GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCXLIII.

ANTONIO HEREZUELD.

In de stad Toro, gelegen in het oude koninkrijk Leon leefde in 1559 de licentiaal Antonio Herezueld, een begaafd rechtsgeleerde, wien de Heere evenals zijne vrouw de oogen voor de waarheid van Gods Woord had geopend. Sinds waren beiden voor de inkwisitie niet meer veilig en eindelijk werden zij gevangen genomen en voor de geloofsrechtbank gebracht. Antonio legde van het oogenblik zijner gevangenneming af tot aan zijnen dood toe eene bewonderenswaardige onverschrokkenheid aan den dag. Hoewel er genoeg pogingen werden aangewend om hem tot verraad aan de zaak van Christus te bewegen, bleef nij door Gods genade staande. Ook de smarten der pijniging, de schande van het auto-da-fé en de verschrikkingen van den brandstapel braken zijnen moed niet. Toen hij den 3ren IVIei 1559 ('twas een Zondag) in tegenwoordigheid van den wettigen erfgenaam van Spanje's troon Don Carlos en diens tante Johanna, koningin-weduwe van Portugal en stadhouderes van het koninkrijk (Filips was toen nog afwezig) op het groote plein tusschen de kerk %'an - rranciscus en het gebouw der consistorie gereed stond op den brandstapel zijne belijdenis van 's Heilands naam met den dood te bezegelen, was er slechts één ding, dat hem nedersloeg, namelijk het gezicht van. zijne vrouw, die bezweken was voor de pijnigingen der rechtbank, hare be­ lijdenis had herroepen, zoodat zij nu voor hem stond in het kleed ëener boetvaardige, die zich verzoend had met de kerk van Rome. Hij zag haar aan —• spreken kon hij niet — toen hij haar voorbijging, om naar de gerechtsplaats gevoerd te worden en zijn blik scheen te zeggen: „Wat is 't hard voor mij, vrouw, dat gij gevallen zijt!" De monniken, die hem op den weg naar den brandstapel met hunne vermaningen als bestormden en hem berouw opdrongen, liet hij praten. Doch toen zijn vroegere medestrijder Doctor Cazalla, die zijnen Heere en Meester verloochend had, hem wilde aansporen hetzelfde te doen, wierp hij eenen blik van verachting op hem, waarop deze zweeg. Een Roomsch-katholiek geschiedschrijver zegt van Herezueld, dat hij zich met onvergelijkelijke onverschrokkenheid levend liet verbranden. „Ik stond zoo dicht bij hem", verhaalt hij, „dat ik hem nauwkeurig zag en al zijne bewegingen en gebaren opmerkte. Hij kon niet spreken, want zijn mond was vanwege de godslasteringen, die hij had uitgestooten (zoo noemt de Roomsche geschiedschrijver Herezueld's trouwhartige belijdenis van den Christus naar de Schriften) met een knippel gesloten; doch zijn gansche gedrag toonde, dat hij een zeer koen en onverschrokken man was, die liever in de vlammen wilde sterven dan met zijne medegenooten zich aan het geloof der kerk (Roomsche) onderwerpen. Ofschoon ik hem nauwkeurig waarnam, kon ik echter niet het geringste teeken van vrees, of eenige uitdrukking van smart aan hem bemerken; alleenlijk lag op zijn gelaat zulk een diepen ernst, hoedanigen ik nog nimmer gezien had. Het was iets vreeselijks hem aan te zien" — zoo eindigde de Roomsch-katholieke ijveraar — „als men bedacht, dat hij in een oogenblik met zijnen geestverwant Luther in de hel zou zijn".

Zoo leerde Rome denken, maar Gods Woord leert ons dat zij, die den Heere belijden, ook door den Heere beleden worden door den Vader en Zijne heilige engelen. De moed des martelaars maakte een der wachters zoo woedend tegen hem, dat hij hem zijne lans in het lichaam stak, zoodat het bloed werd opgelekt door de vlammen die het omgaven. Zoo stierf de martelaar Herezueld. En zijne echtgenoote Leaner de Cuneros? Gods genade richtte haar op uit haren val door den blik van haren scheidenden echtgenoot. De Heere vergaf haar hare schuld.

Zullen wij haar veroordeelen om hare zwakheid? Bedenkt dat zij nog pas twee-en-twintig jaren oud was toen zij in de gevangenis der inkwisitie werd gebracht. Vergeet niet, dat zij gedurende hare opsluiting, van allen omgang met haren echtgenoot afgesneden, over zijn houding in het onzekere gelaten was. Bovendien was zij blootgesteld aan alle overredingskunsten der monniken, die zelfs pilaren der kerk hadden omgeworpen. Eindelijk verloochende zij met den mond wat zij met haar hart bleef vasthouden. Maar toen de Heere haar had doen stilstaan op haren zondigen weg; kon zij de gedachte, dat zij den zwaren strijd, dien haar man voerde, verzwaard had door hare ontrouw, niet meer kwijt worden. De liefde tot de waarheid naar Gods Woord vlamde weer op en zij brak den loop harer boetedoeningen af. Het gevolg hiervan was, dat zij weder naar de gevangenis teruggebracht werd. Niet minder dan acht jaren is zij gekerkerd gebleven en in dien tijd heeft rnen de uiterste pogingen aangewend, om haar bij vernieuwing tot verloochening van haren Middelaar te brengen. Doch ditmaal was dit vruchteloos. Eindelijk werd zij bij een openlijk auto-da-fé ^n Valladolid uit de gevangenis naar de strafplaats gebracht. Dezelfde Roomsche geschiedschrijver, die over haren man geschreven heeft wat wij boven mededeelden, bericht ook van haar: „Ten jare 1568, den 2 6en September, werd aan Leaner de Cuneros, de weduwe van den Baccaulaurens Herezueld, het doodvonnis voltrokken. Zij liet zich, in weerwil van de ernstige en herhaalde pogingen, om haar tot inzien van hare dwalingen te brengen, levend verbranden. Op het laatst wederstond zij nog eene toespraak, die een steenen hart zou hebben kunnen week maken, namelijk een bewonderenswaardige rede, welke bij het auto-da-fé van dezen dag door den bisschop van Zamora, Don Juan Muniel, eenen evenzoo geleerden als welsprekenden man, gehouden werd. Maar niets kon het ondoordringbare hart dezer verstokte (zoo oordeelde Rome over de martelaresse van Christus' kerk) vrouw bewegen".

Tegelijk met Herezueld is nog een martelaar in de vlammen gestorven. Het was Francisco de Bibero Cazalla, een priester, de broeder van den boven reeds genoemden afvallige De Cazalla. Men had zijn tong tusschen een gespleten hout geperst, omdat hij met groote standvastigheid in de openbare belijdenis volhard had.

Tot het jaar 1570 heeft de inkwisitie in Spanje den strijd tegen de Gereformeerde leer en kerk moeten volhouden. Toen kon zij zeggen, dat zij overwinnaresse in den kamp was gebleven. Wel is waar werden ook daarna nog van tijd tot tijd protestanten door de inkwisitie en bij autoda-fé's te voorschijn gebracht, doch deze waren gelijk overgebleven druiven, als de wijnoogst voorbij is. Onderscheidenen van hen waren vreemdelingen en inzonderheid Erigelschen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 januari 1898

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 januari 1898

De Heraut | 4 Pagina's