GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een gewichtig rapport.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gewichtig rapport.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 21 April 1893.

We meenen onzen [lezers geen ondienst te doen, door ditmaal onze eigen leaders wat in te krimpen, en enkele rubrieken weg te laten, ten einde plaats te winnen voor het afdrukken van het gewichtig rapport, dat door de Deputaten in zake de opleiding voor den Dienst des Woords, op het laatst der vorige week aan de kerkeraden is rondgezonden.

Reeds terstond maakt het een goeden indruk, dat dit rapport 200 tijdig uitging.

Tot 30 Mei was het tijd geweest, en reeds bijna anderhalve maand vroeger werd het publiek gemaakt. Dit nu zou bij een gewoon rapport niets bijzonders zijn, maar het is dat wel bij een rapport van zulk een omvang en van zoogewichtigen inhoud.

, En nu maakt het een goeden indruk, dat Deputaten de gelegenheid, om dit rapport te lezen, in te denken en te overwegen zoo overruim hebben opengesteld. Eerst in het laatst van Augustus komt, naar het besluit van de Generale Synode te Amsterdam, de eerstvolgende Synode saam, en er is alzoo een tijdruimte van ruim drie maanden om dit rapport kalm en van alle zijden te bezien.

En dit is noodig.

Het is toch niet te denken, dat de vijf broederen, die met de inlevering vjn dit rapport belast waren, op alles zullen gelet en op elk punt het beste zullen gekozen hebben. Ook van buiten zal nog menige lichtstraal op dit gewichtig onderwerp kunnen vallen, en als de kei ken weer in Synode saamkomen, zal niet enkel dat rapport, maar ook de discussie er over tot het doen van een goede keuze in staat stellen.

Wat ons ook in dit rapport bevalt is dat Deputaten voorstellen de zaak noch m deze noch in gene richting, wat men noemt, te forceeren.

Zij achten, dat de kerken nog niet rijp zijn, en dat de zaak nog niet rijp is, om nu reeds in Augustus tot definitieve beslissing te worden gebracht.

Zoo snel gaat de vorming van een beslissend oordeel in zoo gewichtige materie niet.

Alle overhaasting zou hier schaden.

Hoe meer men de zaken van alle zijden beziet, en tastenderwijze de gelegenheid verkent, hoc zekerder men vooruit komt.

Het denkbeeld, om de beslissing tot een volgende Synode uit te stellen, en nu slechts voorloopi^ te handelen, lacht ons daarom wel toe.

Want wel ware het wenscheüjk, dat de eenheid onzer kerken ook op dit punt nu reeds geconsolideerd kon worden, maar voorzichtig, beleid maant hier van af.

En wat nu het rapport zelf betreft, zoo is blijkbaar uitgangspunt, dat de kerken haar Theologische School niet alleen behouden, maar zelfs zeer aanmerkelijk zullen uitbreiden en verrijken, niet alleen in het personeel, maar ook wat 'de positie aangaat, die ze inneemt.

Zelfs gaat men niet te ver, door te zeggen, dat, (? irf^ het den weg van het rapport öp, 'tjrfze kerken eerlang een Theologische School zuilen bezitten, die in omvang en beteekenis die van, alle vrije kerken overtreft.

Dit doel te bereiken, en toch eenheid in de opleiding en aansluiting aan het bloot wetenschappelijk onderwijs te verkrijgen, kan natuurlijk niet verkregen worden, dan door van de Vrije Universiteit aanmerkelijke inschikkelijkheid en niet geringe ofïers te vragen.

Oi deze zullen ingewilligd worden, konden Deputaten niet beoordeelen. Daarover kan ook de Synode geen uitspraak doen. Dit zal de Vereeniging voor hooger onderwijs op Gereformeerden grondslag moeten weten, die daarover op haar jaarvergadering uitspraak zal moeten doen.

Wel echter konden en moesten de denkbeelden in vasten vorm gegoten, die leiddraad bij de te voeren onderhandelingen zullen moeten zijn.

Dat Deputaten bij het in schets brengen van die denkbeelden, alleen op de belangen der kerken gelet hebben, is natuurlijk. Zij waren nu eenmaal kerkelijke Deputaten, en zijn er bedenkingen, dan zullen die wel van de overzijde te berde worden gebracht.

Plicht en roeping van Deputaten was het, om zoo scherp mogelijk te formuleeren, wat de kerken verlangen moeten, teneinde geheel gedekt en veilig te staan, en, gelijk uit de Bijlagen blijkt, hebben ze deze taak zoo ernstig mogelijk opgevat.

Kon het op deze of soortgelijke wijze geschieden, dan zouden de kerken van haar kant volkomen gewaarborgd zijn, en al verkrijgen wat ze konden verlangen.

Het is een lange strijd geweest, die sinds de Reformatie gestreden is, over de beste wijze om de opleiding van de Dienaren des Woords te regelen.

Lange jaren, ja eeuwen, was men zoo onvrij. De Overheid stak er zich telkens in. En de kerken kenden het geheim nog niet van vrijwillige offerande.

Thans echter brak schooner dag aan.

De ervaring van ruim drie eeuwen ligt achter ons, en ook de ervaring met de kerkelijke theologische scholen in Schotland, Amerika ea Zwitserland opgedaan, kan ons dienen.

De mogelijkheid werd alzoo geboren, om van lieverlee dit zoo ingewikkelde en gewichtige punt tot een vaste regeling te brengen, die, beter en veiliger dan dusver ooit, de dubbele roeping van de belijders des Heeren, én, om voor de zuiverheid der Belijdenis én om voor den bloei der theologie als v/etenschap, zorg te dragen, tot haar recht doet komen.

Wachten we thans af, of wellicht nog juister denkbeelden uit de discussie zullen opduiken.

De zaak is het waard, dat men er zoo ernstig mogelijk over nadenke, niet met het oog op allerlei bij motieven, maar met het oog op wat geëischt wordt door de eere onzes Gods.

Armenkerk.

Dezer dagen deed in de politieke bladen een bericht de ronde, dat de Synodalen te Leiden de armen van hun kerk in een apart gebouw godsdienstoefening laten houden, en dat Prof. Gunning gemeenlijk deze beurt waarneemt. Als doel van het houden dezer afzonderlijke armenbeurt wordt dan opgegeven, dat alleen op die wijs controle mogelijk is, om te zien, of de bedeelden wel ter kerk komen.

Ook dit toont weer, hoe volkomen onze Synodalen het spoor bijster zijn.

De armen apart.

Als niet tot de vergadering der geloovigen behoorende.

Een soort derde-klas-reizigers naar de eeuwigheid, voor wie een onooglijke armelijke wachtkamer in gereedheid is gebracht.

En dat in de kerk van Christus, in wien ze allen één zouden zijn.

En dat onder de apostolische geloofsbelijdenis, terwijl toch de apostel Jacobus zelfs een onderscheid maken in bank en bank zoo scherp afkeurt.

We begrijpen dan ook niet, dat Prof. Gunning zich voor dit in stand houden van de „schotjes" leent.

Een „schotje" nu niet tusschea v/ie den Christus belijdt en verwerpt, maar een sociaal „schotje" tusschen wie rijk en arm is.

Want bedenk wel, ook het doel dat men voorwendt kan noch mag het onheilig middel dekken.

Of zegge men ons, waarom de kerkeraad wel scherp toeziet of de bedeelden ter kerk komen, maar er niet aan denkt om conti61e op de heeren en dames van Rapenburgen Breestraat te houden.

Is dit nu, omdat de kerkeraad in het zielenheil der armen zooveel meer belang stelt, dan schiet hij te kort ïn plichtsbetrachting tegenover alle niet bedeelden.

En is het, omdat hij de bedeelden in zijn macht heeft, wat is het dan anders dan misbruik maken van der armen nood?

Doch, helaas, zoo onverbiddelijk zijn de beginselen. Toen eenmaal het aristocratisch systeem van voorkeur in zitplaats op grond van rang of geld in de kerk insloop, zijn onze armen de kerk uitgegaan. |

En dit nu noopt dan weer om aparte armenbeurten op te richten.

Eerst de porceleinen schaal scheuren, en dan de scheur gekramd met koperdraad.

Mysteriën,

Van lieverlee wint het denkbeeld weer veld, om allerlei tafereelen uit de Heilige Schrift, en met name die tafereelen uit het leven, lijden en sterven van onzen Heiland, die het meest aangrijpend zijn, dramatisch voor te stellen.

Deze soort voorstellingen zijn zegr oud, en werden vroeger in de kerken gegeven, onder de hamen van mysteriën.

Daar gelaten nu echter de vraag, of dramatische voorstellingen, met zulk een stofie, ooit aanbevelingswaardig waren, verloren ze toch iit onzen tijd alle reden van bestaan, en dreigen ze de heihge historie te seculariseeren.

De Oberammergauer Passionsspiele, die we, hoe serieus op zich zelve ook, met bet oog op de voor de hand liggende gevolgen, nimmer bepleiten konden, hebben intusschen den trek naar zulke mysteriën — zoo noemde men deze voorstellingen oudtijds — doen herleven.

In Parijs hadden ze zelfs zeker succes. Toch voelde zelfs Fransche tact, dat hier ontheiliging plaats greep, zoodra het om geld ging, en fijn was de opmerking van een der Parijsche bladen, dat de heeren wel zouden doen, met elke voorstelling te besluiten met het tafereel van het uitdrijven van de kooplieden uit den tempel.

KUYPER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 april 1893

De Heraut | 4 Pagina's

Een gewichtig rapport.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 april 1893

De Heraut | 4 Pagina's