GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op Seinpost is aan Dr. Den Houter, van Maassluis, overkomen, wat voorheen op bijna elke vergadering, aan één der beide referenten ten deel viel, t. w. dat de tijd voorbij, en de behandeling van zijn referaat ondoenlijk was geworden.

Toch heeft hij zijn studie ons daarom niet willen onthouden, en ze in de Vrije kerk nu reeds openbaar gemaakt.

Ge leest daarin o. m. dit:

Door de macht der feiten gedwongen, komt men meer en meer tot waardeering der onzienlijke dingen ; men neemt werkingen van geesten of van een geest waar, maar weigert te gelooven in God, die ook een Geest is.

Voor den zeer grooten invloed, dien de ziel op het lichaam uitoefent, zijn het meest door bestudeering der hypnotische verschijnselen, vooral in de laatste jaren de oogen opengegaan; en dat de werking der ziel, die wij geloof in algemeenen zin noemen, een machtige factor is bij de genezing van zieken, wordt door iedereen erkend. Wat de hypnose is, weten wij niet en hoe de ontzettende, wonderbaarlijke macht over het lichaam tot stand komt, i» ons evenzeer onbekend; en zoo kunnen wij het dan ook verstaan, dat een medicus, ter verklaring van eene genezing door hypnose geen betere uitdrukking kon vinden, dan het ijUelhjk herhaalde woord van onzen Heiland: «Ga heen, uw geloof heeft u behouden!"

Van die macht der ziel over het lichaam getuigen ons voorts de wonderdadige genezingen van gezwellen en wonden, waaraan de geneeskunde tevergeefs hare kracht had beproefd. Na vasten en bidden te Lourdes en ook op andere plaatsen van heiUgenvereering der Roomsche kerk, zag men deze gezwellen verdwijnen en de wonden heelen en dat wel in ongeloofelijk korten tijd.

Waarlijk, de onmacht der medische wetenschap komt bij deze genezingen en ook bij die talrijke andere, die door kwakzalverij van allerlei aard inderdaad verkregen worden, op treurige wijze aan het licht, en allerminst redt men zijne positie door hoogwijs alles te ontkennen, en wat nu eenmaal niet meer dood te zwijgen valt voor suggestie te verklaren.

Hebben wij dus niet alle recht om staande te ouden, dat de geneeskunde door de verwaarloozing er studie van de werking van 's menschen ziel op et lichaam, door haar onderzoek met hulpmiddeen en naar eene methode, die voor alle bestudeeing van het hoogere, onstoffelijke ongeschikt zijn, enzijdig is geworden en derhalve den toets, die aan wetenschappelijke studie gesteld moet worden, riet kan doorstaan ?

Zullen wij het brandmerk der onwetenschappelijkeid niet met nog meer recht der hedendaagsche geneeskunde mogen indrukken, als wij er op letten, dat de historische studiën onder de doctoren en ook onder de studenten treurig worden verwaarloosd?

Wel zijn er ook thans, die tegen deze grove veronachtzaming van het historisch onderzoek hun aarschuwend woord uitspreken, maar deze stemmen zijn als loffelijke uitzondering slechts een bewijs te meer van den regel, die schier alom heerscht.

In ons vaderland althans wordt de historia medicinae nergens als leervak aangetroffen, evenmin als philosophie en encyclopaedie der geneeskunde 'en het schijnt, dat deze vakken ook niet worden gemist, zooals blijkt uit de inaugureele rede van een onlangs benoemd hoogleeraar, die over herziening van het mediscliHooger Onderwijs zijn denkbeelden meende ten beste te moeten geven, doch voor deze hoogere studiën geen plaats in zijn schema en geen woord in zijn voordracht had.

Mag men afgaan op de klacht van een Duitsch professor, dat zijn medische kunstbroeders voor historische studiën geen tijd hebben, dan schijnt ook het philosopheerende Duitschland achteruit te gaan. Een gunstige uitzondering maakt Petersburg, waar verleden jaar aan de militaire geneeskundige school tot oprichting van een leerstoel in bovengenoemde v-akken besloten werd.

Tot recht verstand der dingen is het wellicht dienstig even er op te wijzen, dat men behoort te onderscheiden tusschen medische kunst en medische wetenschap.

Voorzeker er bestaat een innig verband tusschen beide en het zou dwaas zijn, dit over het hoofd te zien, maar toch moeten de omtrekken van elks gebied niet worden doorgehaald.

Welnu, als men hoort gewagen van de zeer groote vorderingen in de geneeskunde, dan betreffen deze in hoofdzaak de medische kunst.

Maar dat men met vlijt de medische wetenschap beoefend heeft en de vruchten daarvan u voorlegt in eene studie over dg hoogste medisch-antropologische vragen, omtrent oorzaak van ziekte en dood, over 's menschen oorsprong en bestemming en zijne plaats in het heelal, daarvan verneemt men zeer weinig.

En wanneer men op luiden toon den lof der geneeskunde zingt en ons vraagt, of het dan niet de resultaten der wetenschap zijn, als de ontleedkundige in 's menschen lichaam schier alles kent, als de bacterioloog het leven der bacteriën naspeurt en hen door zijne sterke microscopen bespiedt, als de ioloog het proces van de deeling der cel kan volen en de heelkundige met vaste hand het heilame mes weet te voeren, dan jubelen wij gaarne ede in 'dit krachtig loflied ter eere der geneesunde, maar merken bescheidenlijk op, dat deze choone vorderingen der kunst toch slechts van ter ijde de wetenschap raken.

Laboratorium-arbeid is niet in de voornaamste plaats wetenschappelijk, omdat zooveel vaardigheid daarbij vereischt wordt, evenmin omdat men zonder veel geduld en overleg daarbij schipbreuk lijdt, en ook niet omdat de hulpmiddelen en werktuigen zoo boven alle beschrijving vernuftig uitgedacht en kunstig bewerkt zijn; neen, deze voorbereidende wetenschappelijke arbeid moet worden voortgezet, de bouwstoffen, die men bijeenbracht, moeten worden geschift en gerangschikt, in elkanders samenhang onderzocht en vervolgens telkens weer uit hooger oogpunt bezien worden, en eerst deze studie is in den eigenlijken zin des woords wetenschappelijk.

Een voorbeeld ter toelichting ziet men in de amanuenses en bedienden, die aan de laboratoria arbeiden. Niet weinigen zijn daaronder, die "U verbazen door de kunstvaardigheid en zekerheid, die zij op het bijzondere gebied van hun werkkring aan den dag leggen, en waarin zij vaak gestudeerde personen evenaren; en toch, dit stemt ieder toe, zijn deze lieden geen beoefenaars der wetenschap, en is hun werk geen wetenschappelijke arbeid te noemen.

Uit het voorgaande blijkt, naar ons voorkomt, niet onduidelijk, dat de medische faculteit aan de Staats-academie te veel de medische kunst bestudeert en leert beoefenen, dat zij uitsluitend met het oog op de praktijk onderricht geeft en dus in hoofdzaak niet anders is dan eene vakschool voor artsen.

Alweder is het niet noodig op te merken, dat de theoretische en practischo vorming der aanstaande artsen door ons op hoogen prijs wordt gesteld en dat wij haar groote voordeelen boven de opleiding van voorheen zeer goed beseffen; zelfs willen wij hier de vraag laten rusten, in hoeverre de heerschende richting de schuld is van het te ver uitgedijde specialiteitenstelsel, dat ons al te vaak gelegenheid geeft, om de gevolgen van onwetenschappelijke beperktheid van blik en van dwaze onkunde te betreuren. Het was alleen onze taak, om de ongeloovige wetenschap op haren weg vluchtig na te gaan en het is hierbij gebleken, dat zij niet alleen de waarheid verliet, maar daarbij, of beter gezegd, juist daardoor niet aan wetenschappelijken eisch voldoet.

Waarom, bij al het voorgaande, dat misschien op zichzelf wei waar kan zijn, niet den nadruk gelegd op nog andere gewichtige grieven? Ziet ge dan het ongeloof der geneeskundigen voorbij en begrijpt ge niet welken ontzettenden invloed ten kwade zij in stad en dorp, in de samenleving en in de ziekenkamer uitoefenen ? Hebben wij niet in den vaccine-; dwang het bewijs, dat de medische faculteit tracht haar meening aan den staat op te dringen?

En gaarne geven wij toe, dat al deze vragen van uitnemend practisch belang zijn, maar hoe gewichtig ook, blijven het toch slechts afgeleide misstanden en gevolgen van het kwaad dat boven werd aangewezen.

Wij behoeven daaroni niet te onderzoeken, of de toestanden thans beter zijn dan vroeger, toen het oude spreekwoord in zwang was: «Waar drie doctoren zijn, vindt men twee godloochenaars".

Ook gevoelen wij er al het grievende van, als aan uw krank-of sterfbed een geneesheer staat, die onmogelijk gelooven kan, dat uwe ziel eeuwig zal leven en dat zelfs uw lichaam zal opgewekt worden; vooral indien de kieschheid ontbreekt, om de ongeloofstheoriën, die U grieven en Uwen God honen, terug te houden, zoodat ten slotte de scheeve verhouding ontstaat, dat Ge den geneesheer acht om zijns werks wille, en hem vertrouwt ondanks zijn levensbeschouwing.

Wel is er dus reden, om op deze gebreken de aandacht te vestigen, maar tevens moet, ook in de wijze waarop men herstel hiervan zoekt, niet uit het oog verloren worden, dat de grondoorzaak dieper ligt.

Terecht is aan deze beschouwing reeds van meer dan één kant de tol der waardeering betaald.

Meer dan één der hier gegeven wenken is onbetwistbaar juist, en op het goede punt aangebracht.

Niet van buiten af, maar van binnen uit, beziet deze man van het vak zijn onderwerp.

Geheel een veld van onderzoek ligt hier nog braak, en aan Dr. Den Houter komt onzer aller dank toe, dat hij den hoogen moed had, het eerst hier de spade in den grond te steken, en het te doen met onmiskenbaar talent.

KUYPER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1895

De Heraut | 4 Pagina's