GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Hollands Kerkblad bespreekt de redactie de houding van Dr. Hoedemaker sinds 1886, en zegt er van:

Ook de eenheid in onze kerkelijke worsteling moeten we meer zoeken, al leven we in onderscheiden' kring.

Zonder elkander te binden.

Maar zóó, dat we van elkanders leven in op rechten broederzin kennii nemen, voor elkaer bidden, en ook met elkaer spreken kunnen

Wij zijn elkanders vleesch en been

Het smartelijkst was b. v. in 1886/87 wel het verschil tusschen de doleerenden en Dr Hoedema ker Sinds de uitgave van het blad »de Gereformeerde Kerk" werd dit verschil sterker geaccentueerd We hebben daaronder geleden, want de hand van Dr Hoedemaker was hard tegen ons Maar over hard heid had zeker Dr. Hoedemaker op zijn beurt te klagen.

Toch, er was een ertistig punt van verschil, waarin we hem te eerbiedigen hadden, ook waar we van hem en de zijnen met recht eerbiediging vroegen

Met belangstelling sloegen *e dan ook zijn gang in de «Gereformeerde Kerk" en in de Confessioneele Vereeiiiging gade En het smartte ons, dat we zijn stem in zijn eigen kring als hoorden weg sterven. Tot hij ons eindelijk toescheen onbegrepen alleen te staan

Wij, lieden van i886, begrepen hem wel, al week onze weg van den zijnen Maar in den kring zijns levens begreep men Dr. Hoedemaker niet

Niet, dat wij verstonden, koe Dr. Hoedemaker tot ontwarring van den kerkelijken knoop zou komen, of wat in de practijk in zake Art. 36 aan zijn bedoeling beantwoorden zou We verstaan ook best, dat een stelling juist kan zijn, zonder dat iemand onder alle omstandigheden aanstonds de recDte toepassing van die stelling kan aanwijzen

Maar de stelhng van Dr. Hoedemaker was ons allerminst een mysterie.

Principieel, ernstig, zonder ooit af te wijken, is steeds de stelling van Dr Hoedemaker geweest: de organisatie van 1816 is de middelijke oorzaak van de verwoesting der Kerk j die organisatie moet vallen; de Kerk moet die organisatie ver werpen en leven naar het \lVoord des Heer en

Daarin stonden én staan we dus met Dr Hoede demaker geheel op denzelfden grondslag.

Maar nu was de tweede stelling van Dr Hoede maker: de breuke met de organisatie moet ge schieden zonder verbreking van het kerkverband.

Op dit punt gingen in 1887 de wegen uiteen

Wel scheen Dr. Hoedemaker destijds eerst mee te gaan en toen terug te wijken, doch die schom meling duurde slechts kort en hing zeker met de beweeglijkheid dier dagen samen. Wie sinds billijk dezen broeder in zijn houding vóór en nk 86/87 zocht te verstaan, die moet erkennen dat hij zichzelven niet ongelijk werd, en immers trouw, ja in het eind schier als een eenzame iri de woestijn, riep om verwerping der organisatie van 1816 zonder verbreking van het kerkverband

Aan de andere zijde moeten wij klagen, hoe men maarniet erkennen wou, dat bij de verwerping der organisatie in '1886 toch handhaving, van het kerk verband door de sdoleerenden, " bedoeld werd De doleantie der Kerken wees daarop Wij wilden, waar we de organisatie verwierpen, en beroofd werden klagende Kerken zijn, die door de ICerken, welke zich tegen de Organisatie, ook onder de Organisatie, handhaafden, erkend wgrden De wijze waarop in menige plaats door enkelen, kort en goed de gemeenschap der plaatselijke Kerk ge broken werd, zonder dat die Kerk zich bewust kon worden van de houding die zij had aan te nemen, bleef dan ook in onze kringen niet zonder groote bedenking. Maar toch, — dat verwerping der Or ganisatie verbreking van het kerkverband, zelfs breking van de plaatselijke Kerk, meebracht, wij mochten het betreuren en al het leed er nog van dragen, — onze conscientie verbood het niet,

Nog zij erkend, dat Dr Hoedemaker verbreking van het kerkverband niet absoluut verboden acht, of ook de breuk in de plaatselijke Kerk niet absoluut verbiedt. — maar tot die verbreking slechts vrijheid gevoelt, waar het ivesen der Kerk gevaar loopt

Toegegeven moet worden, dat wij, die in 86 handelden, de meeste schaduw op onzen weg kre-^ gen. Het werd een scheuren en breken, die het hart met nameloos heimwee kunnen vervullen naar de breede gemeenschap, waarin we te voren worstelden; — afgezien nog van zooveel als in eigen kring ons knijpt.

Maar de broeders, die terug bleven, hadden het niet beter dan wij en werden immer voort gemar teld door de Organisatie, — tegen welke zij roepen, maar onder welke zij niettemin buigen

Waarom we deze dingen uiteeiizetten, en op wederzijdsche kalme erkenning en waardeering aandringen ?

Na het uittreden van Dr. Hoedemaker uit de redactie der Gereform Kerk" scheen almeer alle principieel getuigenis in dien kring te gaan ontbreken en voor eenig principieel optreden geen hope meer te zijn

Toch liet ons hart ook toen Dr. Hoedemaker niet los.

Thans dunkt ons, wat Ds. Eringa in het genoem­ de blad schrijft, van krachtiger bedoelen ie getuigen

Het hoe der handeling, die uit de stelling van Dr Hoedemaker op 's Heeren tijd volgen moet, is ons nog duister. Ook is die tijd de onze niet

Maar dat die stelling oprecht was en principieel, hebben we nooit betwijfeld Dat die stelling de handeling van 1887 in de haastige, vaak ruwe formatie van een nieuw kerkverband moest ver oordeelen, verstaan we Dat die stelling tot een afwachtende houding verplicktte, werd ons ook helderder

We wenschen ook thans nog aan één en ander getuigenis te geven, ter-.vijl wij danken voor de ontkoming aan de strikken der Organisatie. Die ontkoming verplicht de Gereformeerden van '34 en '86 tot trouwe liefde vo.)r het overblijfsel der Kerken, ook onder de Organisatie

Och, mocht de strijd onder-en tegen" de Organisatie door de getrouwe belijders van den Heere en zijn Woord vernieuwd worden. De Heere verlichte hen Hij doe hen den weg onderscheiden. Hij geve hen, krachtig te worden in de overtuiging van zijn wil. Sterve hun geloofshandeling niet Ma.sr strekke die nog eens tot verlossing der Kerk naar het Woord des Heeren

We waardeeren den toon van het trekken der liefde, die hieruit spreekt. Zeer stellig hooren allen die van Gerefi. rmeeide Belijdenis zijn, ook kerkelijk bijéén. Maar toch vordert men niet, zoo het verschil aldus geformuleerd blijft.

Uit de vaagheid der woorden moet men altoos weer tot het concrete der feiten komen.

De Haagsche Synode heeft, den Amsterdamschen Kerkeraad willen dwingen, om leden, wier niet-belijden van het Evangelie openbaar was, nochtans tot het H. Avondmaal toe te laten.

Was hier weerstand of biffckeri, van Godswege, plicht?

En indien weerstand, moesten de herders der kudde zich dan laten verjagen, om de kudde, aan de wolven over te laten, of wel moesten ze toen ambtelijk voor de kudde blijven waken ?

Dit is de concrete vraag, die gegeneraliseerd hierop neerkomt, of wie afwerping van de organisatie van i8i6 zoekt, stil moet blijven zitten indien ambtelijke plichtsbetrachting tot verbreking van eenheid zou leiden, of wel dat plicht voorgaat, en de uitkomst aan den Heere moet worden overgelaten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 januari 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 januari 1901

De Heraut | 4 Pagina's