggen, na een vluchtigen bUk geslagen te hebben op »die goede bladzijden".

Ons dunkt, dat het een droevig teeken is, wanneer een godgeleerde onderneemt den vasten grondslag van Gods Woord te verlaten en daarvoor in de plaats te nemen, de door de zonde verduisterde conscientie! Wij meen en, dat er wel een alarmkreet mag opgaan, wanneer iemand, die den naam van César Malan draagt, tot uitgangspunt van een geloofsleer niet God, gelijk de Gereformeerde vaderen deden en gelijk allen doen, die in hunne paden wandelen, maar de kleine overblijfselen van het beeld Gods gesteld heeft, die den zondaar geen zaligmakende kennis schenken, maar. hem enkel «alle onschuld benemen". Kennel jk is men in Frankrijk blind voor deze afwijking. Men denkt nog steeds tegen het ongeloof te strijden, doch vermoedt niet, dat men den vijand op het ter-rein, dat men reeds veroverd waant, toelaat de grootste verwoestingen aan te richten.

Dat 's Heeren Geest onder shet overblijfsel", hetwelk nog trots alle afzwerving op verkeerde paden in Frankrijk te vinden is, verootmoediging gave! Daaruit alleen kan een terugkeer tot Gods Heilig Woord geboren worden.

— Eene vertaling van een deel des Nieuwen Testaments opden !> Index".

Onzen lezers zal het bekend zijn, dat de Roomsche kerk er een »Index" of aanwijzer op na houdt, waarop de boeken vermeld staan, die het den Roomsenen verboden is om te lezen. Het spreekt wel vanzelf, dat dit plaatsen op den Index in dezen tijd veel van zijn beteekenis voor de Roomschen verloren heeft, nu er zulk een ontzettende hoeveelheid boeken, tijdschriften, nieuwsbladen enz. in de onderscheiden landen verschijnt, dat het een onbegonnen werk is, ook voor de uitgebreide congregatie van den Index, om alle werken te onderzoeken. Er was een tijd, dat sommige uitge\'ers, om voor hunne boeken een goed debiet te verkrijgen, het zoo openbaar mogelijk maakten, dat zij op den Index waren geplaatst. Doch dit ziet men nu niet meer gebeuren.

Toch heeft de congregatie voor den Index onlangs een daad gepleegd, die wel in de Christelijke wereld opzien zal verwekken of aireede verwekt heeft. Deze vereeniging heeft het t )ch bestaan om eene vertaling van de vier Evangehën in de Fransche taal op de lijst van de verboden boeken te plaatsen.

Wanneer nu de vertaling uit Pjotestantsohen hoek ware voortgekomen, dan ware dit te verklaren. Doch zij is bewerkt door een goeden zoon der Roomsche kerk, den heer Henri Laserre, die voor zijn arbeid zich niet van den

oorspronkelijker! Grieksclien tekst, maax van de kerkeijk goedgekeurde Latijnsche vertaling de : Yulgata" bediend had. Zelfs had de heer Laserre van den aartsbisschop van Parijs weten te verkrijgen, dat zijn arbeid door diens imprimatur (dat het gedrukt worde) werd voorzien. Daarbij had de naam van defi heer Laserre onder de Roomschen een goeden klank; immers was hij de schrijver van de «Geschiedenis van Onze Lieve Vrouw van Lourdes". Aanvankelijk beleefde de vertaling der vier Evangeliën vijf en twintig oplagen; een nieuwe met schoone illustratiën en in quarto formaat was ter perse; maar geheel onverwacht werd Laserre's jongste werk op den Index geplaatst, en de paus hechtte daaraan zijne goedkeuring.

Wij achten dit een treurig verschijnsel, waaruit opnieuw blijkt, dat Rome vrees heeft voor de verspreiding van Gods Woord. Volgens de getuigenis van Heresbach, een vriend van Erasmus, verklaarde in zijne dagen een monnik in zijne eenvoudigheid, »dat het Nieuwe Testament een boek vol distelen en onkruid is.'' En al nemen wij gaarne aan, dat geen Roomsch godgeleerde van dezen tijd die uitdrukking voor zijne rekening zal durven nemen, toch meenen wij, dat uit de jongste daad van den paus en van de congregatie van den Index blijkt, dat men van Roomsche zijde den Bijbel nog steeds als een boek vol distelen en onkruid houdt. .. voor de eenvoudige leeken.

De Hervorming wijdt aan deze zaak een artikel onder den titel van: »De Evangeliën op den Index t En dat heeten Christenen!" Dit blad schijnt echter niet in te zien, hoezeer zij het zwaard, tegen Rome gewet, eigenlijk tegen zichzelf keert, Immers is wel van algemeene b> ; kendheid, dat in de gezinnen van de zich noemende «modernen" het lezen van Gods •\Voord wordt nagelaten. Voor de Zondagsscholen van den Protestantenbond wordt »leerstof" verzameld, doch niet zulk eene, welke er toe kan leiden om de kinderen met den Bijbel bekend te maken. Doch dit daargelaten; in de gezinnen der modernen leest men den Bijbel niet, dit feit is niet te loochenen. En wie kan men dan eerder Christenen heeten, zij, die Gods Woord niet mogen lezen, omdat hun kerkelijke overheid tot hen zegt: »Gods Woord is voor u te duister. Wij zullen u er zooveel van mededeelen, als wij noodig oordeelen"; of wel zij, die door niets verhinderd worden, om dat Woord te onderzoeken, en het niet doen, omdat het, volgens hen, vol is vaa kunstig verdichte fabelen ?

Ons dunkt dat De Hervorming haren geestverwanten door dit artikel te kennen geeft, dat zij nog minder dan de Roomschen «Christenen" kunnen genoemd worden.

DnitSChland. Luther op het tooneel. Niet te ontkennen is het, dat het stempel, hetwelk de Luthersche kerken ontvingen, ook in haar bloeitijd, verschilt van de type, welke de Gereformeerde kerken vertoonen. In de Luthersche kerken staat meer de blijdschap, in de Gereformeerde de ernst, welke den Christen betaamt, op den voorgrond. Gemakkelijk is hieruit te verklaren, hoe in tijden, waarin het geloofsleven kwijnt en de leer, die naar de godzaligheid leidt, haast niet meer gepredikt wordt, de Luthersche kerken steeds verder moeten afwyken.

Dit blijkt duidelijk in deze dagen. De Luthersche leer, hoe een zondaar rechtvaardig wordt voor God, is schier overal vergeten, en toch droomt men er van, dat het geluk^ ken zal, den. Lutherschen geest weder in het Duitsche volk te doen ontwaken. Nu zouden wij, Gereformeerden, zeggen, dat men hiertoe ^gjsehoorde te gaan arbeiden om het Woord overal ^te doen prediken en vooral het stuk van de rechtvaardiging door het geloof alleen den volke voor te stellen.

Doch, helaas, men wendt zich tot gebroken bakken, die geen water houden Of is het houden van tooneel voorstellingen, waarin datgene, wat Luther voor de Duitsche kerk geweest is, op de planken wordt voorgesteld, niet als zoodanig te noemen ? Een zeker dichter, met name Trümpelmann, schreef een tooneelstuk onder den titel van »Luther en zijn tijd", en dit wordt in deze .dagen overal opgevoerd. Men is zeker jaloersch geworden op de lauweren, die van de zijde der wereld aan de Oberammergauers werden toegeworpen, omdat de Roomsche inwoners van dat dorp elke tien jaren tooneelvoorstellingen geven, waarbij het lijden en sterven van den Heere Jezus wordt voorgesteld. Deze gruwel lokt toeschouwers uit alle deelen der wereld naar die plaats. En zoo geschiedt het tegenwoordig ook, dat in het stedeke Torgan herhaaldelijk het tooneelstuk »Luther en zijn tijd" ^wordt opgevoerd.

Het hoofdorgaan van de Lutherschen, de Allg. Evang. Ltith. Kirchenz., noemt de gedachte zoo schoon, om de eerste opvoering te doen plaats hebben op den Zondag, waarop het feest der Reformatie gevierd werd; en het blad prees het ook, dat men door extra treinen lieden van elders in de gelegenheid gesteld had, de voorstelling bij te wonen. »Het gevolg was, dat den 6den November het stedeke Targau een groote menigte vreemdelingen bevatte van hetzelfde slag als dat, hetwelk in i88o in Oberammergau vergaderde. Nieuwsgierigheid, zucht naar genot, de prikkel van nu eens iets nieuws te kunnen zien, had de groote menigte bewogen de reis naar Torgau te ondernemen, en dat stedeke, dat zoo trouw is aan de Reformatie, was met haar helder verlichte winkels op den hervormingszondag tot een drukke markt geworden."

Zoo ongeveer laat het Luthersche orgaan zich hooren oter eene opvoering, waardoor het vierde gebod ganschelijk werd overtreden, onder voorwendsel van eene opvoering bij te wonen, waarbij eens recht duidelijk zou worden, wat Duitschland aan Lnther te danken heeft. De hoofdrol werd vervuld door een koninklijk Saksisch hofacteur, doch de opmerking werd gemaakt, dat hij meer het beeld van een Faust dan van een Luther te zien gaf.

Wij zullen ons niet begeven in eene beoordeeling van het stuk, maar alleen onze smart te kennen geven, dat Luther, de geloofsheld, met zijnen God worstelend in zijn studeercel, op de planken is gebracht. 66 inwoners van Toigau leenden er zich toe om den tooneelspeler ter zijde te staan.

Aan het einde werden de comedianten door . de tochoordf rs op stormachtige wijze toegejuicht. Hij, die Luther had voorgesteld, werd zelfs teruggeroepen en nam buigend het applaus aan

De opbrengst van de uitvoering is bestemd om een fonds te vormen tot oprichting van een standbeeld voor Luther in Torgau. Wij weten niet wat meer te bejammeren is, het feit der opvoering of de onaandoenlijkheid van de mannen, die in de Luthersche kerk van Duitschland den toon aangeven ten opzichte van deze treurige dingen. Wel leest men iu de organen der Luthersche kerk aanmerkingen omtrent de wijze van opvoering of de uitdrukkingen, welke de dichter zich heeft ver oorloofd, of aangaande dingen, welke in het stuk niet tot hun recht gekomen zijn; doch men vindt nergens ook maar één woord, dat naar afkeuring zweemt, over het feit, dat men zulke heilige zaak als de werking van 's Heeren Geest in Luther, waardoor hij den stoot mocht geven tot de Reformatie der kerk, op het tooneel heeft gebracht. Het schijnt ook wel een punt van overweging uit te maken, of een Christen al dan niet de comedie mag bezoeken; het blijkt, dat men die vraag toestemmend beantwoordt.

Tot onze verbazing hebben wij ook in de Reformirte Kirchenzeitung geen woord gezien tot afkeuring van het goddeloos drijven van zoo velen.

Zou er dan niemand in Duitschland zijn, die zich aan deze dingen ergert en het Duitsche volk wijst op zijn afdoling op de paden van ongeloof en wereldzin, niemand, die den moed bezit om dit uit te spreken? Waar gaat men heen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 maart 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 maart 1888

De Heraut | 4 Pagina's