GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XCVII.

WILLEM PRESSIIJS.

Onder de steden, door de partij der Gereformeerden l 1582 veroverd, behoorde ook de Oost-Vlaamsche stad alst. Reeds vroeger heeft daar de Hervorming gezegeerd. Andrjes Berteloot toch, die in 1566 in de ompeken van Aalst bedienaar des Woords was, werd in genoemde stad opgehangen. Van den 23sten April 82 tot 3 November 1583 bleef de stad in handen van Gereformeerden. In dien tijd was daar Willem Presis, seen man van tamelijke geleerdheid, met een goed ferlijk, recht geoefend in den godsdienst en van goeden randel" dienaar des Woords. De kerk van Aalst riep en die van Gent stond hem af.

[Van geboorte was Wilhelmus Pressius geen Nederlan-Omstreeks 1544 zag hij in Aken, de oude kroon-M der Duitsche keizers, het levenslicht. Op zes en [ettigjarigen leettijd kwam hij naar de Nederlanden, »om Vhten van zijne studiën te laten blijken ter eere Gods tot bloei der Christelijke gemeente." Waar hij toen l Evangelie gepredikt heeft, weten wij niet. Eerst in ["1 jare 1581 vernemen wij iets van hem. Toen toch was hij in het land van Waas arbeidende, tot het jaai 1582, wanneer hij, zooals wij gezien hebben, naar Aalst geroepen werd. Omtrent zeven maanden bediende hij daar »met goede vrucht het predikambt." Den dag na de inname van Aalst, waartoe het verraad der Engelsche bezetting dienstig was geweest, werd de leeraar gevangen genomen door den gouverneur, vergezeld van een der Engelsche verraders, kapitein Moor. Toen deze de handen aan hem slaan wilde, zeide hij: |»Neem dieven en schelmen gevangen, want ik ben reeds genoeg gebonden door het woord van den gouverneur.''

Naar Gravenstein gebracht, werd de gevangene er bewaakt door de Engelschen. Des anderen daags bezochten hem twee kapiteins (een waarschijnlijk de gouverneur), die hem in het Waalsch ondervroegen: Van waar hij was, hoe lang hij te Aalst geweest was, want hij was Martinist (Luthersch) Calvinist of Wederdooper. Op deze laatste vraag zeide hij: »Ik ben noch Martinist, noch Calvinist, noch Wederdooper, noch Pausgezinde, maar heb alleen onderwezen de leer van Christus en zijne Apostelen."

Uit verdere verklaringen blijkt, dat hij Gereformeerd geweest is. O. a. zien wij dit in zijn gesprek met een monnik over de kerk en de kerkleer. Niet de kerk moest hem zeggen wat waar was, maar Gods Woord; niet de kerkvaders waren de rechte verklaarders van Gods Woord, maar de Heilige Geest, door wiens getuigenis alleen ook de kerk verzekerd is, dat de Heilige Schrift Gods Woord is.

Wel las hij de geschriften der kerkvaders en anderen, maar door geen dezer was hij in zijne conscientie gebonden.

Eveneens kwam Pressius' Gereformeerde belijdenis uit in zijn gesprek over den Paus en de kerkelijke overheid.

De priester had hem gevraagd »Z03 behoort er dan in de kerk geen overheid te zijn, hoe zal men dan de gemeente goed kunnen regeeren? Er moet een opperhoofd zijn, om de onderdanen te onderwijzen en te regeeren " Hierop antwoordde de trouwe belijder: »Ik vind in Gods Woord de hooge titels van overheid en dergelijke in de kerk niet, die zijn veeleer door Christus verboden. Wij erkennen geene overheid, dan een vroom bestuurder; de kerkedienaren waren broeders onder de anderen en dienaren der gemeente en geene heeren om elkaar of de gemeente iets te gebieden.

Toen de priester Calvyn belasterde en een kerkroover noemde, kwam Pressius voor hem op. Zelfs duldde hij niet, dat Calvyn bloeddorstig werd genoemd, daar hij Servetus had laten dooden en daarna een geschrift uitge • geven^ hetwelk inhield, dat men de ketters dooden moest.

Wij en anderen", zeide de martelaar, »die te Geneve verkeerd hebben, weten beter, wat het ambt der kerkedienaren is, dan gij en andere vijanden der waarheid.

Servet werd door rechters gedood, die wel wisten, wat hun ambt inhield, en aangezien gij (Papisten) toegeeft, dat hij rechtmatig gedood is, waarom zult gij dan den godzaligen man, die in heiligheid en geleerdheid het geheele Pausdom te boven gaat, bezwaren."

Den 3en December werd Pressius geboeid en in een gat geworpen, waarin hij ongeveer vijf weken lang grooten smaad moest verduren van soldaten en monniken. In­.dien tijd rieden hem eenige Engelschen aan, een verzoekschrift om ontslag uit den kerker in te dienen bij hunnen opper-gerechtsdienaar. Het plan scheen te zijn, om Pressius naar Engeland te zenden, ten einde raad der Engelschen aan Aalst gepleegd bij koningin Elisabeth goed te praten. De gevangene doorzag deze streek en besloot te blijven, waar hij was.

Den 3en Januari ontbood hem de commissaris en maakte hem de beschuldigingen bekend tegen hem gerezen: dat hij namelijk in 's konings landen eene nieuwe leer gepredikt, met de oproerlingen geraeene zaak gemaakt en tot daden van geweld tegen de geestelijken en Roomschen geprikkeld had. Pressius ontkende, dat hij in 's konings landen had gepredikt, Vlaanderen toch behoorde tot de heerenlanden, waarover Filips II het beheer had.

Aan oproer had hij nimmer gedacht, maar de leer der Schrift, ja, die had hij gepredikt, waar hij kon. De commissaris stelde daarop den martelaar voor een losgeld te betalen van 2000 gulden, doch deze verklaarde, dat hij die som niet kon betalen, daar hij niets bezat en niemand van zijne gemeente wilde bezwaren, daar onder haar niet vele edelen, rijken en machtigen waren.

Desniettemin werd hem eenige tijd van overleg toegestaan en wel tot den 24en Januari. Toen hij dien dag wederom verklaarde het gevraagde rantsoen niet te kunnen betalen, zeide de commissaris: »Ik kan het niet veranderen."

Ondertusschen zaten Pressius' vrienden ook niet stil.

De kerkedienaren van Gent deden al wat zij konden, om Jonker Jan van Hembyze, opperraadslid in die stad, te bewegen tot de vrijlating van den gevangene mede te werken, maar deze was er niet bereid toe.

Eindelijk in Maart 1584 werd Pressius in een put verdronken.

DE GAAY FORTMAN,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 juli 1892

De Heraut | 2 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 juli 1892

De Heraut | 2 Pagina's