GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Utrechtsche Kerkbode gaf Ds, Klaarhamer schoone artikelen over de Tucht., waarvan we althans het slot aan onz< 5 lezers niet onthouden willen.

Hij schrijft daar:

Voor "zeer velen zijn »iuchtigen" en «straffen" woorden van gelijke beteekenis. En dan nog liefst «straffen" genomen in den zin yaxi »een lic^mmelijke kastijding toedienen."

Zij kunnen zich geen tucht denken zonder roede.

Dit is tocli verkeerd.'.gedacht.'Het bewijst, dat men geen recht begrip van de tucht heeft.

Zeker, bij de tucht kan de roede te pas komen, een lichamelijke kastijding/l'«» noodzakelijk worden. Bij het oefenen der, - , tucht^ in huis en school is 't straffen niet uitgesloten.

Doch het komt.; ; .in de Jaatste plaats, als 't niet anders kan. Het is dan het uiterste middel, om het doel der tucht te bereiken.

Hoe beter vader ('en moeder^ en meester de tucht verstaat en weet te oefenen, hoe minder hij noodig zal hebben te straffen. En de oefening der tucht in huis en op school zonder lichamelijke kastijding is zeer goed denkbaar en uitvoerfjaar, indien vader (en moeder)'maar de tucht aanvangt bij zijn kind van zeer jong af met ernst en lieftte gestadig en onveranderlijk voortzet en volhoudt en-strakskens de meester op school dan maar in diezelfde lijn voortgaat.

En indien vader dan ook niet vergeet, over zich zelf en over heel het leven, het doen en laten.^^xi zijn gezin de rechte tucht te oefenen.

Dan zal 't eigenlijke straffen weinig en de licliamelij'ke kastijding in 't geheel niet noodig zijn.

Wat is dan eigenlijk tijcht?

Tucht is datgene, wat noodig is, om een zondig mensch tot den rechten weg te brengen en op het rechte pad te houde? t.

Waren de menschen en dus ook onze kinderen nóg in den staat der rechtheid met ingeschapen, oorspronkelijke, zuivere en ware kennis en wijsheid en gerechtigheid en heiligheid, dan was er geen tucht noodig.

Dan was hun verstand en inzicht, hun wil en begeerte en alle aandoening goed en recht; dan was al wat uit hun hart voortkwam ook goed en recht; dan stonden zij op den rechten weg en bleven daarop vrijwillig en zonder eenigen drang.

Doch zóó is 't nu helaas niet.

Die staat der rechtheid met al wat er bij behoort is weg, is verloren.

Wij menschen èn onze kinderen zijn zondaars, van nature verduisterd en verdwaasd in 't verstand, bedorven en verkeerd van wil en begeerte en aandoeningen.

Zoo is de natuur, de aard van den mensch. En daarom trekt het ver.stand, de wil, de begeerte ook steeds naar het verkeerde, het booze, naar dat wat onrecht is heen.

Onze neiging is, wat de oude, ~verkeerde aard en natuur aangaat, om krom te groeien, en niet-goede vruchten voort te brengen, en niet dan door een gestadigen en vasten dwang'groeit de plant recht en komt er goede vrucht. " '«««»•

Die dwang, dat is de tucht. S^^Ê'

Nu is er een streng, hard, ivèftisch, rechterlijk dwingen, èn er is een ernstig, vast, liefdevol, \vaderlijk dwingen en dit laatste, dat is de tucht.'

Die rechterlijke dwang é^vYagtxaVstukbreeketistoz

Die vaderlijke dwang dwingt toiwederoprichting, tot wederkeering, tot genezing, tot volharding in het goede.

De tucht komt op uit de liefdeden wordt door de liefde aangedreven.

De liefde Gods.

Daarom zal hij (of zij), die geleerd heeft. God bovenal en den naaste als zich zelf lief te hebben, ook het best in staat zijn tot de rechte oefening van de rechte tucht.

Nu moet natuurlijk de tucht en haar oefening op het kind (ol op den mensch) passen.

Van een verkeerd middel of van een verkeerd toegepast middel kan of mag niemand een rechte en goede uitwerking veriuactiten.

Daarom eer vader en meester tucht kunnen gaan oefenen, moeten zij weten, wat zij van hun kind, hun leerling hebben te denken.

Zijn zij nu mannen, die Gods Woord verwerpen, die zich dus niet door God uit en met dat Woord laten verlichten en leeren aangaande den staat en de gesteldheid des menschen, dan oordeelen zij ook anders dan God over het kind en. dan gaan zij niet naar Gods denken en oordeelen, maar naar hun eigen gedachten te werk, ook in zake de tucht.

En voorts:

Zal iemand gaan arbeiden, om een plant, die hij voor dood houdt, recht te doen groeien en goede vruchten te doen voortbrengen ?

Wel, natuurlijk niet.

Hij zegt, en terecht, zoolang ik haar voor dood houd, doe ik er geen arbeid aan, want wat zou dat baten ? Al wat ik voor haar kan doen is, God bidden, of Hij de plant levend mocht maken. Zie ik dan mijn gebed verhoord, dan kan ik gaan mesten en buigen en snoeien en kweeken.

Precies zoo denkt en spreekt een doopersch, en ook een neo-Kolbruggiaansch n.iensch in/er .-ijn kindci'en of leerlingen, zoolang zij er niet aan zien gebeuren, zoolang zij er niet in bespeuren, wat zij leven noemen.

Zij zijn dood, zij liiiimen niet hooren, niet zien, niet verstaan. Men kan voor hun levendmaking bidden, maar zal nu de ondenvijzing, de vermaning, de bestraffing der tucht hun baten ? Wat zal men hen dwingen ten goede, om tot den rechten weg te komen en op denzelve te blijven ?

Wat moet er bij zulk een beschouwing van het kind van ide tucht worden?

Dat is dan een arbeid zonder grond, zonder hoop, en daarom zonder ijver en nauwgezetheid.

Het is dan ook helaas geen vreemd verschijnsel, dat uit zulke gezinnen en scholen tuchtelooze, zedelooze, bandelooze menschen voortkomen, kinderen, die straks als jongeling of jongedochter een smart en smaad voor hun ouders en onderwijzers zijn.

Gelukkig is dit niet altijd en niet bij allen zoo.

Gelukkig gaat 't bij sommigen en soms bij velen anders en beter in de praktijk, dan men uit die leer zou verwachten.

Er wordt wel degelijk tucht geoefend. Er is wel waarUjk een ernstig. Vast, liefdevol en vaderlijk dwingen ten goede, dat niet nalaat overeenkomstig Gods wil en inzetting goede werking te doen en vruchten te dragen, en — daar de Heere zijn eigen gang gaat en zijn werk werkt geheel vrij van 's menschen denken en oordeelen — blijkt 't ook in die gezinnen, dat menig dood gewaande toch wel waarlijk leefde en metterdaad kon hopren en zien en verstaan en in waarheid ten goede zich liet tuchtigen, en de tucht aannam.

Men beschouwde het boompje wel als dood, maar men arbeidde er gelukkig aan alsof het leefde.

Toch is hier een tweeheid en gedeeldheid tusschen leer en praktijk, die niet nalaten kan scluidelijken invloed te oefenen.

Het komt ons daarom voor, dat het in Calvinistische gezinnen en scholen het best met de tucht en de oefenmg der tucht kan en zal gesteld zijn, omdat men daar meer dan ergens elders ook in zake de tucht naar Gods Woord te werk gaat, en daarom veiligst en zekerst gaat en grond heeft, om een goede uitkomst te verwachten.

Zeker de Calvinist ziet dieper en klaarder dan iemand, dat zijn kind door ontvangenis en geboorte een zondaar is; een natuur, een aard heeft, die boos en verdorven is en die maakt, dat het tot alle kwaad genegen is en onbekwaam is tot eenig goed. Hij stemt van harte toe, wat vraag 8 van de Catechismus omtrent de grootheid en schrikkelijkheid van dat «verdoiven zijn" zegt, — maar hij beaamt niet minder hartelijk, wat diezelfde vraag, — die niet over de dadetijklteid, niet over de daden, maar over de hebbelijkheid, de gesteldheid het kunnen, het vermogen van den mensch handelt, —• leert aangaande de wedergeboorte d. i. het feit, dat de doode zondaar levend gemaakt wordt door inplanting, instorting van hpf nieuwe leven.

Dit is uitnemend gezegd.

Waarlijk de sDoopsquaestie", gelijk velen ze noemen, maar die onder Gereformeerden geen quaestie is, beheerscht heel de opvoeding.

Ook onze Christelijke school,

KuYPER,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 april 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 april 1895

De Heraut | 4 Pagina's